maandag 29 december 2014

prentje en de andere kerst

Dit jaar zou kerst anders worden dan andere jaren, dat stond van tevoren vast. 
Niet alleen was ik dit jaar gescheiden en werd het de eerste kerst in de Petteflet, ook had ik een bad midden in de woonkamer staan.

Dat laatste zal ik even uitleggen. Een van mijn woonwensen was een bad. Nu is alles in de Petteflet klein - dus ook de badkamer - en leek deze wens lastig te realiseren. Tot ik stuitte op een plaatje van een Italiaans bad, waar een glazen deurtje in zat. Dit deurtje kun je openen als je wilt douchen - geen gedoe met over de rand stappen - en sluiten als je in bad gaat.

Inmiddels had ik via vrienden ook een betrouwbaar badkamermannetje gevonden die de badkamer begin januari kon verbouwen tot strak minimalistisch kuuroord (want als ik dan toch bezig was, dan ook maar gelijk andere tegels, badkamerkastje en design radiator).
'Het lijkt me handig als je alle spullen alvast besteld', zei het badkamermannetje. 'Zeker zo'n bad, daar kan wel wat tijd overheen gaan als deze uit Italië moet komen.'
Braaf volgde ik zijn advies op, en bestelde dezelfde dag nog al het sanitair.

'Het bad dat u heeft besteld, wordt morgen geleverd', las ik een dag of twee later in de mail.
Wat? Nu al? Voor de kerst nog?
Opeens dacht ik aan alle prentjes die dit jaar bij mij kerst zouden komen vieren. We hebben een driejaarlijks rouleersysteem, (Broer, Zus en ik) en dit jaar was ik aan de beurt.
Nu is de Petteflet al niet groot, laat staan dat ik ook nog ergens een bad kwijt moest.
Veel tijd om daar over na te denken had ik niet, want kerst naderde met rasse schreden.

De volgende ochtend ging om 8 uur de bel. 'Ik kom hier een bad afleveren', brulde een man in de deurtelefoon (die ongetwijfeld een andere naam heeft waar ik nu niet op kan komen). 'Ik zet 'm hier beneden neer. Doei.'
'Wacht even', riep ik wanhopig vanaf het torenkamertje. 'Hoe krijg ik 'm dan alleen naar boven?'
'Dat moet je zelf maar verzinnen, ik heb geen opdracht gekregen om hem naar boven te sjouwen', riep de man niet-zo-heel-vriendelijk terug.
'Ik los dit op', hoorde ik Zoon opeens naast me zeggen, mijn stoere man in huis. 'Wacht u nog heel even meneer, ik kom nu naar beneden', riep hij door de telefoon.
Verbluft door zoveel branie bleef de man staan. Het duurde een tijdje voor ik weer wat hoorde.
Maar daar kwamen ze hoor. De niet-zo-heel-vriendelijke-man sjouwend aan een enorm pakket en Zoon die triomfantelijk de deur voor hem open hield.

'Zo, verder dan dit ga ik echt niet', zei de man terwijl hij het enorme gevaarte voor mijn voordeur parkeerde. 'Ik kreeg 'm al amper de lift in en uit'. En weg was hij.
Zoon en ik keken even naar het ding dat nu de ingang blokkeerde. Ondertussen begon het ook nog eens keihard te regenen. Na een halfhartige poging was het duidelijk dat dit niet ging lukken samen. Het bad zat ook nog eens vastgeschroefd op een pallet. 'We moeten een hulplijn inroepen', zei ik tegen Zoon. Razendsnel bedacht ik wie er in mijn omgeving thuis zou zijn. Dat waren er niet veel. Ik belde vriendin T, mijn lieve vriendinnetje T, steun-en-toeverlaat in moeilijke tijden. 'Ik kom er nu aan', zei vriendin T binnen vijf seconden.

