woensdag 6 april 2016

prentje en de kat met de tien levens

'Niet schrikken, hoor', belt Zus. 'Maar papa heeft longontsteking.'

Ik schrik me te pletter. Zo eindigt het dus, denk ik meteen.
Nu functioneren niet alleen zijn nieren en darmen nauwelijks meer; maar zijn z'n longen ook nog ontstoken.
Ik vond hem al zo stilletjes 's middags. Maar hij zei dat het goed ging. Maar dat zegt hij altijd.

'En nu?', vraag ik bibberig. 'Antibiotica', zegt Zus. 'En afwachten'.
Die nacht slaap ik nauwelijks. Mijn telefoon ligt op mijn nachtkastje.
Maar ook deze nacht gaat voorbij.
De volgende ochtend ga ik weer langs, samen met mijn moeder.
Hij ligt witjes in zijn bed, maar lijkt blij om ons te zien.
'Ik hou van jullie', zegt hij opeens heel helder.
'Nee toch', antwoordt mijn moeder droog. 'Hoe is het mogelijk.'

Inmiddels zijn we weer twee weken verder.
De antibiotica heeft zijn werk gedaan, pap kijkt weer wat helderder.
Hij is geraakt door het overlijden van Cruijff.
's Avonds stuurt mijn broer deze foto op van ze samen (mijn vader werkte bij de krant).
Twee sterke mannen in de kracht van hun leven. De foto ontroert me.
Ik denk dat ik er een uitvergroting van laat maken.

Woensdagmiddag.
Zus en ik hebben vandaag twee afspraken bij verpleegtehuizen.
Het tehuis waar hij nu verblijft, gaat later dit jaar sluiten.
We hebben een begeleidster toegewezen gekregen die ons een rondleiding geeft op twee mogelijk nieuwe plekken.
Bij het eerste huis hebben we allebei een goed gevoel. Fijne sfeer, frisse kleuren.
Midden in een levendige woonwijk.
Ik kijk naar de oudere echtparen die hand in hand op het 'marktplein' zitten.
Hoe moet het voelen om je partner met wie je je leven hebt gedeeld, op te moeten zoeken in een tehuis?
Wat ik vooral zie, is heel veel liefde en respect.

Het tweede tehuis voelt meteen minder, al bij binnenkomst.
Als we een woonkamer betreden, vallen we minder in een 'ruzie' van een bewoonster met de verzorgster.
De oudere vrouw begint te huilen als ze ons ziet.
'Ze is lelijk', zegt ze over de verzorgster.
We voelen ons opgelaten, maar de verzorgster haalt haar schouders op.
Ze heeft waarschijnlijk wel ergere dingen naar haar hoofd gekregen.
'Nee', corrigeert de chic geklede oudere dame zichzelf.
'Ik zeg het niet goed. Ze is niet lelijk, ze doet lelijk.'
Opeens kijkt ze me recht aan. 'Wat heb jij een mooi gezicht', zegt ze. 'Met jou wil ik mee.'

Mijn hart breekt als we de deur uitlopen, de vrouw achterlatend. 'Misschien hadden we onze jassen niet aan moeten houden', zegt de begeleidster. 'Dat is extra confronterend.'

'Het eerste huis', zegt Zus als we in de auto zitten . 'Ja, de eerste', beaam ik.

De oude kater gaat hopelijk weer een nieuw leven tegemoet.

4 opmerkingen: