'Volgens mij moet jij er even tussenuit', zegt collega M bezorgd, terwijl ze een blik werpt op de kringen onder mijn ogen. 'Ik heb voor een week een huisje geboekt in Drenthe, maar wij kunnen maar een midweek. Ga jij er lekker het weekend in.'
En zo ben ik opeens in Drenthe, nog op de snelweg, om precies te zijn. Ik heb Zus meegenomen, heel vertrouwd en zij kon ook wel een weekendje weg gebruiken.
Vanwege alle drukte zijn we later weggegaan dan gepland. Halverwege komen we erachter dat we allebei de tomtom zijn vergeten. Zus heeft ook nog eens haar mobiel thuis laten liggen, en mijn batterij is bijna op. 'Waar moeten we er nu af?', vraagt Zus. Ik speur op Google Maps. Plop. Weg scherm. Batterij leeg.
Eindelijk arriveren we dan toch in Dwingeloo. Plan 1: lekkere dingen inslaan. Zus vraagt waar ze de boter met zeezout kan vinden. Het AH-meisje roept haar collega erbij. Boter met zéézout? Uiteindelijk staan er vier AH-medewerkers verbaasd naar Zus te kijken.
Dan maar boter zonder zeezout.
Zus dekt de tafel, terwijl ik de houtkachel aan de praat probeer te krijgen. Als dat is gelukt, draai ik me triomfantelijk om naar de tafel, waar een pakje op mijn bord ligt. De nieuwe Esther Verhoef, nog voor mijn verjaardag. Perfect voor een weekendje weg. Zus en ik proosten en zijn even heel blij. Met het huisje midden in het bos, met de kaarsjes, en met elkaar. Zeker met elkaar.
De volgende ochtend huren we fietsen en rijden we uren over de hei. Het is een onhollands landschap, het doet bijna Afrikaans aan. Elk moment verwacht ik een overstekende giraffe. Of een leeuw.
We praten over onze roots, die gedeeltelijk hier in Drenthe liggen. Opa kwam oorspronkelijk uit Ruinen voor hij naar Amstelveen verhuisde. Onze vader werd tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Drenthe gestuurd, omdat er niet genoeg eten was om alle monden te voeren. We verbazen ons er over hoe jong hij moet zijn geweest, terwijl hij naar Drenthe liftte, in een land waar oorlog woedde.
Midden in het bos drinken we verse bossap in een theehuisje. Ik droom weg terwijl ik kijk naar de tekst op de menukaart. Het kán zo eenvoudig zijn, allemaal.
Zo hebben we een heerlijk weekend, Zus en ik. We bezoeken Orvelte, waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Daarna spoedden we ons weer naar ons huisje. Samen zijn we afgesneden van de wereld, want we hebben ook geen bereik midden in het bos.
Als we uiteindelijk een beetje spijtig op zondag wegrijden van het terrein, beginnen zowel mijn werk- als privé-telefoon ongeduldig te zoemen.
Ik werp nog een laatste blik achterom, naar het huisje in het bos.
Het echte leven is weer begonnen.