Ik ben zenuwachtiger dan Zoon. Samen met opa en oma, tante, neefjes, vriendinnen en vriendjes en uiteraard Man zitten we op de tribune te zweten. Letterlijk dan, want is het warm. Waarom schiet ik altijd vol bij dit soort momenten?
De hele familie juicht als hij in het water springt. En door het gat zwemt. En zijn diploma krijgt. We juichen en juichen en krijgen het warmer en warmer.
Hij is zo trots.
In zijn zwembroek staat hij ons op te wachten. Als enige. Het maakt hem niet uit dat de andere kinderen al aan het omkleden zijn. Hij ziet het niet eens. Hij wil ons zien, dus staat hij daar.
We gaan met z'n allen taart eten. Hij krijgt cadeaus. En straalt.
Mijn Zoon met zijn A-diploma.
zondag 29 mei 2011
vrijdag 27 mei 2011
dinsdag 24 mei 2011
prentje en de avondvierdaagse
'Volgens mij doen alle kinderen van de hele wereld mee aan de Avondvierdaagse', zegt Zoon. Het is inderdaad erg druk op het verzamelveld.
Van alle kanten komen kinderen in gekleurde t-shirtjes aanfietsen.
Ik kan er niets aan doen, maar ik schiet vol. Het ontroert me om mijn kind af te zetten die voor de eerste keer gaat meelopen. Automatisch denk ik terug aan mijn Avondvierdaagse, 100 jaar geleden. Op de 3e avond moest ik afhaken vanwege hooikoorts. Als troost had de juf aangeboden dat ik een keer bij haar thuis mocht komen eten. Het is er nooit van gekomen.
Maar goed, terug naar 2011. Zoon dolt met zijn vriendjes. Eindelijk mogen ze vertrekken. Man en ik fietsen terug naar huis om te eten. Als ik hem 5 kilometer later weer ophaal, komen de eerste kinderen alweer binnen. Daar komt Zoon. Hij zwaait enthousiast als hij me ziet. Gelukkig, hij heeft het gehaald, de kop is eraf. Normaal gesproken loopt hij nog geen kilometer zonder te zeuren, maar dit heel anders, natuurlijk.
'Wow, 5 kilometer!', zeg ik trots tegen hem. 'Weet je zeker dat het er geen 50 waren?', vraagt Zoon.
Dat wordt nog wat de komende dagen.
Van alle kanten komen kinderen in gekleurde t-shirtjes aanfietsen.
Ik kan er niets aan doen, maar ik schiet vol. Het ontroert me om mijn kind af te zetten die voor de eerste keer gaat meelopen. Automatisch denk ik terug aan mijn Avondvierdaagse, 100 jaar geleden. Op de 3e avond moest ik afhaken vanwege hooikoorts. Als troost had de juf aangeboden dat ik een keer bij haar thuis mocht komen eten. Het is er nooit van gekomen.
Maar goed, terug naar 2011. Zoon dolt met zijn vriendjes. Eindelijk mogen ze vertrekken. Man en ik fietsen terug naar huis om te eten. Als ik hem 5 kilometer later weer ophaal, komen de eerste kinderen alweer binnen. Daar komt Zoon. Hij zwaait enthousiast als hij me ziet. Gelukkig, hij heeft het gehaald, de kop is eraf. Normaal gesproken loopt hij nog geen kilometer zonder te zeuren, maar dit heel anders, natuurlijk.
'Wow, 5 kilometer!', zeg ik trots tegen hem. 'Weet je zeker dat het er geen 50 waren?', vraagt Zoon.
Dat wordt nog wat de komende dagen.
maandag 23 mei 2011
prentje en de cadeautjes
Het was een weekend vol cadeautjes. Niet in materiële zin, maar meer als kleine geluksmomentjes. Genieten van ons vakantiehuisje. Op ons terras aan zee zitten met een Mexicaans biertje. Man de krant, Zoon de Donald Duck en ik de Viva. Daarin een rapportage tegenkomen over 5 fotografen. De BBQ voor het eerst weer aan. Veel te veel vlees hebben, en Zoon die vervolgens al zijn vriendjes uitnodigt: 'jongens, hier is eten!' Een vriendje die vervolgens aankondigt ook wel te willen komen ontbijten. Een shirtje vinden in de goede groene kleur. Een nieuw lunchtentje waar ze net zoveel aandacht besteden aan de presentatie als aan het eten zelf (broodje makreel in een Italiaanse krant, tosti op stokjes). Fietsen langs het paadje waar ik als kind ook fietste. Kennismaken met een nieuwe buurvrouw die niet alleen hetzelfde vak beoefent, maar dit ook doet op de plek waar ik 12 jaar geleden zat. 'Ken je die, zat die er al?' Zoon die de hele dag op zijn blote voeten over het gras rent. Een waterbaan vinden en de rust om uren naar Zoon te kijken die met modder en water speelt. Mijn nieuwe Hipstamatic-lenzen uitproberen. Een prachtig boek kopen van Christine Otten en Erik Kessels, waarin ze een verhaal hebben verzonnen rondom gevonden polaroids (met hierin de foto's verwerkt) wat zo mooi ontroerend prachtig is.
Geluksmomenten zijn de mooiste cadeautjes die er zijn. Ik voel me rijk dat ik ze herken.
En toen werd het weer maandag.
