maandag 11 juli 2016
vrijdag 1 juli 2016
prentje bij Coldplay
Het begon bij de yogales.
Zus belde. Vanwege de broze gezondheid van mijn vader had ik de telefoon op trilstand.
Ik zag dat het Zus was. Ik kon me niet meer concentreren op de oefeningen, dus ik ging met mijn telefoon naar de gang.
'O ja, je hebt yoga nu', zei Zus opgewekt. 'Ik wilde even met je overleggen wanneer we naar Sevilla zullen gaan, we moeten nu echt gaan boeken. Wat dacht je van 15 juni?'
'Ik heb de 16e een congres', antwoordde ik, verbaasd dat ik dat kon reproduceren, zo halverwege weggerukt van de Zonnegroet. 'Doe maar de week erna dan.'
Het begon eigenlijk nog eerder, afgelopen november om precies te zijn.
Vriendin T en ik hadden al jaren bovenaan op onze Bucket list staan dat we naar een concert van Coldplay wilde.
Sinds ik de dvd van de Mylo Xyloto Tour had ik gezien, wilde ik ook zo'n gekleurd bandje om mijn pols.
Ik weet niet meer waar we het hadden gehoord, maar ergens hadden we opgevangen dat ze in 2016 naar Nederland zouden komen.
En dat de kaartverkoop die dag begon.
Die dag maakten we kennis met de 'digitale wachtlijst'.
Lag je vroeger met je slaapzak voor de VVV om zeker te zijn van kaartjes (Youp van 't Hek is de enige man die me buiten heeft laten slapen); nu bel je ruimschoots voor de kaartverkoop 'in' en schuif je langzaam een plekje op.
Om zeker te zijn van een plek (je hebt het op je Bucket list of niet) 'stonden' T voor verschillende 'loketten'.
Waarvan eentje een soort commercieel 'tussenbureautje' bleek te zijn.
'Ik ben er door', riep T. 'Twee veldkaarten, wat we wilden. Ze zijn wel onwijs duur. Doen?'
'Doe maar', riep ik paniekerig. Ik had nog vele wachtenden voor me.
'Ik ben er nu ook door bij de officiële kaartverkoop', riep T, de mazzelaar.
'Deze kaarten zijn veel goedkoper, maar dan hebben we zitplaatsen.'
'Doe ook maar!', riep ik nog paniekeriger.
Vanaf november hebben we zitten peinzen of onze dure kaarten wel geldig zouden zijn.
Het zou ons toch niet gebeuren dat we bij de ingang geweigerd zouden worden?
Zo dichtbij en dan toch zo ver weg.
Enfin, ondertussen ging het leven ook gewoon door. Werken, yoga, hardlopen, musea.
En Zus en ik maakten dus plannen om naar Sevilla te gaan.
De ochtend na de yoga lag ik nog wat in bed te soezen. Blij dat we nu eindelijk geboekt hadden.
En opeens leek het of mijn hart in een ijzeren houdgreep werd gehouden.
Het concert van Coldplay.
Nee
Het zou toch nog niet
Niet de derde week van juni
Ik stapte uit bed om het te checken, maar eigenlijk wist ik het al.
Daarvoor zat de band om mijn hart te strak.
Om een lang verhaal kort te houden, uiteindelijk kon ik voor een klein fortuin de vliegtickets om boeken. Mijn collega kon mijn plek op het congres overnemen.
De extra zitkaarten voor het concert verkochten we via Marktplaats.
Dit is een erg lange inleiding voor een concert, dat realiseer ik me.
Over het concert zelf kan ik aardig kort zijn.
Wat een feest.
Alles werd uit de kast getrokken vanaf de eerste minuut.
Extase.
Prikkeling van alle zintuigen.
Kinderpartijtje voor volwassenen.
Alleen jammer dat het gekleurde bandje om mijn pols het niet deed. Gelukkig is T een van mijn liefste vriendinnen en weet ze dat ik de kleuter van ons tweeën ben.
Dus grootmoedig schoof ze haar lichtje om mijn pols. Friends forever.
Op naar nummer 2 op mijn Bucket list.
