'Yoshua van de Sandbar acht de kans op zeevonk vanavond 100 procent. Ga je mee?'
'Wat is zeevonk?' appt Zoon terug.
Google maar even, reply ik.
'O, dat is wel vet, ja', krijg ik even later.
'Ik ga mee.'
Ik wil al jaren zo graag zeevonk zien.
Zus weet dat en vertelde vorige week dat er dit seizoen veel zeevonk in Petten gesignaleerd is.
Nu appt ze Yoshua's voorspelling.
Ik bedenk me niet en app terug dat we eraan komen.
Probleem met zeevonk is: je kunt niet voorspellen wanneer het verschijnt.
Het minuscuul lichtgevend diertje licht alleen op onder de perfecte omstandigheden.
Vaak als het een paar dagen warm is geweest zonder veel wind.
'Ik vind dat ik wel een coole moeder heb in vergelijking met anderen', zegt Zoon.
Ik kijk hem vragend aan.
'Dat je gewoon denkt op vrijdagmiddag: we stappen in de auto en rijden naar zee voor een kans op zeevonk. Dat vind ik wel cool.'
We staan in de file, maar de missie voelt nu al geslaagd: zeevonk of niet.
Het voelt een beetje als oudejaarsavond.
Zeevonk is alleen te zien als het echt donker is, en dat is op het moment pas rond half 12.
De avond duurt lang, maar is aangenaam.
De verwachtingen hangen in de lucht.
Rond een uur of 10 houden we het niet langer en vertrekken alvast richting zee.
Ondanks het late tijdstip is het een drukte van belang op het strand.
Fotografen staan klaar met camera's op statieven alsof het een premiere betreft.
'Ik heb het vanmiddag al gezien', zegt een van de fotografen.
'Overdag ziet het er rozekleurig uit.'
Ik vraag me af of het nu de bruinige alg is waar ik tussen zwom en dat op mijn lichaam bleef plakken. Er werden al grappen gemaakt dat ik zelf licht ging geven.
'Maar als het nu gaat regenen?', vraagt Zus bezorgd.
Er hangt onweer in de lucht.
'Dan zie je het alleen nog maar beter door het gespetter', zegt de fotograaf resoluut.
Opgelucht kijken we elkaar aan.
Hoe later het wordt, hoe saamhoriger de sfeer.
We zijn allemaal op het strand met hetzelfde doel.
Af en toe beweegt iemand zijn hand of voet door het water.
'It started here yesterday. At this time', zegt het meisje naast me.
Alsof ze een soort talisman is, wijk ik niet van haar zijde.
En opeens lijkt het of ik een vonkje zie.
'Het gaat beginnen!', brul ik naar Zus.
De schuimkoppen lijken langzaamaan fluoriserend wit te worden.
De zee verandert in een Tim Burton-decor.
Pure magie van de natuur.
'Ik voel me een beetje Elsa uit Frozen', lacht Zoon.
'Maar dan met vuur.'
Het lijkt alsof er vonken spatten op de plek waar je je voeten zet.
Kleine lichtballetjes lichten op op je huid.
Een hond rent door de zee, een lichtgevende strook achter hem aan.
Ik doe verschillende pogingen om al het wonderbaarlijke vast te leggen, maar het lukt niet.
Niet meer dan een halfslachtig filmpje krijg ik uit mijn camera:
'Die kun je niet vastleggen of overbrengen met een toestel.'
Gelijk heeft hij.