Geluksmomenten zijn de mooiste cadeautjes die er zijn. Ik voel me rijk dat ik ze herken.
En toen werd het weer maandag.
vrijdag 20 mei 2011
prentje en het briefje
We hadden de moed al bijna opgegeven (nee hoor). Maar vanmiddag was het dan zo ver: Zoon kreeg eindelijk zijn briefje dat hij mag afzwemmen. Volgende week.
We zijn dan ook al een tijdje bezig (ruim 1,5 jaar; gevoelstijd 3 jaar) en vorige keer zaten we er bijna bij.
Hij mocht al een tijdje Met Kleren Aan, tot hij 2 maanden terug opeens huilend in de kleedkamer stond. Hij kon opeens niet meer door Het Gat. 'Het zit tussen zijn oren', zei Meester J, 'zijn briefje ligt al klaar'. Zoon eindeloos met Man oefenen tot het verdwenen was tussen zijn oren. Vervolgens was zijn borstcrawl niet goed. Zoon weer extra oefenen. En toen... was er weer iets. En kreeg Zoon geen briefje.
'Ik zou gewoon eisen dat hij mag afzwemmen en de examinator het laten beoordelen', zei mijn collega stoer. Maar eisen is niet zo mijn stijl, en als de examinator hem ook zou afwijzen op het afzwemfeest zelf (voor de ogen van alle prentjes) zou het drama niet te overzien zijn. Dus ik kocht maar weer braaf een kaart voor nog acht lessen.
En nu was het dan eindelijk zo ver. Trots zit hij bij me achterop de fiets. 'Het heeft wel moed, zweet en tranen gekost', zegt hij met enig gevoel voor drama.
Dat heeft het, Zoon. Maar dat maakt de overwinning extra zoet.
We zijn dan ook al een tijdje bezig (ruim 1,5 jaar; gevoelstijd 3 jaar) en vorige keer zaten we er bijna bij.
Hij mocht al een tijdje Met Kleren Aan, tot hij 2 maanden terug opeens huilend in de kleedkamer stond. Hij kon opeens niet meer door Het Gat. 'Het zit tussen zijn oren', zei Meester J, 'zijn briefje ligt al klaar'. Zoon eindeloos met Man oefenen tot het verdwenen was tussen zijn oren. Vervolgens was zijn borstcrawl niet goed. Zoon weer extra oefenen. En toen... was er weer iets. En kreeg Zoon geen briefje.
'Ik zou gewoon eisen dat hij mag afzwemmen en de examinator het laten beoordelen', zei mijn collega stoer. Maar eisen is niet zo mijn stijl, en als de examinator hem ook zou afwijzen op het afzwemfeest zelf (voor de ogen van alle prentjes) zou het drama niet te overzien zijn. Dus ik kocht maar weer braaf een kaart voor nog acht lessen.
En nu was het dan eindelijk zo ver. Trots zit hij bij me achterop de fiets. 'Het heeft wel moed, zweet en tranen gekost', zegt hij met enig gevoel voor drama.
Dat heeft het, Zoon. Maar dat maakt de overwinning extra zoet.
zaterdag 14 mei 2011
prentje en de wiebeltand
'Ik hoop niet dat mijn tand eruit gaat als ik ga logeren', zegt Zoon. 'Ik ook niet', zeg ik, want wiebeltanden moeten er gewoon thuis uit gaan. Zodat ze onder het kussen kunnen worden gelegd, waarna de Tandenfee ze op kan komen halen.
Enfin, Zoon gaat dus logeren. Bij een vriendje. Nou gebeurt dat niet zo vaak, dus Man en ik nemen het er even van. Eerst uit eten op een terras, en vervolgens in hetzelfde gebouw (Louis Hartlooper complex) naar een Franse film (Angele et Tony). Ik hou erg van filmhuisfilms. En helemaal als ze uit Frankrijk komen, dus dat komt mooi uit.
Vlak voordat de film begint, krijgen we een sms'je. Zoon heeft goed gegeten (jahaa, wel altijd bij anderen) en gaat nu slapen. De mama van het vriendje eindigt haar sms'je met: 'wat hebben jullie toch een heerlijke Zoon.' Vervuld van moedertrots begin ik aan de film. Waarin de relatie tussen een moeder en haar zoon centraal staat. Fijn.
Als we thuiskomen, valt de stilte over me heen. Kon ik hem nu maar even een knuffel geven.
Thuis zijn en toch heimwee hebben.
De volgende ochtend sta ik te popelen om hem op te halen. Hij kijkt nauwelijks op als ik de kamer binnen kom. 'O hoi mam, mag ik nog even blijven spelen?'
Nee, Zoon, dat mag niet, want je moeder wil met je knuffelen. Zijn wiebeltand zit er trouwens nog in. Die valt er pas uit als hij vijf minuten thuis is. Blijkbaar wil de wiebeltand ook graag thuis worden opgehaald door de tandenfee.
De hele middag zit hij met zijn tong tussen zijn tanden. Hij slist nu ook een beetje, wat hem nog charmanter maakt. Trots poseert hij in zijn kamertje.
Als het bedtijd is, wordt hij wat stiller. Als ik vraag wat er aan de hand is, geeft hij aan dat hij met een dilemma zit. Het was zijn gelukstand, en als hij hem onder zijn kussen legt, is hij hem kwijt. Maar als hij dat niet doet, loopt hij een euro mis.
