zondag 12 oktober 2014

prentje en de logeerpartij

De trein is net vertrokken, we kunnen nog net de laatste wagon zien. Volgens mij is ie een minuut te vroeg weggegaan, maar daar hebben we nu niets aan. We moeten een half uur wachten op de volgorde.

Een paar uur eerder. Vriendin A en haar dochtertje M arriveren bij de Petteflet, met hun logeerspullen. 'Je had toch gezegd dat we een keer bij jou mogen logeren?', had M van de week gevraagd.
Ja, dan moet je het inderdaad ook gewoon doen, wat heb je anders aan zulke beloftes.
Zoon en M kennen elkaar sinds de dag dat ze op deze wereld zijn, en voelen zich een soort broer en zus van elkaar. A en ik hebben samen zoveel meegemaakt, dat het woord vriendin de lading niet helemaal meer dekt. Het is een onvoorwaardelijke band.

Genoeg gepraat, we gaan winkelen. Op naar de Cool Cat, M heeft een nieuwe winterjas nodig. Even later staan we in de herrie van Cool Cat, trekt Zoon een shirtje voor zichzelf uit het rek en past M een paar jassen. A en ik kijken elkaar met een blik vol verstandhouding aan. Even ga ik terug in de tijd, toen ik net zo oud was als M en een sweater van Cool Cat voor mij het summum van coolheid was. Zuchtend ging mijn moeder met me mee, helemaal naar Amsterdam, om mijn geliefde hoodie op te halen. Als ik mijn ogen dichtdoe zie ik 'm nog zo voor me, grijs met een grote illustratie van een kat er op. Ik heb het ding áfgedragen.

De harde muziek brengt me weer terug bij het heden. Nu ben ik de mama, na tien jaar kan ik het nog steeds niet helemaal bevatten. We rekenen af en zetten koers naar de H&M voor spijkerbroeken voor Zoon.

Twee uur later zitten we, omringd door tassen, bij de Winkel van Sinkel voor een borrel.
De kinderen zijn samen naar boven vertrokken met hun Fristi, dus we kunnen even rustig bijpraten.

'Eigenlijk had ik gedacht dat ik nu veel eenzamer zou zijn', zeg ik bedachtzaam tegen A.
'Eenzaamheid is iets wat in je zit, en staat los van een relatie', zoals iemand van de week tegen me zei. Ook in een relatie kun je behoorlijk eenzaam zijn. Volgens mij heeft het meer met verbondenheid te maken. Durf je je open te stellen voor de mensen in je omgeving? Tegenwoordig spring ik gelijk in het diepe, en neem ik geen lange aanloop meer. Kun je je aan elkaar optrekken of haal je elkaar naar beneden waardoor je naar de bodem zinkt? Het heeft in ieder geval geen zin meer om met een masker op te zwemmen, want dan ben je sowieso topzwaar en kun je niet goed adem halen.' Ik word nu helemaal geestdriftig, dit blijft een thema in mijn leven. A luistert aandachtig. Ik neem nog een slok wijn. 'En soms ontdek je dat je niet synchroon zwemt (ik ben nogal van de metaforen, zoals u misschien inmiddels wel weet) en kun je beter allebei aan je eigen kant het zwembad verlaten. Maar daarentegen kom je ook weer nieuwe mensen tegen met wie je de sprong kan wagen. En dan bedoel ik dus niet in relationele zin hè, maar dat je ook zoveel liefde en voldoening kunt halen uit vriendschappen waarbij de verbondenheid centraal staat.'
Op dat moment proberen onze kinderen zout van de eerste verdieping in het eten van de mensen op de begane grond te strooien, maar dat hebben we dan nog niet in de gaten.

Maar het wordt sowieso toch tijd om op te stappen, ik heb in een overenthousiaste bui aangeboden om thuis te koken. Door het missen van de trein wordt het later en later, maar ik gooi thuis dapper alle ingrediënten in de pan. De kinderen bouwen een hut van hun bedjes, A steekt de kaarsjes aan, en om half 10 zitten we allemaal eindelijk aan tafel. Ik kijk om me heen en voel een brok in mijn keel. 'Familie 2.0', denk ik en voel me even heel dankbaar voor al die lieve mensen om me heen. 'Laten we om de beurt een muzieknummer uitzoeken', roept een van de kindjes. Eerst een nummer om op te dansen en daarna een mooi luisterliedje'. Even later dansen we met z'n allen door de kamer.

Met elkaar verbonden.

5 opmerkingen: