vrijdag 8 september 2017

prentje en papa

89 is hij vandaag geworden. Negenentachtig. Allemachtig.
Als ik vraag of hij weet hoe oud hij nu is, zegt hij snel: '44'.
Mijn vader weet zijn dementie nog altijd op een charmante manier te verhullen.

We zitten met z'n allen een mierzoet gebakje te eten in de ruimte beneden van het verzorgingshuis.
Er schuifelt een oude vrouw voorbij met haar rollator.
Haar blik is verward; opgesloten als ze is in haar ziekte.
'Waar moet ik nou zitten?'
Ik kan het niet aanzien. 'Zal ik even met u een plekje zoeken?', vraag ik haar.
Dankbaar kijkt ze me aan.
In een grijze wereld is elk vriendelijk woord een lichtpuntje, vermoed ik.

Ik loop met haar naar een rond tafeltje met drie stoelen aan het raam.
'Híer ga ik niet zitten', zegt ze beslist. Ik wil bij die mensen dáár zitten.'
Lichtelijk beschaamd vraag ik aan een familie aan het tafeltje ernaast of ze bij hen mag zitten.
De vrouw kijkt me verhit aan, een laptop staat aan tafel.
'We zitten net iets moeilijks te regelen', zegt ze.
Ik knik. Elke familie hier heeft zo zijn eigen zorgen.

De vrouw met de rollator is inmiddels al doorgeschuifeld, haar aandacht is mee verschoven.
In mijn ooghoek zie ik een verbaasde blik van een jonge vrouw achter in de twintig die er een stoel bij pakt zodat de vrouw kan aanschuiven aan haar tafeltje.
Lichtelijk opgelucht loop ik terug naar mijn eigen familie.

Ik zie mijn vader bijna knikkebollen.
Als hij niet al in een rolstoel zat, was hij nu door zijn hoeven gezakt.
'Moe hė, pap. Zal ik je naar je kamer brengen?', vraag ik hem zonder overleg met de rest.
Hij knikt.

Samen met Zus en mijn nichtje brengen we hem naar boven.
'We krijgen 'm toch niet alleen in bed?', fluistert Zus.
Ik ga op zoek naar de verzorgster.
Ze komt aanzetten met een soort van stoellift.
Discreet willen we ons uit de voeten maken, maar mijn heerlijke Down-nichtje roept dat ze wil zien hoe opa in bed komt.
De lieve verzorgster zegt dat het geen probleem is.

Mijn 89-jarige sterke vader wordt in bed getakeld. Eigenlijk gaat het best soepel.
'Zo'n lift wil ik ook wel, voor als ik uit de kroeg kom', bazel ik, mijn ongemak verbergend.

Mijn vader steekt zijn duim op.

7 opmerkingen: