Een telefoontje van de arts van het verzorgingstehuis.
Ze maakte zich zorgen over mijn vader.
Hij had een 'Ileus'. En een longontsteking.
Ik zocht op Wikipedia op wat een Ileus was.
Een darmdraaiing met als gevolg dat de darm wordt afgesloten.
Ik zat niet meer rustig thuis.
Toen Zoon uit school kwam, reden we er samen naartoe.
Zus was er al, samen met mijn moeder.
Mijn vader sliep, maar werd even wakker.
Hij maakte grapjes met Zoon.
Zei vervolgens dat hij een mooie jongen was en ik een lieve meid.
Ik moest terug naar huis omdat Zoon moest trainen.
Life goes on.
Ik zat niet meer rustig thuis.
Vroeg aan ex-Man of Zoon bij hem mocht slapen en besloot te waken over mijn vader.
Er werd een bed bijgezet.
Om 01.30 uur reed ik naar huis.
Het continue stokken van de adem van mijn vader en het geschreeuw van een buurman bezorgden me bijna een zenuwinzinking.
Het viel me tegen van mezelf dat ik het niet op had kunnen brengen.
Ik zat niet meer rustig thuis.
Liet mijn werk weten dat ik voorlopig niet kwam en reed 's ochtends opnieuw naar mijn vader toe.
De dienstdoende arts zei dat hij hem zo langzamerhand in slaap wilde brengen.
Op een waas van morfine en slaapmiddel zou hij uit het leven wegglijden.
Ik hield zijn hand vast.
Bleef bij hem tijdens alle noodzakelijke medische handelingen.
De verpleging bracht me een kop soep.
Die avond kwamen Zus, Broer, mijn moeder en ex-Man langs.
Het lukte me maar niet om mijn vader alleen te laten.
Vlak voor ik naar huis ging, werd hij opeens onverwachts wakker.
Moest overgeven en vroeg of hij hoge koorts had.
De verpleging vroeg hem weer te gaan slapen.
Hij zei dat hij niet wilde slapen.
'Ga maar slapen papa', zei ik ook.
De "doorwaakte" nacht ervoor had me gebracht waar ik jarenlang naar op zoek was: ik kon hem eindelijk laten gaan.
Mijn vader deed zijn ogen dicht.
Ik zat niet meer rustig thuis.
Reed de volgende ochtend weer naar hem toe.
Broer zat er, samen met de arts van het telefoontje van woensdag.
'Ik ben in de afgelopen dagen van je vader gaan houden', zei ze.
'Wat een lieve man. En wat is hij aan het vechten.'
Ik knikte.
Was nog steeds trots op mijn vader.
En zag ook hoeveel moeite het hem kostte om het leven los te moeten laten.
Sterker nog, ik durfde hem niet eens te vertellen dat hij met dit gevecht bezig was.
De rest van de ochtend deed ik het enige dat ik nog voor hem kon doen: zijn mond schoonhouden van de prut die uit zijn longen kwam.
'Je hebt longontsteking pap', zei ik.
Dwars door de chemische waas van opgevoerde morfine en slaapmiddel glimlachte hij naar me.
Vervolgens wachtte ik op de gang om de volgende bezoeker te verwelkomen.
Toen we de kamer binnenkwamen, leek de sfeer veranderd.
Het was opeens stil.
'Ik denk dat hij zojuist is overleden', zei ik.
We liepen naar het bed.
Het was waar.
Ik drukte op de noodknop en zakte naar de grond.
Het was heel anders gegaan dan ik me al die jaren had voorgesteld.
Ik dacht dat ik een telefoontje zou krijgen.
Nooit had ik me voor kunnen stellen dat ik mijn vader zelf zo zou vinden.
Maar ik was niet alleen.
Naast me stond mijn Lief.
Onze relatie bleek niet alleen bestand te zijn tegen een vreselijke break-up; maar ook tegen de dood.
'Wil je me helpen je vader te wassen en aan te kleden?', vroeg de uitvaartbegeleidster.
Even sloeg de schrik me om het hart.
'Dat zou ik graag willen', antwoordde ik vervolgens.
Een week lang leefde ik op een andere planeet.
Ontwierp zelf de kaart voor mijn vader.
Met op de voorkant de foto die ik had gemaakt van hun handen toen mijn vader en moeder zestig jaar getrouwd waren.
Zocht samen met Zus een grafplaats uit.
Zocht half Nederland af voor een fotolijststeuntje.
En toen werd het de derde vrijdag deze maand die in het teken van mijn vader stond.
Hij was op de 8e jarig; overleed op de 15e en werd begraven op de 22e.
Wat was het mooi.
Een beter scenario dan ik zelf ooit had kunnen verzinnen.
Met een heel persoonlijke en besloten ceremonie.
Eekhoorntjes die langs de stammen roesden toen we hem naar zijn laatste rustplaats begeleidden.
Groene parkietjes in de boom toen de stoet even stilstond.
En drie sterretjes die de kleinkinderen vonden op de grond voor zijn graf.
Voorzichtig legden ze die op de kist.
Tijdens de koffie kwam mijn neef samen met zijn vriendin op me afgelopen.
'We hebben wat voor je. Van de week waren we op een lezing van een Google-topman.
Hij was op zoek naar een geluksformule toen zijn zoon volkomen onverwachts overleed op 21-jarige leeftijd.
Nu heeft hij één missie: zijn bevindingen delen met de rest van de wereld.
We hebben het boek voor je gekocht.
Kijk, hij heeft er een persoonlijke boodschap in geschreven.'
Dezelfde avond nog begon ik in het boek.
Het schemerde al. Het was regenachtig.
Opeens brak de zon door.
We never really die.