Benieuwd hoe daarvan de aanloop eruit gaat zien.
Zus belde. Vanwege de broze gezondheid van mijn vader had ik de telefoon op trilstand.
Ik zag dat het Zus was. Ik kon me niet meer concentreren op de oefeningen, dus ik ging met mijn telefoon naar de gang.
'O ja, je hebt yoga nu', zei Zus opgewekt. 'Ik wilde even met je overleggen wanneer we naar Sevilla zullen gaan, we moeten nu echt gaan boeken. Wat dacht je van 15 juni?'
'Ik heb de 16e een congres', antwoordde ik, verbaasd dat ik dat kon reproduceren, zo halverwege weggerukt van de Zonnegroet. 'Doe maar de week erna dan.'
Het begon eigenlijk nog eerder, afgelopen november om precies te zijn.
Vriendin T en ik hadden al jaren bovenaan op onze Bucket list staan dat we naar een concert van Coldplay wilde.
Sinds ik de dvd van de Mylo Xyloto Tour had ik gezien, wilde ik ook zo'n gekleurd bandje om mijn pols.
Ik weet niet meer waar we het hadden gehoord, maar ergens hadden we opgevangen dat ze in 2016 naar Nederland zouden komen.
En dat de kaartverkoop die dag begon.
Die dag maakten we kennis met de 'digitale wachtlijst'.
Lag je vroeger met je slaapzak voor de VVV om zeker te zijn van kaartjes (Youp van 't Hek is de enige man die me buiten heeft laten slapen); nu bel je ruimschoots voor de kaartverkoop 'in' en schuif je langzaam een plekje op.
Om zeker te zijn van een plek (je hebt het op je Bucket list of niet) 'stonden' T voor verschillende 'loketten'.
Waarvan eentje een soort commercieel 'tussenbureautje' bleek te zijn.
'Ik ben er door', riep T. 'Twee veldkaarten, wat we wilden. Ze zijn wel onwijs duur. Doen?'
'Doe maar', riep ik paniekerig. Ik had nog vele wachtenden voor me.
'Ik ben er nu ook door bij de officiële kaartverkoop', riep T, de mazzelaar.
'Deze kaarten zijn veel goedkoper, maar dan hebben we zitplaatsen.'
'Doe ook maar!', riep ik nog paniekeriger.
Vanaf november hebben we zitten peinzen of onze dure kaarten wel geldig zouden zijn.
Het zou ons toch niet gebeuren dat we bij de ingang geweigerd zouden worden?
Zo dichtbij en dan toch zo ver weg.
Enfin, ondertussen ging het leven ook gewoon door. Werken, yoga, hardlopen, musea.
En Zus en ik maakten dus plannen om naar Sevilla te gaan.
De ochtend na de yoga lag ik nog wat in bed te soezen. Blij dat we nu eindelijk geboekt hadden.
En opeens leek het of mijn hart in een ijzeren houdgreep werd gehouden.
Het concert van Coldplay.
Nee
Het zou toch nog niet
Niet de derde week van juni
Ik stapte uit bed om het te checken, maar eigenlijk wist ik het al.
Daarvoor zat de band om mijn hart te strak.
Om een lang verhaal kort te houden, uiteindelijk kon ik voor een klein fortuin de vliegtickets om boeken. Mijn collega kon mijn plek op het congres overnemen.
De extra zitkaarten voor het concert verkochten we via Marktplaats.
Dit is een erg lange inleiding voor een concert, dat realiseer ik me.
Over het concert zelf kan ik aardig kort zijn.
Wat een feest.
Alles werd uit de kast getrokken vanaf de eerste minuut.
Extase.
Prikkeling van alle zintuigen.
Kinderpartijtje voor volwassenen.
Alleen jammer dat het gekleurde bandje om mijn pols het niet deed. Gelukkig is T een van mijn liefste vriendinnen en weet ze dat ik de kleuter van ons tweeën ben.
Dus grootmoedig schoof ze haar lichtje om mijn pols. Friends forever.
Op naar nummer 2 op mijn Bucket list.
Benieuwd hoe daarvan de aanloop eruit gaat zien.
dinsdag 28 juni 2016
maandag 27 juni 2016
prentje in Sevilla, deel 1
Het was op de eerste dag dat we in Sevilla waren.