Hij besluit toch eieren voor zijn geld te kiezen. 'Ik mis mijn tand', zegt hij terwijl hij me met zijn grote blauwe ogen droevig aankijkt.
Aantekening voor de tandenfee: niet vergeten de tand vanavond op te halen.
Enfin, Zoon gaat dus logeren. Bij een vriendje. Nou gebeurt dat niet zo vaak, dus Man en ik nemen het er even van. Eerst uit eten op een terras, en vervolgens in hetzelfde gebouw (Louis Hartlooper complex) naar een Franse film (Angele et Tony). Ik hou erg van filmhuisfilms. En helemaal als ze uit Frankrijk komen, dus dat komt mooi uit.
Vlak voordat de film begint, krijgen we een sms'je. Zoon heeft goed gegeten (jahaa, wel altijd bij anderen) en gaat nu slapen. De mama van het vriendje eindigt haar sms'je met: 'wat hebben jullie toch een heerlijke Zoon.' Vervuld van moedertrots begin ik aan de film. Waarin de relatie tussen een moeder en haar zoon centraal staat. Fijn.
Als we thuiskomen, valt de stilte over me heen. Kon ik hem nu maar even een knuffel geven.
Thuis zijn en toch heimwee hebben.
De volgende ochtend sta ik te popelen om hem op te halen. Hij kijkt nauwelijks op als ik de kamer binnen kom. 'O hoi mam, mag ik nog even blijven spelen?'
Nee, Zoon, dat mag niet, want je moeder wil met je knuffelen. Zijn wiebeltand zit er trouwens nog in. Die valt er pas uit als hij vijf minuten thuis is. Blijkbaar wil de wiebeltand ook graag thuis worden opgehaald door de tandenfee.
De hele middag zit hij met zijn tong tussen zijn tanden. Hij slist nu ook een beetje, wat hem nog charmanter maakt. Trots poseert hij in zijn kamertje.
Als het bedtijd is, wordt hij wat stiller. Als ik vraag wat er aan de hand is, geeft hij aan dat hij met een dilemma zit. Het was zijn gelukstand, en als hij hem onder zijn kussen legt, is hij hem kwijt. Maar als hij dat niet doet, loopt hij een euro mis.
Hij besluit toch eieren voor zijn geld te kiezen. 'Ik mis mijn tand', zegt hij terwijl hij me met zijn grote blauwe ogen droevig aankijkt.
Aantekening voor de tandenfee: niet vergeten de tand vanavond op te halen.
dinsdag 10 mei 2011
prentje en moederdag
Bij de Hema had ik een leuke make-it-yourself sleutelhanger gezien. Omdat je bij mannen vrij direct moet zijn (hinten is geen optie, heb ik meermalen gemerkt), gaf ik door dat deze me erg leuk leek voor moederdag.
'Het is best nog een klus om 'm te maken', riep Man van boven. Zoon had natuurlijk weer zijn snor gedrukt, en zo kwam het dat Man op zolder dat ding in elkaar zat te zetten. De lieverd.
En toen brak Moederdag aan. En na het ontbijt op bed kwamen de cadeaus. En kreeg ik eindelijk mijn sleutelhanger.
Verbaasd keek ik naar het konijn/hondje dat ik in mijn handen hield. 'Ik bedoelde eigenlijk die met al die lintjes, met liefste mama enzo erop', kon ik niet nalaten te zeggen. Maar ik zag ook wel dat het heel lief was dat Man op zolder al die kraaltjes voor mij had zitten rijgen.
Toevallig was er een Hema in de buurt open en heb ik alsnog die andere sleutelhanger gekocht (zo ben ik dan ook wel weer). Die ik 's avonds zelf maar in elkaar heb gezet.
Want eigenlijk vind ik mezelf wel de liefste mama.
'Het is best nog een klus om 'm te maken', riep Man van boven. Zoon had natuurlijk weer zijn snor gedrukt, en zo kwam het dat Man op zolder dat ding in elkaar zat te zetten. De lieverd.
En toen brak Moederdag aan. En na het ontbijt op bed kwamen de cadeaus. En kreeg ik eindelijk mijn sleutelhanger.
Verbaasd keek ik naar het konijn/hondje dat ik in mijn handen hield. 'Ik bedoelde eigenlijk die met al die lintjes, met liefste mama enzo erop', kon ik niet nalaten te zeggen. Maar ik zag ook wel dat het heel lief was dat Man op zolder al die kraaltjes voor mij had zitten rijgen.
Toevallig was er een Hema in de buurt open en heb ik alsnog die andere sleutelhanger gekocht (zo ben ik dan ook wel weer). Die ik 's avonds zelf maar in elkaar heb gezet.
Want eigenlijk vind ik mezelf wel de liefste mama.
zondag 8 mei 2011
prentje en Ninjago
Zaterdag 13.00 uur was Nederland het warmste land van Europa. En waar was ik? Op het strand? Op een terras?
Nop, ik bevond me op dat moment in een bioscoop in Rotterdam. Samen met 475 stuiterende zes-, zeven- en achtjarigen. Ondertussen de lichaamsgeur opsnuivend van hun geïrriteerde ouders.
Hoe dat zo is gekomen? Zoon had maanden geleden samen met zijn vader een paar vragen beantwoord op internet over Lego Ninjago. Tot mijn grote schrik ontvingen we even later een mail: 'Gefeliciteerd! Jij bent geselecteerd om de vijfde Ninja te worden op het Lego Ninjago-trainingskamp!'