En zo stonden we even later met z'n drieën te trekken aan het apparaat. 'Hij past niet door je voordeur', zei T sip. 'Volgens mij moeten we die schroeven los maken. Je hebt toch laatst een boormachine gekocht? Kan die ook twee kanten op draaien? Dan halen we zo die schroeven er uit.'
'Geen idee, antwoordde ik eerlijk. Ik weet niet eens hoe ik die machine één kant op kan laten draaien, laat staan twee.'
Vastberaden pakte T de boormachine uit de kast. En warempel, na een tijdje prutsen had vriendin T het voor elkaar: niet alleen zat er een schroef-uit-draai-geval in de boormachine, ook draaide de machine alle kanten op die T wilde.
Opgetogen gaven we elkaar een high-five. 'Zie je wel dat we de kerels helemaal niet nodig hebben', mompelde een van ons (ik laat even in het midden wie).

Nu duurde het niet lang of de schroeven waren er uit, de pallet kon losgemaakt worden, en kon het bad door de voordeur. 'Waar wil je 'm hebben?', vroeg T. 'Laten we 'm maar in Zoon's kamer zetten', antwoordde ik, opgelucht dat het bad nu inmiddels binnen was. 'Ik denk dat we de draai niet kunnen maken', zei T die nu was gebombardeerd tot Superklusser. 'Hij moet in je woonkamer'.

En zo vierden we kerst met alle prentjes, met een bad midden in de kamer. Dat inmiddels enorm handig bleek te zijn als bijzettafel, met de zijkanten van de kartonnen verpakking en een grijs picknickkleed er overheen.

'Een bad in je woonkamer is eigenlijk onmisbaar met de kerst', zei Zus.

'Over drie jaar slopen we 'm uit je badkamer als je weer aan de beurt bent.'

zondag 14 december 2014

prentje, de vleugels en de laarzen

December, mooie maand voor overpeinzingen. Houdt u vast, hier komt er een.

Als kind wilde ik er graag 'bijhoren'. De middelbare school was overzichtelijk: je had de kakkers en de alto's. (Die kakkers waren overigens in de meerderheid, want mijn school stond in Amstelveen).
Het jammere was: ik hoorde nergens bij. Ik heb het echt geprobeerd hoor, eerst bij de kakkers.
Ik kocht ook een sjaal in 50 tinten blauw en ging op hockey. (Ik ben het kortst lid geweest in de geschiedenis van de hockeyclub; het ene clubnummer werd ik welkom geheten als nieuw lid, een week later stond ik bij de afmeldingen.)
Dan maar een poging om bij de alto's te passen. Ik lakte mijn nagels zwart en 'het rookhol' werd mijn nieuwe pauzeplek. Maar ook daar werd ik uitgeblazen, samen met de rook.

In mijn studententijd was het niet anders. 'Ik vind jou wel iemand voor bij het UVSV', zei mijn mentor tijdens de introductiedagen (het UVSV, kortweg 'de UVjes', was de vrouwelijke corporale vereniging). Nou leek mij een studentenvereniging met alleen maar vrouwen niet het toppunt van gezelligheid, maar ik kon wel 'de Woo' proberen (voluit de Woolloomooloo, de studentendisco van 't 'koor').
Werd 'm ook niet. (Ok, eerlijk? Ik ben er vele malen geweest, maar dat past dan weer niet lekker in dit verhaal vol tegenstellingen.) En de alto's? Tja, die vond ik opeens wel erg alternatief. Daar kwam ik niet weg met zwarte nagels (of het moest onder de randen zijn).

Toen ging ik werken. Eerst als copywriter bij een reclamebureau, maar daar bleken alle cliché's ook echt waar te zijn ('ga je om vijf uur weg vandaag? Heb je een vrije middag of zo?').  Ik meldde me van de weeromstuit maar aan als vrijwilliger bij een kringloopwinkel, maar dat was ook niet mijn 'scene'. (Dit was nog voordat kringloopwinkels hip werden hè, we hebben het nu over de jaren tachtig).

