Enfin, inmiddels is het woensdagmiddag en wordt het wel eens tijd om aan de slag te gaan. Maar ik heb ook een spoedklus van mijn werk, een vriendin die een luisterend oor verdient, een studie-opdracht die nog af moet en inmiddels is ook de legendarische dag aangebroken dat Zoon geen enkel paar sokken meer heeft dat bij elkaar hoort.
Midden in de ravage van half afgemaakte bedden, rollen behang en schoenen die op-hoop-van-zegen de hele week voor onze zogenaamde open haard staan (want je weet nooit maar nooit met die Sint, volgens Zoon) beginnen we met de koekjes. Althans, we beginnen samen, want Zoon haakt snel af om naar 'Waar is het paard van Sinterklaas?' te kijken op tv. En zo sta ik, geheel tegen mijn principes in, in mijn eentje de kookkring van Zoon voor te bereiden.
Waarom moest ik nou weer zo nodig zeven verschillende kleuren marsepein kopen? Waarom veegde ik het stokbroodplan van tafel?
En waarom zien de koekjes er heel anders uit dan op het plaatje in de Allerhande?
En waarom zien de koekjes er heel anders uit dan op het plaatje in de Allerhande?
Wat wil ik toch altijd bewijzen?
Waarom wil ik de liefste moeder, de meelevendste echtgenote, de beste vriendin, de trouwste werknemer, de leukste ex, de aardigste collega, de grappigste blogger, de attentste zus en de creatiefste student zijn?
Nogmaals, wat wil ik bewijzen? Ten koste van mezelf? Want dat het niet ok is om continu te multitasken, heb ik inmiddels wel begrepen. Die signalen komen wel door.
En, terwijl ik een stuk marsepein in mijn mond stop en Man arriveert (die droog opmerkt dat ik effectief gebruik heb gemaakt van de ruimte in de keuken), realiseer ik me voor de zoveelste keer dat goed genoeg ook prima is.
En ik hou niet eens van marsepein. Te zoet.