maandag 23 juli 2018

prentje & woody

U weet hoe dol ik ben op kleine caravannetjes
Dus toen ik van de week mijn favoriete caravan voor de hefboom bij de ingang zag staan, kon ik het niet laten om 's avonds even een rondje over de camping te lopen om een praatje te maken met de eigenaren.

Het duurde even, maar toen had ik 'm gevonden, hoor.
De deur stond open.
Ik zag vier voetjes uit het bed steken.
Dit leek me niet helemaal het juiste moment om te komen kletsen.

De volgende dag probeerde ik het weer.
Nu zat het stel gezellig voor de caravan een biertje te drinken.
Met enige schroom stapte ik erop af.

Nu is mijn ervaring dat als je zelf iets vriendelijks vraagt, mensen vaak behulpzaam zijn.
Dus ik vertelde hoe leuk ik hun caravannetje vond, dat ik graag ook een T@b wilde, maar dat ik me wat zorgen maakte of ik er wel in kon staan.

Enthousiast vertelde het jonge paar dat ze 'm van zijn ouders hadden overgenomen, die hem in wilde ruilen voor een camper.
('Nou, en toen zeiden wij...').

Ik hou van dit soort verhalen.

Enfin, ik mocht zelf even passen of ik er in kon staan met mijn 1.83 meter, maar dat bleek helaas niet het geval te zijn.

De volgende dag had ik het er over met Zus, die onze moeder kwam halen.
Nee, dat je er niet in kunt staan, is niet handig, verwoordde Zus wat ik zelf ook al had geconcludeerd.
Kun je er dan niet beter één met een klep achterin nemen waar de keuken in zit?
Ik dacht aan mijn miniatuurtje thuis:
Zus had er nog niet zo lang geleden eentje op een campingbeurs zien staan.
(Een echte hè, geen miniatuur. Hoewel ze natuurlijk van zichzelf niet reusachtig zijn).

Ik ging googelen en daar was ie hoor: de prentjescaravan.
Helemaal van hout, handgemaakt in Letland en in Nederland te koop.
Ze hebben 'm ook in andere materialen, maar ik ga voor Woody.   
Met voor een bed dat ook een bankje kan worden, en achterin een keuken (met ook een doorgang naar voren).
En zo laag dat geen mens er in kan staan, maar dat is ook helemaal niet de bedoeling.
Nog even verder sparen.

zaterdag 21 juli 2018

prentje en de meisjes

Ik ben niet op zoek naar verhalen of foto's, ze komen naar mij toe.
Ik hoef ze alleen maar te herkennen.
Meebewegen op de golven, ik zei het al eerder.
Dus als ik vijf identiek geklede meisjes de strandopgang zie afstuiven terwijl ik deze net beklim om de auto te halen voor mijn moeder, kan ik niet anders dan mijn slippers uitschoppen en achter ze aan gaan.
Als door een magneet getrokken rennen ze allemaal naar zee.
Ik moet het op een holletje zetten om ze bij te houden.
Gelukkig hebben ze me niet in de gaten, waardoor ze hun onbevangenheid bewaren.
Ik wissel een glimlach uit met een jong stel dat aan de kustlijn zit.
'Horen ze bij jou?', vragen ze in het Engels.
'No, but they are too pretty together not to take pictures', antwoord ik.
De jonge vrouw wijst naar haar buik.
Ik zie nu pas dat ze zwanger is.
'It's a girl too', zegt ze stralend.
Be sure to buy a pink skirt', zeg ik lachend.
Dan volgen er nog twee moeders.
'Meisjes, hou je rokken nog even droog', smeekt er eentje.
Te laat.
De magneet trok te hard.
Ik denk dat het nichtjes zijn die op de foto moeten voor opa en oma.
Een beetje spijtig vermoed ik dat daar een geposeerde foto uit komt.
Het moment is namelijk al weg.