Sindsdien ging het hier over weinig anders meer. Alleen koninginnedag bracht even verlichting. Maar daarna was het vizier weer gericht op het Ninjago-trainingskamp, waar hij ook nog eens twee vriendjes voor mocht uitnodigen.
En afgelopen zaterdag was het dan eindelijk zo ver. Met drie stuiterballen gingen met de trein ('niet door het gangpad rennen jongens! Ik zei: niet door....') op weg naar Rotterdam, een stad waar de warmte van af droop. Nadat we al een tijdje buiten in de hitte in de rij hadden gestaan voor de toegangscontrole, konden we binnen gelijk aansluiten voor 'ontvang hier je Ninja-masker!' Het masker bleek een T-shirt te zijn dat handmatig door de Ninja-medewerkers om de hoofdjes van de bezwete kindjes werd geknoopt.
En net toen we na drie kwartier aan de beurt waren, werd deze activiteit afgesloten voor de grote Ninja-show. Inmiddels was ik zo verhit dat ik tegen een van de Ninja-medewerkers siste: 'Ik heb hier niet voor niets bijna een uur staan wachten. Geef die T-shirts maar hier, ik knoop ze zelf wel om die hoofden!' Het arme Ninja-meisje overhandigde me trillend drie T-shirts, die ik vervolgens natuurlijk niet op dezelfde manier om drie dreinende hoofdjes gevouwen kreeg. Maar geen nood, want ze waren al weer afgeleid door de show, waar een paar verklede mannen wat ingewikkelde oefeningen deden. Jammer dat we tegen hun ruggen aan moesten kijken door onze slechte positie. Ondertussen stond ik de hele show een meter van het arme Ninja-meisje, die me af en toe een bange blik toewierp. Ik probeerde terug te kijken met een blik van: 'Ik Ben Geen Bitch Maar Dit Soort Evenementen Halen Het Slechtste In Mij Naar Boven', maar het was al te laat. Het zou niet meer goedkomen tussen ons.
Na de show was het tijd voor de Ninja-film. Opnieuw was het toch weer wachten, dit maal voordat de bioscoopdeuren open zouden gaan. Ondertussen voelde ik een dringende behoefte om de microfoon in de keel van de omroeper te douwen die het nodig vond om om de drie minuten 'NNIINJAAAGO' te schreeuwen. Gelukkig konden we toen net naar binnen.
Zoon en vriendjes hadden de film al op internet gezien en riepen de tekst synchroon mee, Man lag te snurken en ik probeerde alle ademhalingsoefeningen uit die ik ooit geleerd had.
Na een een uur werden we de warme ruimte weer ingeperst voor de wedstrijd: 'Wie wordt de vijfde Ninja?' 'Of de ruimte is te klein, of er zijn teveel kinderen', sprak een vader naast mij somber. 'We zijn in de Ninja-hel beland', antwoordde ik. 'Ja, in de onderwereld', grinnikte hij, refererend naar de Oscar-kanshebber waar we net een uur naar moesten kijken.
Afijn, na de eerste ronde lagen Zoon en een vriendje er uit, maar het andere vriendje was nog steeds in de race, dus we konden nog niet naar huis. Een kind zat inmiddels van top tot teen onder de chocola en de cola die hij tijdens de film over zijn broek had gegooid, en ik dacht na hoe ik dat zo aan zijn vader ging uitleggen, die hem later rechtstreeks bij ons thuis zou ophalen voor een weekendje weg.
Het laatste vriendje lag nu ook uit de competitie en met een goodie-bag ('dit doosje heb ik al'. Ik ook.') stonden we eindelijk buiten. Natuurlijk reed de trein voor onze neus weg en moesten we een half uur op een overhit station wachten. Terwijl ik net maar van ellende een blikje Heineken aan mijn mond wilde zetten, pakte een van de vriendjes (de meest kleverige) me vast bij mijn been.
'Dit was de mooiste dag van mijn leven', zei hij, terwijl hij me stralend aankeek.
'Ook die van mij', zei ik, al even stralend, terug.
Nop, ik bevond me op dat moment in een bioscoop in Rotterdam. Samen met 475 stuiterende zes-, zeven- en achtjarigen. Ondertussen de lichaamsgeur opsnuivend van hun geïrriteerde ouders.
Hoe dat zo is gekomen? Zoon had maanden geleden samen met zijn vader een paar vragen beantwoord op internet over Lego Ninjago. Tot mijn grote schrik ontvingen we even later een mail: 'Gefeliciteerd! Jij bent geselecteerd om de vijfde Ninja te worden op het Lego Ninjago-trainingskamp!'
Sindsdien ging het hier over weinig anders meer. Alleen koninginnedag bracht even verlichting. Maar daarna was het vizier weer gericht op het Ninjago-trainingskamp, waar hij ook nog eens twee vriendjes voor mocht uitnodigen.
En afgelopen zaterdag was het dan eindelijk zo ver. Met drie stuiterballen gingen met de trein ('niet door het gangpad rennen jongens! Ik zei: niet door....') op weg naar Rotterdam, een stad waar de warmte van af droop. Nadat we al een tijdje buiten in de hitte in de rij hadden gestaan voor de toegangscontrole, konden we binnen gelijk aansluiten voor 'ontvang hier je Ninja-masker!' Het masker bleek een T-shirt te zijn dat handmatig door de Ninja-medewerkers om de hoofdjes van de bezwete kindjes werd geknoopt.