Het was niet een bezienswaardigheid die in de gidsen vermeld stond.
Sterker nog, hij bevond zich net achter een van de 'hoofdattracties'; het Plaza de España.
Ik zag een stukje blauw en werd er als een magneet naartoe getrokken.
Geen toerist te bekennen. Murw geslagen door alle schoonheid van Sevilla.
De stad die Zus en ik bezochten, omdat neef Y stage loopt in een plaatsje vlakbij.
Bij een Nederlandse stichting die zich inzet voor verwaarloosde paarden.
Ik was wel eens eerder in Sevilla geweest, maar ik moet tot mijn schaamte bekennen dat ik er niet zoveel van kon herinneren.
Vijfentwintig jaar geleden is een lange tijd, en mijn aandacht werd toen naar andere dingen getrokken.
Mooi was wel dat ik deze keer een vriend tegenkwam van de vriendin met wie ik de stad toen bezocht.
Vijfentwintig jaar woon je 30 kilometer van elkaar, en je komt elkaar in Zuid-Spanje tegen.
Ik hou van dit soort grapjes van het universum.
Het water stroomde kalmpjes. Op de bank zat een zwerver die continu een zak voor zijn hoofd hield.
Bang voor de blonde vrouw met het fototoestel die steeds maar weer terugkwam naar de fontein.
De kleuren. De vormen.
Kun je verliefd worden op een fontein?
Het was niet een bezienswaardigheid die in de gidsen vermeld stond.
Sterker nog, hij bevond zich net achter een van de 'hoofdattracties'; het Plaza de España.
Ik zag een stukje blauw en werd er als een magneet naartoe getrokken.
Geen toerist te bekennen. Murw geslagen door alle schoonheid van Sevilla.
De stad die Zus en ik bezochten, omdat neef Y stage loopt in een plaatsje vlakbij.
Bij een Nederlandse stichting die zich inzet voor verwaarloosde paarden.
Ik was wel eens eerder in Sevilla geweest, maar ik moet tot mijn schaamte bekennen dat ik er niet zoveel van kon herinneren.
Vijfentwintig jaar geleden is een lange tijd, en mijn aandacht werd toen naar andere dingen getrokken.
Mooi was wel dat ik deze keer een vriend tegenkwam van de vriendin met wie ik de stad toen bezocht.
Vijfentwintig jaar woon je 30 kilometer van elkaar, en je komt elkaar in Zuid-Spanje tegen.
Ik hou van dit soort grapjes van het universum.
Het water stroomde kalmpjes. Op de bank zat een zwerver die continu een zak voor zijn hoofd hield.
Bang voor de blonde vrouw met het fototoestel die steeds maar weer terugkwam naar de fontein.
De kleuren. De vormen.
Kun je verliefd worden op een fontein?
dinsdag 14 juni 2016
prentje en het gips
'Papa is uit bed gevallen', lees ik in de familie-app. 'Hij klaagt over pijn in zijn hand. De huisarts wil dat er foto's worden gemaakt in het ziekenhuis.'
Het lijkt even of mijn trein stil staat. Nee, dat zeg ik niet goed. Ik wíl dat de trein stil staat. Want elke minuut brengt me verder bij hem vandaan.
'En nu?', vraag ik bang.
Mijn moeder gaat met hem mee. Met de regiotaxi. Want eigenlijk kunnen we hem niet meer vervoeren met een gewone auto. In de regiotaxi past zijn rolstoel.
Gek eigenlijk. Als het om iemand gaat van wie je zoveel houdt, lijk je minder goed rationeel te kunnen denken. Want ik betrap mezelf er op dat ik vind dat er een ambulance voor hem moet komen. En dat de beste dokters klaar moeten staan. Voor de liefste vader.
Ik hoor heel lang niets. Dan belt eindelijk mijn moeder. En staat mijn buurman voor de deur.
Jouw auto toch?', zegt hij, terwijl hij met zijn hoofd een beweging maakt. Ik kijk naar beneden.
En zie mijn auto midden op de weg staan, tegen de auto van een van mijn buren.
