We hebben een nieuw ritueel, Zoon en ik. Als ik uit mijn werk kom, kleed ik me razendsnel om en gaan we samen battelen met Just Dance op de Wiiiiiiii. Zelden lukt het me nog om te winnen.
Terwijl we naast elkaar staan te dansen, kijk ik met een schuin oog naar hem. Ik herinner me nog dat hij zo hard trapte in mijn buik, dat de verloskundige haar collega erbij haalde. Vol verbazing keken ze naar die gevulde buik, die in volle vaart van de ene kant naar de andere kant bewoog.
Op dat moment wist ik zeker dat het een jongetje werd.
En dat hij toen al aan het dansen was.
En zonder dat ik het door had, was het zomaar negen jaar later. En danst het bewegelijke jongetje van toen nog steeds door het leven.
Alles wat ik hoef te doen is naast hem staan, en af en toe bij te sturen.
Of hij stuurt mij bij. Als hij vindt dat ik te veel weg ben, gooit hij me dat voor de voeten en stormt boos het huis uit. Als ik een rotdag heb, slaat hij zijn armen om me heen en blijft even staan.
Meer niet. Maar meer is ook niet nodig.
Tussen twee dansnummers door, puffen we even uit op de bank. We maken van de gelegenheid gebruik om over de nieuwe tafelgroepjes in zijn klas te praten, en hoe deze tot stand zijn gekomen. Hij vertelt over klasgenootje X, die soms last heeft van driftbuien, en daar zelf het meest last van heeft.
'Maar dat zit allemaal achter haar oren, mam.'
En dan is het tijd om weer verder te dansen.