En net toen we na drie kwartier aan de beurt waren, werd deze activiteit afgesloten voor de grote Ninja-show. Inmiddels was ik zo verhit dat ik tegen een van de Ninja-medewerkers siste: 'Ik heb hier niet voor niets bijna een uur staan wachten. Geef die T-shirts maar hier, ik knoop ze zelf wel om die hoofden!' Het arme Ninja-meisje overhandigde me trillend drie T-shirts, die ik vervolgens natuurlijk niet op dezelfde manier om drie dreinende hoofdjes gevouwen kreeg. Maar geen nood, want ze waren al weer afgeleid door de show, waar een paar verklede mannen wat ingewikkelde oefeningen deden. Jammer dat we tegen hun ruggen aan moesten kijken door onze slechte positie. Ondertussen stond ik de hele show een meter van het arme Ninja-meisje, die me af en toe een bange blik toewierp. Ik probeerde terug te kijken met een blik van: 'Ik Ben Geen Bitch Maar Dit Soort Evenementen Halen Het Slechtste In Mij Naar Boven', maar het was al te laat. Het zou niet meer goedkomen tussen ons.
Na de show was het tijd voor de Ninja-film. Opnieuw was het toch weer wachten, dit maal voordat de bioscoopdeuren open zouden gaan. Ondertussen voelde ik een dringende behoefte om de microfoon in de keel van de omroeper te douwen die het nodig vond om om de drie minuten 'NNIINJAAAGO' te schreeuwen. Gelukkig konden we toen net naar binnen.
Zoon en vriendjes hadden de film al op internet gezien en riepen de tekst synchroon mee, Man lag te snurken en ik probeerde alle ademhalingsoefeningen uit die ik ooit geleerd had.
Na een een uur werden we de warme ruimte weer ingeperst voor de wedstrijd: 'Wie wordt de vijfde Ninja?' 'Of de ruimte is te klein, of er zijn teveel kinderen', sprak een vader naast mij somber. 'We zijn in de Ninja-hel beland', antwoordde ik. 'Ja, in de onderwereld', grinnikte hij, refererend naar de Oscar-kanshebber waar we net een uur naar moesten kijken.
Afijn, na de eerste ronde lagen Zoon en een vriendje er uit, maar het andere vriendje was nog steeds in de race, dus we konden nog niet naar huis. Een kind zat inmiddels van top tot teen onder de chocola en de cola die hij tijdens de film over zijn broek had gegooid, en ik dacht na hoe ik dat zo aan zijn vader ging uitleggen, die hem later rechtstreeks bij ons thuis zou ophalen voor een weekendje weg.
Het laatste vriendje lag nu ook uit de competitie en met een goodie-bag ('dit doosje heb ik al'. Ik ook.') stonden we eindelijk buiten. Natuurlijk reed de trein voor onze neus weg en moesten we een half uur op een overhit station wachten. Terwijl ik net maar van ellende een blikje Heineken aan mijn mond wilde zetten, pakte een van de vriendjes (de meest kleverige) me vast bij mijn been.
'Dit was de mooiste dag van mijn leven', zei hij, terwijl hij me stralend aankeek.
donderdag 5 mei 2011
prentje en nijntje
'Als mijn vrienden erachter komen dat ik naar het nijntje-museum ga, sta ik voor paal', mompelde Zoon toen we voor het dick bruna huis stonden. Daar was ik al een beetje bang voor.
Ter ere van het 5-jarig jubileum heeft het Centraal Museum aan nationale en internationale ontwerpers, waaronder Jan Taminiau, Saskia van Drimmelen en Minä Perhonen, gevraagd een feestjurk voor het konijn te maken. Het resultaat is te bewonderen op de tentoonstelling 'nijntje in de mode'.
Voordat we het museum binnenstapte, hadden we er al een speurtocht op zitten. We waren op zoek naar een speeltuin in een ander gedeelte van Utrecht, maar konden deze nergens vinden. Toevallig stonden we wel opeens voor het park waar het Bevrijdingsfestival werd gehouden. 'Dan gaan we daar maar heen', dacht ik, maar zo simpel bleek het niet te zijn. Man, wat was het druk. We kwamen het terrein niet eens op.
Even later zaten we weer op de fiets, nu richting centrum. Ik wilde graag naar de nijntje-tentoonstelling maar had dus al zo'n voorgevoel dat Zoon dit niet meer stoer genoeg zou vinden. En dat klopte dus. Maar eenmaal in het museum, vermaakte hij zich prima. En ik ook.
Dick Bruna is zo'n voorbeeld voor alle (beginnende) vormgevers. De kunst van het weglaten beheerst hij als geen ander. Eigenlijk ben ik niet eens zo'n fan van nijntje; die heb ik iets te vaak gezien. Het is een soort 'Hotel California' van The Eagles, op een gegeven moment ben je er helemaal klaar mee. Nou ja, ik althans. Maar deze nieuwe interpretatie van het beroemde konijn vond ik wel leuk. Af en toe moest ik wel even een Japanner wegschuiven, want in Japan is onze Dick helemaal een held. En dat snap ik ook wel, de Japanners zijn gek op dit soort minimalistische vormgeving. Grappig om te zien dat de documentaire over Bruna in het museum in het Japans is ondertiteld. Waarin een klein land groot kan zijn.