Als ik terugloop, zie ik Zoon met zijn 85-jarige oma voetje voor voetje de opgang beklimmen.
Voor haar is het een zware klim, maar net als ik prefereert ze het strand van ons vroegere huisje aan zee.
Ze wijst ergens naar en hij knikt geduldig.

Ik word overspoeld door een golf van dankbaarheid. 

donderdag 19 juli 2018

prentje en de vrijheid

In de morgen fiets ik naar het dorp voor wat boodschappen.
(Eigenlijk ging ik voor de nieuwe Elle Decoration maar die hebben ze niet bij de plaatselijke Spar.
Wel een heleboel Duitse roddelbladen).
Op het pleintje staat het kleinste (retro)kermisje dat ik ooit heb gezien.

Na mijn siësta kom ik tot de ontdekking dat het toiletpapier op is.
(Ik ontdek dit soort dingen altijd tussen 12.00 uur en 16.00 uur, als, U weet het inmiddels, de campingwinkel is gesloten).

De jongens zijn met de fietsen weg.
Dan maar lopend naar het kustdorpje om opnieuw naar de Spar te gaan.

Terwijl ik langs het strand loop, zie ik ik dat de golven geweldig zijn.
Kinderen spelen vol overgave in het water, en ik denk aan dat gevoel van vroeger.
Die magische golven.
De kunst was om nét het breekpunt te vinden dat ze tegen je aan kapot sloegen.
Een gilletje van plezier (en ook wel een beetje van de schrik).

Ik bedenk me spijtig dat ik mijn bikini niet bij me heb.
En dan opeens denk ik: 'lekker belangrijk'.
Ik trek mijn jurk over mijn hoofd en ren in mijn ondergoed de zee in.
Ik voel me lichter dan ik me in tijden heb gevoeld.

Als ik de camping weer oploop, is het 16.00 uur.
Voor de slagboom staat de T@B van mijn dromen:
De jongen van de campingwinkel doet net de deur open.

Gewoon meebewegen met de golven, dan komt alles goed.

woensdag 18 juli 2018

prentje's zomerdag

Ik ben bijna te laat voor de aqua aerobic.
Ik was er nog even in gedoken en ik slaap hier als een roos.
Om 1 minuut voor 9 gris ik mijn bikini van het droogrek en zonder mijn lenzen in loop ik de 50 meter naar het zwembad.
Gelukkig heeft de juf een oranje t-shirt aan en met mijn -5 hup ik zoveel mogelijk mee in het ritme, voor ik nog wat baantjes trek.

De pubers zijn zowaar al wakker dus ik loop gelijk maar naar het campingwinkeltje voor wat croissantjes, nadat ik me heb aangekleed.
Ik loop ik het liefst de hele vakantie in dezelfde linnen zomerjurk.
Een bikini, mijn zomerjurk, een sweater, schoon ondergoed, mijn zonnehoed en slippers.
Vroeger was dat al alles wat ik in mijn koffertje wilde stoppen.
Eigenlijk was ik al een minimalist voordat ik wist wat dat woord betekende.

Als ik terugkom van het winkeltje, hebben de pubers de tafel gedekt (haha, I wish).
Als ik terugkom, dek ik gauw de tafel buiten.
Aardbeitjes, frambozen, verse broodjes.

De jongens hebben Pokemon Go weer ontdekt en vertrekken vrijwillig op de fiets om zeldzame exemplaren te vangen.
Ik nestel me in de loungeset met mijn boek.
Tegen een uur of 12 vallen mijn ogen dicht.
Ik kruip in het hoekje onder de boom en houd een verkwikkende siësta.

De jongens zijn terug, ik ben weer wakker en bedenk opeens dat de campingwinkel vanaf 12 uur is gesloten.
Dan maar broodjes kroket bij het snackbarretje halen.

De pubermannen gaan zwemmen en ik vertrek naar het strand.
Vanmorgen is mijn extra smartrope bezorgd op de camping.
(Ik bedacht gisteren opeens dat ik deze ook gewoon online kon bestellen na een vruchteloze tocht langs diverse winkels).

