Drie weken geleden moest ik de relatie verbreken met iemand van wie ik veel houd.
In eerste instantie schakelde ik mijn afweermechanisme in. Hij moest weg, weg, weg. Weg uit mijn leven.
Ik blokkeerde hem. Op mijn telefoon, In mijn gedachten. Het hoofdstuk, nee, het hele bóek moest worden afgesloten. Ik moest door, en wel zo snel mogelijk.
Al snel bleek dat dit geen zin had. Als je acht jaar af en aan je leven met iemand deelt, bouw je een energetische band op die behoorlijk stevig is. Ontkennen heeft geen zin. Iemand buitensluiten ook niet, de liefde verdwijnt niet zomaar. Je kunt hard proberen de ander geen toegang meer te geven tot je leven en je hart, maar die weerstand kost zoveel energie. Het was het gekwetste kind in me dat reageerde. De verbinding kunstmatig proberen te ontkoppelen met maar één doel: jij mag mij geen pijn meer doen.
Dus deblokkeerde ik hem. Letterlijk en figuurlijk. Ging het gesprek aan. Dat was al helpend.
In eerste instantie was ik bang. Bang voor de eenzaamheid, bang voor het gemis. De week ervoor was mijn jongen vertrokken voor een half jaar naar Denemarken voor zijn studie. Daarnaast ben ik nog steeds aan het worstelen met mijn mentale gezondheid.
Dat is best veel. De eenzaamheid greep me af en toe naar de keel. Ik betrapte mezelf erop dat dacht: 'als er nu wat met me gebeurt, wie moeten ze dan bellen?' Ik heb geen partner meer, geen ouders, kind in het buitenland.
Never waste a good crisis. Ik had professionele hulp nodig. Want hoe goed bedoeld het advies van familie en vrienden ook; ze reflecteren toch vaak vanuit hun eigen referentiekader. Gelukkig was die professionele hulp al voorhanden. Ik vind het daarbij cruciaal om te kijken naar mijn eigen aandeel; het is niet eerlijk om alleen naar de ander te wijzen (een ander bekend afweermechanisme: de zogenoemde 'Valse Macht'). Systeemtherapie maakt voor mij veel duidelijk: de relatie met je ouders is een blauwdruk voor je latere romantische relaties. Met een moeder die dan weer wel, dan weer niet beschikbaar was, heb ik een gedesorganiseerde hechtingsstijl ontwikkeld die voor veel verwarring kan zorgen in een relatie. Inzicht in je eigen handelen is de eerste stap naar verandering. Je kunt een patroon namelijk alleen doorbreken als je de dynamiek erachter begrijpt. En soms maakt dat ook verdrietig. Het boek dat ik nu lees, heeft de toepasselijke titel: 'Wat ik eerder had willen weten'.
Daarnaast merkte ik dat alleen praten me onvoldoende zou helpen. Dat was óók nodig, maar ik moest daarnaast uit mijn hoofd, in mijn lichaam. Weten is niet alleen denken, weten is vooral ook voelen. Ik nam daarom contact op met een rebalancing therapeut. Tijdens mijn eerste afspraak kon ik alleen maar huilen. Dat was helemaal niet erg. Ik leerde opnieuw dat alle gevoelens in golven komen. Ook het verdriet. Meebewegen, niet verzetten. Niet om te zien in wrok en frustratie. Ik vind liefdesverdriet zo ongeveer de kutste pijn die er is. En mán, wat doet het pijn. En het gemis; ja, dat is heel groot. Want er was ook zoveel wél.
En af en toe is de zee ook kalm. Je kunt de dingen niet loslaten, dingen laten jou los als het tijd is.
'Kwetsbaarheid is meest accurate manier om moed te meten', citeerde Merel van Vroonhoven Brené Brown in de Volkskrant. Daar geloof ik in. En in delen. Wezenlijke gesprekken voeren met mensen die er al voor je waren, en op je pad komen. En soms zijn woorden overbodig en is alleen een knuffel al genoeg.
Het is deze week ook zeven jaar geleden dat mijn vader overleed. Ik vind het fijn om herinneringen op te halen, over hem te praten. In verbinding te blijven. Niet door het boek te sluiten dat ik kind-af ben. Hij is nog bij me, in mijn hoofd en in mijn hart. Net als mijn moeder, net als mijn voormalige lief.
Wat ik voel, mag er zijn. Ik ga het niet meer uit de weg. Stilstaan bij alles wat er was, met dankbaarheid. Voor alle steun die ik van hem heb ontvangen, ook tijdens het overlijden van mijn ouders. Ze hebben gedaan wat ze konden; ik draag ze niets na. Dit is een periode van rouw, maar dat is niet erg. Ik kan het aan.
We zijn complexe figuren met zoveel lagen en we worden door mensen geraakt en gevormd. We hebben allemaal een rol en zijn hier vooral om van elkaar te leren. Daar bewust van zijn. En niet proberen krampachtig te vergeten door continu afleiding te zoeken of bevestiging door een ander.
Niet de energie steken in zoeken, maar het (laten) vinden.