En Zoon, ik zal niet tegen je vriendjes zeggen dat je met je moeder naar het nijntje-museum bent geweest. Als zesjarige is de mening van leeftijdsgenoten nog zo belangrijk. Dat snap ik ook wel. Maar ik hoop dat je, terwijl je opgroeit, hier steeds minder waarde aan gaat hechten. Dat werkt zo bevrijdend.
En niet alleen op 5 mei.
Ter ere van het 5-jarig jubileum heeft het Centraal Museum aan nationale en internationale ontwerpers, waaronder Jan Taminiau, Saskia van Drimmelen en Minä Perhonen, gevraagd een feestjurk voor het konijn te maken. Het resultaat is te bewonderen op de tentoonstelling 'nijntje in de mode'.
Voordat we het museum binnenstapte, hadden we er al een speurtocht op zitten. We waren op zoek naar een speeltuin in een ander gedeelte van Utrecht, maar konden deze nergens vinden. Toevallig stonden we wel opeens voor het park waar het Bevrijdingsfestival werd gehouden. 'Dan gaan we daar maar heen', dacht ik, maar zo simpel bleek het niet te zijn. Man, wat was het druk. We kwamen het terrein niet eens op.
Even later zaten we weer op de fiets, nu richting centrum. Ik wilde graag naar de nijntje-tentoonstelling maar had dus al zo'n voorgevoel dat Zoon dit niet meer stoer genoeg zou vinden. En dat klopte dus. Maar eenmaal in het museum, vermaakte hij zich prima. En ik ook.
Dick Bruna is zo'n voorbeeld voor alle (beginnende) vormgevers. De kunst van het weglaten beheerst hij als geen ander. Eigenlijk ben ik niet eens zo'n fan van nijntje; die heb ik iets te vaak gezien. Het is een soort 'Hotel California' van The Eagles, op een gegeven moment ben je er helemaal klaar mee. Nou ja, ik althans. Maar deze nieuwe interpretatie van het beroemde konijn vond ik wel leuk. Af en toe moest ik wel even een Japanner wegschuiven, want in Japan is onze Dick helemaal een held. En dat snap ik ook wel, de Japanners zijn gek op dit soort minimalistische vormgeving. Grappig om te zien dat de documentaire over Bruna in het museum in het Japans is ondertiteld. Waarin een klein land groot kan zijn.
En Zoon, ik zal niet tegen je vriendjes zeggen dat je met je moeder naar het nijntje-museum bent geweest. Als zesjarige is de mening van leeftijdsgenoten nog zo belangrijk. Dat snap ik ook wel. Maar ik hoop dat je, terwijl je opgroeit, hier steeds minder waarde aan gaat hechten. Dat werkt zo bevrijdend.
En niet alleen op 5 mei.
woensdag 4 mei 2011
prentje en 4 mei
Internet kan leiden tot mooie dingen. Zo heb ik via dit medium deze dame gevonden, en daar ben ik erg blij mee.
Een paar weken geleden hadden we voor het eerst afgesproken met nog een paar gelijkgestemde blogdames, en hadden we gelijk een klik. Vandaag kwam ze bij mij thuis koffie drinken en lunchen. Vervolgens gingen we samen nog even naar Utrecht, en zag ik dat ze op mijn muur met schoolbordverf 'Bedankt voor de lunch!' had geschreven. Dat heb je met juffen hè, zien ze een schoolbord, moeten ze er meteen op schrijven.
Nadat we in Utrecht een paar winkeltjes hadden bekeken (zo fijn als je het in een fourniturenzaak hebt over een roodkapjelint en de ander weet gewoon welke je bedoelt) liepen we over deze brug. Een Wild brei-project! Zo maar in mijn eigen stad, want zo voelt Utrecht wel nog steeds voor mij. Ik had het idee dat het bijna voor ons was gedaan, twee Wild brei-fans bij elkaar.
Een gedeelte was rood-wit-blauw, heel toepasselijk op deze dag van Nationale Dodenherdenking. Nadat we samen gezellig aan de gracht hadden gegeten, haastte ik me naar huis om de herdenking op televisie te zien. Eerst nog Zoon van straat plukken.
'Waarom moet ik dan naar binnen?' Omdat Dodenherdenking zo begint.' Wat is dat dan?' 'Dan herdenken we de mensen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid. En daarom zijn we twee minuten stil.' 'Ik wil niet twee minuten stil zijn!'
Nu is dit voor Zoon inderdaad een hele opgave, maar hij deed toch een poging. Braaf zat hij tussen Man en mij in naar de televisie te kijken.
Na een minuut vond hij het toch wel heel lang duren, en liep hij naar de keuken.
En toen, vlak voor het Wilhemus: 'Mam, iemand heeft wat op onze muur geschreven! Wat staat er nou?'
Deze twee minuten stilte werd (gelukkig) niet verstoord door een Damschreeuwer.
Maar wel door een zesjarige.
Een paar weken geleden hadden we voor het eerst afgesproken met nog een paar gelijkgestemde blogdames, en hadden we gelijk een klik. Vandaag kwam ze bij mij thuis koffie drinken en lunchen. Vervolgens gingen we samen nog even naar Utrecht, en zag ik dat ze op mijn muur met schoolbordverf 'Bedankt voor de lunch!' had geschreven. Dat heb je met juffen hè, zien ze een schoolbord, moeten ze er meteen op schrijven.