Ik word steeds meer een 'hangmatpro'.
Bedacht dat ik mijn tas ook aan de hangmat kan bevestigen.
Zo hoef ik niet alleen bang te zijn dat het vloed wordt, maar kan ik er ook bij.

Het is het rustigste stukje van het strand en ik word bijna in slaap gewiegd door de schommelende hangmat en het ruizen van de zee.
Loom bedenk ik me dat ik om 17.00 uur mijn bestelde gegrilde kippetje moet ophalen bij de campingwinkel.
Ik lees nog wat appjes van vrienden die over de hele wereld vakantie vieren en prijs mezelf zo gelukkig.
Het lijkt wel hoe ouder ik word, hoe meer ik terugverlang naar de simpele geneugtes van mijn jeugd.
Bovendien weet ik steeds beter waar ik gelukkig van word (en waarvan niet).

Ik fiets terug door het Hollandse landschap en ben op tijd voor mijn kip.
Ook de jongens komen net uit het zwembad.
Ik schenk een glas wijn in, zet Summer Time op en ga schrijven.

En ik weet, er komen ook weer mindere tijden.
Maar dan heb ik deze dag om aan terug te denken.

Just a perfect day.

maandag 16 juli 2018

prentje en de hangmat

Ik had 'm al maanden in huis: de hangmat waarmee ik tussen de palen aan zee zou gaan liggen deze zomer.
Op de site van vtwonen heb ik zelfs nog een smartrope gekocht.

En toen was het moment eindelijk daar.

'Laat ik de verpakking maar in het huisje laten', denk ik nog smart.
Hmm. Heb ik nu niet TWEE van die dingen nodig?
Natuurlijk heb ik twee van die dingen nodig.
Ik hang 'm toch tussen twee palen!

Raar he, voor dit soort praktische zaken heb ik geen enkel benul.
Maar nu was daar ein-de-lijk mijn hangmatmoment en nou zou ik er in liggen ook.

Snel doorzoek ik het schuurtje op zoek naar een rolletje touw.
Geen touw te vinden.
(Wel is het 50 graden in het schuurtje dus heel lang zoeken doe ik niet).
Op naar de campingwinkel.
Gesloten tussen 12.00 uur en 16.00 uur.
Ik hoef U niet te vertellen hoe laat het is.

Snel fiets ik naar het dorp.
In het eerste het beste winkeltje koop ik een rolletje touw.

Het duurt drie afslagen tot ik mijn palen heb gevonden.
Maar daar zijn ze, hoor.

Terwijl ik alle blikken van de strandgangers op me voel gericht, pak ik mijn hangmat, smartrope en mijn bolletje touw.
Mij maken ze niet gek.

Geen mesje bij me om een stuk touw af te snijden.
Dan maar die f* bol in het zand laten glijden.
Ik kijk maar niet om me heen, en probeer me zo charmant mogelijk in de hangmat te vlijen.

BAF.
Met een harde knal kom ik keihard met hangmat en al op mijn billen in het zand terecht.

Touw afgebroken.
Ik kijk maar even niet om me heen.

Zoveelste poging.
Inmiddels begint mijn droomhangmatmomentje wel een kleine nachtmerrie te worden.
Ik maak een vierdubbele lus met een knoop-die-ik-er-nooit-meer-uit-ga-krijgen en leg me weer neder.

Ik hang.
Ik durf me amper te bewegen.
Maar o my, wat is dit goddelijk.
Een zacht briesje van zee kriebelt mijn buik.
Mijn zomerjurk gebruik ik als kussentje.
Mijn rieten zonnehoed fungeert als zonnescherm.
'Meer dan dit heb ik niet nodig', denk ik gelukzalig.
Enthousiast app ik Zoon en zijn vriendje die op de camping zijn achtergebleven.
Nou ben ik mijn plekje weer kwijt.

Maar mooi dat mijn touw ook twee pubers houdt.

woensdag 11 juli 2018

prentje en de vakantie

Bent U klaar voor de zomereditie van de wanna be minimalist? 