Op weg van het station zat ik zó met mijn gedachte bij mijn vader, dat ik vergeten was hem op de handrem te zetten.
Ze hebben de hele middag in het ziekenhuis gezeten. Uiteindelijk zijn er foto's gemaakt, maar er was geen breuk te zien. Om de pijn te verlichten, kreeg hij toch gips. 'Nou mag dat ding er wel af', had hij 's avonds tegen mijn moeder gezegd.
De volgende dag piept mijn telefoon. 'Het ziekenhuis belde net, er is toch een breuk. In zijn pols', schrijft Zus. 'Hij heeft net zijn gips er af gehaald', antwoordt Broer. Paniek.
Opnieuw de gang naar het ziekenhuis, opnieuw gips. Donkerblauw dit keer.
Stoere kleur voor een stoere vader.
Het lijkt even of mijn trein stil staat. Nee, dat zeg ik niet goed. Ik wíl dat de trein stil staat. Want elke minuut brengt me verder bij hem vandaan.
'En nu?', vraag ik bang.
Mijn moeder gaat met hem mee. Met de regiotaxi. Want eigenlijk kunnen we hem niet meer vervoeren met een gewone auto. In de regiotaxi past zijn rolstoel.
Gek eigenlijk. Als het om iemand gaat van wie je zoveel houdt, lijk je minder goed rationeel te kunnen denken. Want ik betrap mezelf er op dat ik vind dat er een ambulance voor hem moet komen. En dat de beste dokters klaar moeten staan. Voor de liefste vader.
Ik hoor heel lang niets. Dan belt eindelijk mijn moeder. En staat mijn buurman voor de deur.
Jouw auto toch?', zegt hij, terwijl hij met zijn hoofd een beweging maakt. Ik kijk naar beneden.
En zie mijn auto midden op de weg staan, tegen de auto van een van mijn buren.
Op weg van het station zat ik zó met mijn gedachte bij mijn vader, dat ik vergeten was hem op de handrem te zetten.
Ze hebben de hele middag in het ziekenhuis gezeten. Uiteindelijk zijn er foto's gemaakt, maar er was geen breuk te zien. Om de pijn te verlichten, kreeg hij toch gips. 'Nou mag dat ding er wel af', had hij 's avonds tegen mijn moeder gezegd.
De volgende dag piept mijn telefoon. 'Het ziekenhuis belde net, er is toch een breuk. In zijn pols', schrijft Zus. 'Hij heeft net zijn gips er af gehaald', antwoordt Broer. Paniek.
Opnieuw de gang naar het ziekenhuis, opnieuw gips. Donkerblauw dit keer.
Stoere kleur voor een stoere vader.
zondag 12 juni 2016
prentje en de verbazing
Ik ging naar Rotterdam voor de tentoonstelling van Philippe Halsman 'Verbaas mij' en kwam erachter dat ik de stad vervreemder vond dan de surrealistische foto's van onder andere Dalí.
Op elke straathoek wachtte me een nieuwe verrassing.
Boksers in de ring, een trap naar de hemel.
Miniatuurmensjes.
Stadseenden die een nest maken van plastic.
Foto's in het water. Een draaimolen in de woestijn.
I never promised you a rose garden.
Bloeiende lavendel, zo schitterend dat je ogen er van pijn doen.
Van Engeland, België, Zuid-Frankrijk, Azië, naar Marokko, Amerika in five seconds.
Tijdreizen door alle decennia heen.
Op elke straathoek wachtte me een nieuwe verrassing.
Boksers in de ring, een trap naar de hemel.
Miniatuurmensjes.
Stadseenden die een nest maken van plastic.
Foto's in het water. Een draaimolen in de woestijn.
I never promised you a rose garden.
Bloeiende lavendel, zo schitterend dat je ogen er van pijn doen.
Van Engeland, België, Zuid-Frankrijk, Azië, naar Marokko, Amerika in five seconds.
Tijdreizen door alle decennia heen.
Maar het raarst vind ik nog de mensen die onverstoorbaar door de stad lopen.
Het niet zíen.
Abonneren op:
Posts (Atom)