Nadat we in Utrecht een paar winkeltjes hadden bekeken (zo fijn als je het in een fourniturenzaak hebt over een roodkapjelint en de ander weet gewoon welke je bedoelt) liepen we over deze brug. Een Wild brei-project! Zo maar in mijn eigen stad, want zo voelt Utrecht wel nog steeds voor mij. Ik had het idee dat het bijna voor ons was gedaan, twee Wild brei-fans bij elkaar.
Een gedeelte was rood-wit-blauw, heel toepasselijk op deze dag van Nationale Dodenherdenking. Nadat we samen gezellig aan de gracht hadden gegeten, haastte ik me naar huis om de herdenking op televisie te zien. Eerst nog Zoon van straat plukken.
'Waarom moet ik dan naar binnen?' Omdat Dodenherdenking zo begint.' Wat is dat dan?' 'Dan herdenken we de mensen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid. En daarom zijn we twee minuten stil.' 'Ik wil niet twee minuten stil zijn!'
Nu is dit voor Zoon inderdaad een hele opgave, maar hij deed toch een poging. Braaf zat hij tussen Man en mij in naar de televisie te kijken.
Na een minuut vond hij het toch wel heel lang duren, en liep hij naar de keuken.
En toen, vlak voor het Wilhemus: 'Mam, iemand heeft wat op onze muur geschreven! Wat staat er nou?'
Deze twee minuten stilte werd (gelukkig) niet verstoord door een Damschreeuwer.
Maar wel door een zesjarige.
dinsdag 3 mei 2011
prentje en de Hipstamatic
Na twee jaar rondschuiven op zolder, heeft de schildpad eindelijk een keer nut gehad. Toen we van de week de zolder aan het leeghalen waren, kwam hij weer boven water.
Zoon had hem ooit een keer gewonnen op de Efteling, bij eendjes vangen. Natuurlijk aan het begin van ons bezoek, zodat we nog de hele dag met het beest op sleeptouw moesten. We hebben nog nooit zoveel aanspraak gehad in een pretpark.
Maar goed, toen we de spullen aan het uitzoeken waren voor Koninginnedag, kwam hij weer tevoorschijn. Zoon twijfelde of hij hem zou verkopen of niet. Tijdens een uitgebreide knuffelactie in de keuken besloot ik om mijn nieuwe Hipstamatic-rolletjes en -lenzen uit te proberen.
Wat ben ik dol op mijn Hipstamatic-app. Inmiddels heb ik alle mogelijke lenzen, rolletjes en flitsen gedownload, die ik onderling combineer. Elke keer is het weer een verrassing hoe de foto zich 'ontwikkelt'.
Ik hou van de krasjes, de overbelichte effecten, de retro-kleuren. Ik ben gek op de imperfectie van de foto's. En op de simpelheid. Het enige dat ik hoef te doen, is een knopje in te drukken.
Misschien spreekt me dat vooral ook aan. Bij mijn spiegelreflexcamera moet ik zoveel keuzes maken. Welke stand? Handmatig of automatisch? Inzoomen of juist niet? Welk diafragma?
Keuzes waardoor het fotograferen steeds meer een technisch gebeuren wordt. En ik ben niet zo van de techniek. Daarom twijfel ik nu of ik de SwankoLab zal downloaden, een nieuwe uitvinding van de Hipstamatic. Dit is een soort nagebouwde donkere kamer, waar je het proces van de foto-ontwikkeling nabootst, compleet met flesjes en kleurbaden. Dit brengt weer meer mogelijkheden mee, maar het wordt ook weer technischer. Ik twijfel nog even verder.
En ondertussen ligt de schildpad weer te slapen op zolder.
Zoon kon het toch niet over zijn hart verkrijgen om hem weg te doen.
Zoon had hem ooit een keer gewonnen op de Efteling, bij eendjes vangen. Natuurlijk aan het begin van ons bezoek, zodat we nog de hele dag met het beest op sleeptouw moesten. We hebben nog nooit zoveel aanspraak gehad in een pretpark.
Maar goed, toen we de spullen aan het uitzoeken waren voor Koninginnedag, kwam hij weer tevoorschijn. Zoon twijfelde of hij hem zou verkopen of niet. Tijdens een uitgebreide knuffelactie in de keuken besloot ik om mijn nieuwe Hipstamatic-rolletjes en -lenzen uit te proberen.
Wat ben ik dol op mijn Hipstamatic-app. Inmiddels heb ik alle mogelijke lenzen, rolletjes en flitsen gedownload, die ik onderling combineer. Elke keer is het weer een verrassing hoe de foto zich 'ontwikkelt'.
Ik hou van de krasjes, de overbelichte effecten, de retro-kleuren. Ik ben gek op de imperfectie van de foto's. En op de simpelheid. Het enige dat ik hoef te doen, is een knopje in te drukken.
Misschien spreekt me dat vooral ook aan. Bij mijn spiegelreflexcamera moet ik zoveel keuzes maken. Welke stand? Handmatig of automatisch? Inzoomen of juist niet? Welk diafragma?