Ik heb geen materiële wensen, behalve eentje: een retro caravannetje. 
O my, ik ben zo'n carafan. 
Dat heb ik van mijn moeder. 

Vanaf het moment dat ik kon lopen, brachten we onze vakanties door in onze caravan in Schoorl. 
Vakantie = caravan + zee.  

Nou moet ik eerlijk zeggen dat we vroeger een enorm lelijke grote stacaravan hadden, inclusief bad. 
Man, dat hadden we thuis niet eens. 
En wát voor een bad. 
Een roze.
Het duurde úren voordat dat ding vol was dankzij het kleine geisertje.

Mijn lievelingsjeugdherinneringen spelen zich allemaal af in en rondom die caravan.
Op de fiets naar zee. 
De hand van mijn lieve papa in mijn nek.
Mij voortduwend, want voor kleine beentjes was het nog best een stuk.  
(In mijn gedachten duwt hij me nog steeds voort.)

En dan rozig terug in de caravan. 
Saté-stokjes, doperwtjes en gebakken aardappeltjes, die mijn moeder had klaargemaakt.
Mijn vader, die altijd zei hoe lekker mijn moeder weer had gekookt voor ons.
Maar eerst nog in dat bad, om de zand tussen mijn tenen weg te spoelen. 

En daarna meteen in slaap vallen in dat kleine knusse slaapkamertje. 
In de Twijfelaar met de kuil in het midden, waardoor ik altijd aanrolde tegen Zus.
Of tegen een vriendinnetje dat mee mocht. 

Mijn hoogst originele moeder is naast zee- en carafan ook nogal wispelturig en impulsief. 
De caravan werd verkocht.
Ik kan nóg voelen wat dat met me deed. 
Maar ze kon niet lang zonder. 
En wij eigenlijk ook niet. 
Nou, behalve mijn vader dan. 

Dus volgde er een lange rij van caravans in allerlei soorten en maten. 
De laatste heb ik overgenomen toen ze er niet meer naartoe konden; voor U wellicht nog bekend als Het kleine huis aan zee.
Hier heb ik ook afscheid van moeten nemen, zoals U misschien wel weet. 
De grond ligt nu braak, geduldig te wachten op de onbetaalbare vakantievilla's die hier ongetwijfeld zullen verrijzen.
Kostbare plek. 
Zoon koestert gelukkig dezelfde warme herinneringen als ik. 

En mijn moeder, mijn moeder heeft onze hele familie aangestoken met haar caravanvirus. 
Niet alleen mijn broer, maar ook Zus hebben allebei een chalet op dezelfde camping, nog geen vijf kilometer van Het kleine huis aan zee.   

Net als vorig jaar mag ik deze zomer twee weken gebruik maken van Zus' chalet samen met Zoon. 

Ook mijn 85-jarige moeder komt een nachtje logeren. 
Toen Zus het chalet kocht, was het eerste dat ze vroeg: 'zitten er wel wielen onder?'
Mijn lieve gekke moeder, die vroeger al het liefst met het circus mee zou gaan. 
Ik hoop dat we samen herinneringen op kunnen halen.

Misschien wel terwijl we samen op het trappetje voor de deur zitten.  
Want hoewel het ons aan luxe niets ontbreekt, zit ik daar toch het liefst. 

Met een kop koffie te dromen van een klein rond caravannetje.
Die ik ooit nog eens achter mijn Fiatje hoop te koppelen.   

woensdag 4 juli 2018

prentje en de Tiny Houses

Ik koester een hartstochtelijke obsessie voor tiny houses.
Onlangs kocht ik dit boek, met als ondertitel 'Minder huis, meer leven'.

Is het een verlangen naar compactheid, naar overzicht?
Wat ik wél weet, is dat ik snel overprikkeld ben.
Een tijdje geleden was ik in een enorm huis.
Er was van alles veel: veel oppervlakte, veel spullen, veel kinderen, veel druk, veel verwachtingen.
Wat verlangde ik naar mijn huisje.

