vrijdag 11 mei 2018

prentje in Kopenhagen, 3

Wat me zo aanspreekt in keramiek, is de eenvoud en tegelijkertijd de complexiteit van het proces.
Er is een 'wheel' dat eenvoudig te bedienen is met een voetpedaal.
Geen technische snufjes of ingewikkelde trucjes.

Maar nu komt het complexe gedeelte: klei liegt niet.
Er valt niets weg te moffelen.
Heb je de lucht niet voldoende uit de klei 'gemasseerd'; dan heb je kans op luchtbellen.
Niet goed centreren betekent een valse start.
Tijdens het draaien moet je de klei 'gentle' behandelen en niet teveel vermoeien (serieus).

En daarna volgen er nog een aantal stadia waarin het flink mis kan gaan: de eerste keer dat het de oven uit komt ('biscuit') en blijkt dat al je bodems hebben losgelaten (overkwam een cursusgenoot).

Of dat je jouw werk te lang/kort in de glazuur dompelt.
En je moet het maar liefst drie keer in verschillende 'baden' onderdompelen - glans voor de binnenkant; mat transparant voor de buitenkant en nog een matte kleur(accent) voor de buitenkant. 
Het is dan ook nooit te voorspellen hoe het vervolgens (nog een keer) de oven uitkomt.
(Gelukkig kreeg ik dus van mijn docent een vaas cadeau om te glazuren, zie bovenste foto).
Zucht.
De reden dat ik hier zo over uitweid, is dat ik het mis.

Ik mis de eenvoud van mijn leventje daar.
Om 's morgens in de serre boven mijn bakje kwark naar buiten te kijken en het Deense straatleven te aanschouwen. (De Denen hebben echt andere gewoontes. Zo zetten ze hun kind op het zadel van de fiets en gaan er zelf naast lopen. Ik hoop voor ze dat ze dat alleen het laatste stukje doen; ik 'woonde' vlakbij een school.)

Daarnaast houden ze zich aan álle verkeersregels.
Zelfs als de (kruisende) weg is afgesloten, blijven ze wachten tot het stoplicht op groen springt.

Als een 'local' rond te fietsen en quasi- geïrriteerd te kijken naar klungelende toeristen op gele huurfietsen (de mijne was gelukkig gewoon een roestig bakkie).
Toen iemand me tijdens het wachten op groen (heel vaak dus) de weg vroeg en ik tot mijn spijt moest bekennen dat ik daar niet vandaan kom en hij smalend 'yeah, right' antwoordde, kon hij me op dat moment niet gelukkiger maken.     

Ik mis het licht in de studio; één van de oudste panden van de stad.
De verse salades voor de lunch aan de grote houten tafel in de winkel.
De lieve cursusgenoten met wie ik uit eten ging, brunchte in de zon, en het Design Museum bezocht.
En ik mis de simpelheid van een leven dat voor een week alleen om klei draaide. 
Ik droom over de winkel van Ditte Fischer van wie ik een vaasje kocht waar ik verliefd op ben:
Zucht.
Nog even en ik ga zelfs mijn docent missen.