Keuzes waardoor het fotograferen steeds meer een technisch gebeuren wordt. En ik ben niet zo van de techniek. Daarom twijfel ik nu of ik de SwankoLab zal downloaden, een nieuwe uitvinding van de Hipstamatic. Dit is een soort nagebouwde donkere kamer, waar je het proces van de foto-ontwikkeling nabootst, compleet met flesjes en kleurbaden. Dit brengt weer meer mogelijkheden mee, maar het wordt ook weer technischer. Ik twijfel nog even verder.
En ondertussen ligt de schildpad weer te slapen op zolder.
Zoon kon het toch niet over zijn hart verkrijgen om hem weg te doen.
zondag 1 mei 2011
prentje en kikkerdril
'Ik hou niet van skelteren, ik vind er niets aan om in een bos te lopen en pannenkoeken lust ik niet.'
Zoon had er duidelijk zin in vandaag.
Van mijn collega had ik de tip gekregen om naar pannenkoekhuis Hans en Grietje te gaan. Daar kon je -uiteraard - pannenkoeken eten, maar er was ook een kleine speeltuin bij met een skelterbaan. En het ligt naast een bos waar je lekker kon wandelen.
Maar goed, Zoon was nog steeds in de geldmood sinds zijn enorme opbrengt van de vrijmarkt ('Wat kost een mens eigenlijk?'; ik geloof dat hij nu overweegt om ons ook van de hand te doen) en voelde niets voor het uitje dat ik voorstelde.
'Dan gaan we maar fietsen naar Utrecht', zei ik tegen Man. Maar hoe mooi het weer er uitzag als je binnen zat - eenmaal op de fiets woei je er bijna af. En ik had geen zin in acht kilometer tegenwind.
Dus zaten we weer thuis. Opeens was ik het zat. 'We gaan gewoon naar Hans en Grietje en daarmee uit', brulde ik tegen Zoon, die voor de zoveelste keer zijn geld zat te tellen.
Eenmaal aangekomen in de polder bleek Dagobert toevallig deze skelterbaan wel leuk te vinden. Na een aantal rondjes racen stelde ik voorzichtig voor het bos in te gaan, me al schrap zettend tegen het hoongelach dat mij ten deel zou vallen. Maar wapperen met een speurtocht deed wonderen.
En zo belandden wij opeens in het decor van de film Kikkerdril. Althans, zo voelde het. We zagen heul veel kikkerdril, en libellen, en nog heel veel kriebelbeestjes. Zoon ging vijf keer heen en weer met het pontje en rende voor ons uit voor de volgende aanwijzing.
Sterker nog, toen we de korte wandeling hadden volbracht, wilde Zoon ook nog de lange wandeling gaan doen. Zoon! Die normaal niet van de bank te slepen is! Helaas deden we die per ongeluk achterstevoren, wat Zoon wel de kans gaf om iedereen die hij tegenkwam te vertellen dat hij nu zowel de korte als de lange wandeling deed. Ongelovig liep ik erachter te fotograferen.
Monter kwam hij aan bij het eindpunt, dat dus eigenlijk het beginpunt was, als u het nog begrijpt. Tevreden keek hij me aan.
'Zo, en nu wil ik een pannenkoek.'
Zoon had er duidelijk zin in vandaag.
Van mijn collega had ik de tip gekregen om naar pannenkoekhuis Hans en Grietje te gaan. Daar kon je -uiteraard - pannenkoeken eten, maar er was ook een kleine speeltuin bij met een skelterbaan. En het ligt naast een bos waar je lekker kon wandelen.
Maar goed, Zoon was nog steeds in de geldmood sinds zijn enorme opbrengt van de vrijmarkt ('Wat kost een mens eigenlijk?'; ik geloof dat hij nu overweegt om ons ook van de hand te doen) en voelde niets voor het uitje dat ik voorstelde.
'Dan gaan we maar fietsen naar Utrecht', zei ik tegen Man. Maar hoe mooi het weer er uitzag als je binnen zat - eenmaal op de fiets woei je er bijna af. En ik had geen zin in acht kilometer tegenwind.
Dus zaten we weer thuis. Opeens was ik het zat. 'We gaan gewoon naar Hans en Grietje en daarmee uit', brulde ik tegen Zoon, die voor de zoveelste keer zijn geld zat te tellen.
Eenmaal aangekomen in de polder bleek Dagobert toevallig deze skelterbaan wel leuk te vinden. Na een aantal rondjes racen stelde ik voorzichtig voor het bos in te gaan, me al schrap zettend tegen het hoongelach dat mij ten deel zou vallen. Maar wapperen met een speurtocht deed wonderen.
En zo belandden wij opeens in het decor van de film Kikkerdril. Althans, zo voelde het. We zagen heul veel kikkerdril, en libellen, en nog heel veel kriebelbeestjes. Zoon ging vijf keer heen en weer met het pontje en rende voor ons uit voor de volgende aanwijzing.
Sterker nog, toen we de korte wandeling hadden volbracht, wilde Zoon ook nog de lange wandeling gaan doen. Zoon! Die normaal niet van de bank te slepen is! Helaas deden we die per ongeluk achterstevoren, wat Zoon wel de kans gaf om iedereen die hij tegenkwam te vertellen dat hij nu zowel de korte als de lange wandeling deed. Ongelovig liep ik erachter te fotograferen.
Monter kwam hij aan bij het eindpunt, dat dus eigenlijk het beginpunt was, als u het nog begrijpt. Tevreden keek hij me aan.
'Zo, en nu wil ik een pannenkoek.'
Abonneren op:
Posts (Atom)