De afgelopen weken heb ik mijn Pluk-van-de-Petteflet-huis weer eens onder handen genomen.
De kleuren bracht ik terug naar een natuurlijke, warme tint.
Rust, eenheid.
Tijdens het verven zette ik alle planten bij elkaar, en dat heb ik dat zo maar gelaten.
Net als ik mijn beschadigde muur maar zo liet (iets te fanatiek met het verwijderen van een oude verflaag).
Eigenlijk vind ik de muur zo wel passen bij mijn Deense potjes.

Net als dit huisje mij past.

zondag 1 juli 2018

prentje en de HKU

Wonderlijk. 
Magisch hoe creativiteit werkt. 

De beste manier om je (weer) ergens thuis te voelen, is het zo eigen mogelijk maken van je plek. 
Mijn huisje is mijn proeftuin. 
Waar ik naar hartelust kan experimenteren met verf en styling. 
Doorgeslagen in mijn roze-obsessie verfde ik mijn slaapkamer 'millennial pink' en hing ik ook gordijnen op in die kleur. 

Ok, dit klinkt iets eenvoudiger dan het in werkelijk is gegaan. 
De waarheid is namelijk dat het eerste paar een weeffout bleek te hebben. 
Zo hadden de gordijnen die 's avonds zo leuk leken, bij het opstaan een soort van bliksemschicht waar het licht veel feller doorheen kwam. 
Al mijn assertiviteit oprapend ging ik na mijn werk terug naar de Hema. 
'Waar zit de weeffout dan?', vroeg de vriendelijke meneer terwijl ik mijn gordijn op zijn verzoek over de toonbank drapeerde. 
O my. Welke van de twee gordijnen was het nu ook alweer? 
'Ik denk dat je het zo niet ziet', stamelde ik. 
'Het licht moet er echt op schijnen.'
De beste man haalde een trap en hing een voor een mijn gordijnen voor het raam, terwijl de zon achter de wolken verdween. 
'Hij moet in het felle licht', mompelde ik, terwijl ik het steeds warmer kreeg. 
De man, de gordijnen, de trap en ik gingen naar buiten. 
Midden in het winkelcentrum klom de man op de ladder, ondertussen mijn gordijn hooghoudend. 
Het had zó een Wes Anderson-scène kunnen zijn. 
En niets te zien meer hè. 
Ik voelde me net een bedrieger. 
'We sturen 'm gewoon terug hoor', zei de man troostend. 
'Ze zien het vast wel in de fabriek'. 

Enfin, inmiddels hing dus het tweede paar (met dank aan de Hema) maar was de combinatie met de roze muur toch iets too sweet
Het leek net of je in de binnenkant van een macaron sliep.

Gelukkig was ik nog wél tevreden met mijn roze muur in de gang, die ik inmiddels in een soort kunstwand had veranderd:
En nu kom ik eindelijk met omweg weer terug bij mijn intro, want tijdens een bezoekje aan het Textielmuseum bedacht ik me dat ik ook wel een tiet kon borduren. 
(Voor wie dit blog langer volgt: ik hou van contrasten. 
Ik hou van het contrast tussen een degelijke handwerktechniek als borduren en een sexy onderwerp):
Terwijl ik zo bezig was, bedacht ik me dat ik waarschijnlijk de enige op de wereld was die op dat moment een tiet aan het borduren was.

Maar wat schetste mijn verbazing toen ik afgelopen vrijdag de eindexamenexpo van de HKU bezocht: er was nog iemand zoals ik!

In een klein sfeervol hoekje hing het werk van Charissa van Dijk:
Ik wilde er wonen, in dat kleine hoekje van de oude Pastoefabriek. 
De rest van de tentoonstelling kwam amper meer binnen, als een magneet werd ik teruggetrokken naar die plek. 
Misschien kan ik wel een foto van haar kopen. 

Tiet voor thuis.