Ik moest eerst 40 worden voor ik door had hoe het zat: ik hoor nergens echt bij. Gelukkig maar, denk ik nu. Want het zijn geen tegenstellingen die ik in me heb, maar aanvullingen. Ik ben bang en dapper. Slim en naïef. Ik vind het heerlijk als Zoon bij me is, en vindt het ook prima om hem weg te brengen naar zijn vader. Ik heb graag mijn liefste vrienden om me heen, maar kan mezelf ook prima vermaken.
Ik ben ambitieus en zuinig op mijn vrije tijd. Ik ben spiritueel en niet zweverig. Netjes en chaotisch. Zelfverzekerd en onzeker. Vrolijk en melancholisch. Dromerig en realistisch. Ik hou van wit en omarm het zwart.

Dit alles maakt me wie ik ben.

Ik heb vleugels op mijn rug en ondertussen mijn laarzen stevig op de grond staan.

zondag 7 december 2014

prentje en pakjesavond

Eigenlijk had ik er niet zo'n zin. Ik was vooral hard aan het werk, en met mijn focus al meer bij de kerstversiering zoals u weet.
En daarnaast is het ook gewoon een raar jaar. Elke feestdag krijgt een extra lading in het eerste jaar na een scheiding. Waar wordt pakjesavond gevierd? Hoe doen we het met Kerst? En dan realiseer ik me dat ik het ook nog eens ongelofelijk getroffen heb. Hoeveel verhalen hoor ik niet de laatste tijd over verschrikkelijke vechtscheidingen, vaak tot groot verdriet van beide kanten.
Wat ben ik dankbaar dat ex-Man maakt nog altijd deel uit maakt van mijn 'Inner Circle', en dat altijd zal blijven doen.

Dus was het bijna vanzelfsprekend dat hij er ook was bij de prentjespakjesavond. 'Ik kan zorgen dat je zijn digitale lootje niet trekt hoor', zei Zus voorzichtig. 'Onzin', zei ik stoer. 'Ik sluit niemand uit.'
Ik hoef u niet te vertellen wiens lootje ik vervolgens trok.

Daarnaast houdt Zoon hardnekkig vast aan zijn geloof. Hij vindt de Pietendiscussie maar raar ('wat nou knecht, het is toch Pieterbaas?') en het kostte dankzij onze 'gelover' ook wat kunst- en vliegwerk om, naast meer dan fulltime werken deze week, de cadeautjes ongezien de Petteflet binnen te krijgen.
'Er was vandaag alweer een pakje voor je', zei Zoon bijna verontwaardigd. 'Ja, ik lees nogal veel op het moment', mompelde ik terug. 'Het is helemaal niet handig om zoveel voor je jezelf te bestellen als het bijna Sinterklaas is', mopperde Zoon. 'Je weet toch niet wat je van hem krijgt.'

En toen was het (eindelijk volgens Zoon, nu al? volgens mij) heerlijk avondje aangebroken. Ik trok nog snel mijn laatste gedicht uit de printer en laadde de grote tas in de auto. 'Ik heb ook zelf wat pakjes voor oma gekocht', zei ik vlug toen ik Zoon's verbaasde blik zag. 'Die moet je dan maar bij je houden en dan straks mengen met de pakjes die Piet op de stoep zet', antwoordde Zoon.
Het begon steeds ingewikkelder te worden.

En het werd ook een verbazingwekkend heerlijk avondje. Leven de prentjes door alle drukte veel langs elkaar heen, nu moeten ze 'noodgedwongen' wel tijd aan elkaar besteden. En dat had ook iedereen gedaan. Ontroerende gedichten, fijne pakjes (ik kreeg het prachtige Etsy-vosje van ex-Piet als extra cadeautje) en toen moest het Spel van Oma nog beginnen.
'Zo, ik ga naar huis', zei mijn geweldige Down-nichtje toen alle cadeaus waren uitgepakt en oma met haar spel 'Wie kent de prentjes het beste?' dreigde.
Maar uiteindelijk speelde iedereen mee met de twintig prentjesvragen, werd het weer legendarisch (iedereen raadde een hobby goed, behalve degene van wie de hobby is), en eindigde we de avond allemaal dansend en met een rare feesthoed op omdat we ook nog een onderdeel van 'Ik hou van Holland' gingen spelen (het 'Verjaardagsspel' voor de Kenners onder ons).

Ik hoop dat Zoon nog lang blijft geloven.