Wow, het is nog niet eens december en ik stond nu al in 880 kilometer file. Ok, dat stond er in totaal, ik stond in 21 kilometer daarvan. De drukste avondspits ooit, lees ik net, en dat allemaal omdat er een beetje sneeuw is gevallen. Dat gaat weer wat worden de komende tijd.
'Mama, het is winterherfst', zei Zoon gisteren poëtisch toen het begon te sneeuwen. Een taalcadeautje vind ik dat. Is weer eens wat anders in mijn schoen. Want die staan hier elk weekend trouw voor onze 'schouw'. Zoon raadde me aan dit keer mijn laars te zetten. Het heeft dus gewerkt.
Dezelfde dag vierden we Sinterklaas op Man's werk. Van tevoren mogen we een cadeau uitzoeken uit de Top 1 Toys-folder voor Zoon. Dat werd lang dubben. Uiteindelijk heb ik de Ministeck aangekruist voor mezelf voor Zoon. Ok, en ook het stoere Harry Potter-Lego hoor, voordat ik ingezonden brieven krijg.
En ja hoor, Sint had goed geluisterd. Thuisgekomen begonnen we (nou ja, ik dan vooral) aan het hertje. Geweldig, het is net borduren met plastic. Waar was de Ministeck toen ik klein was? Niet in mijn huis, in ieder geval.
De volgende dag hadden we een verjaardag. Enthousiast vertelde Zoon over Sinterklaas op papa's werk. Nou ja, met name dat hij cadeaus had gekregen. Vooral daar wordt Zoon erg blij van. Wat hij dan had ontvangen, vroeg een tante geïnteresseerd.
'Harry Potter-Lego', zei Zoon gelukzalig. 'O ja, en Ministeck. Maar dat vindt mama vooral erg leuk.'
Was ik weer genadeloos door de mand gevallen.
maandag 29 november 2010
zaterdag 27 november 2010
prentje kijkt achterom
Voor mijn gevoel vier ik dit weekend een jubileum. Een jaar geleden ben ik begonnen met mijn blog.
Ik had toen niet kunnen bedenken wat deze plek voor mij zou gaan betekenen. En dan bedoel ik niet alleen de opdrachten die eruit voor vloeiden, zoals mijn column in het wijkkrantje, mijn wekelijkse blog voor Flavourites en het gastbloggen voor de Telegraaf.
Het gaat me meer om de emotionele betekenis. Voor mij is mijn blog een zoektocht naar mijn passies. Wat past bij mij?
He, ik hou wel van schrijven. Als het maar gaat om onderwerpen die me aan het hart liggen, zonder deadline en zonder harde interviews met een voet tussen de deur.
En alleen schrijven is voor mij niet genoeg, dan is het niet 'af.' Ik wil mijn stukjes compleet maken door een bijpassende foto of illustratie. Dat is soms een lastige beperking, maar dwingt me ook tot creatief denken. Want het kan gebeuren dat ik een goed verhaal in me hoofd heb, maar geen foto. En soms heb ik een prachtige foto, maar staat deze los van een gebeurtenis waar een verhaal bij past.
Tekst en beeld moeten elkaar aanvullen. Daarom hou ik ook zo van tijdschriften. En daarom ben ik zo blij dat ik afgelopen jaar op mijn werk de kans heb gekregen deze passie vorm te geven als eindredacteur van het personeelsblad. Na een lange aanloopperiode is onlangs het eerste nummer verschenen, en wat is het mooi geworden.
Toeval dat dit ook het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden? Of komen de dingen die bij je passen op je pad als je er maar voor open staat?
Wat ik in ieder geval zeker weet, is dat je in je kracht komt als je je hart durft te volgen. Ik weet dat ik nu klink als een derderangs geluksgoeroe, maar ik heb het zelf zo ervaren dit jaar. En dat gebeurt niet van de ene op de andere dag: dat gaat stapje voor stapje.
Mijn zoektocht begon met mijn blog. Ik (her)ontdekte de liefde voor schrijven, fotografie, illustraties, textiel, kinderboeken, vormgeving, film, haken, kunst, borduren, sprookjes, bloemen, knopen, Scandinavië, kinderkleding, theater, applicaties, Photoshoppen, vilt, naaien, schilderen, crea-markten, bloemetjesjurken, papier, woonfrutsels, tekenen en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Dat lijkt een vreemde opsomming, maar het maakt me tot wie ik ben. Dit is mijn zoektocht, en hopelijk inspireert mijn ontdekkingsreis u weer als lezer. Ik ontmoet in ieder geval tijdens mijn tocht mensen waar ik me in herken, en die zich misschien in mij herkennen.
Zet die eerste stap. De rest komt vanzelf.
Ik had toen niet kunnen bedenken wat deze plek voor mij zou gaan betekenen. En dan bedoel ik niet alleen de opdrachten die eruit voor vloeiden, zoals mijn column in het wijkkrantje, mijn wekelijkse blog voor Flavourites en het gastbloggen voor de Telegraaf.
Het gaat me meer om de emotionele betekenis. Voor mij is mijn blog een zoektocht naar mijn passies. Wat past bij mij?
He, ik hou wel van schrijven. Als het maar gaat om onderwerpen die me aan het hart liggen, zonder deadline en zonder harde interviews met een voet tussen de deur.
En alleen schrijven is voor mij niet genoeg, dan is het niet 'af.' Ik wil mijn stukjes compleet maken door een bijpassende foto of illustratie. Dat is soms een lastige beperking, maar dwingt me ook tot creatief denken. Want het kan gebeuren dat ik een goed verhaal in me hoofd heb, maar geen foto. En soms heb ik een prachtige foto, maar staat deze los van een gebeurtenis waar een verhaal bij past.
Tekst en beeld moeten elkaar aanvullen. Daarom hou ik ook zo van tijdschriften. En daarom ben ik zo blij dat ik afgelopen jaar op mijn werk de kans heb gekregen deze passie vorm te geven als eindredacteur van het personeelsblad. Na een lange aanloopperiode is onlangs het eerste nummer verschenen, en wat is het mooi geworden.
Toeval dat dit ook het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden? Of komen de dingen die bij je passen op je pad als je er maar voor open staat?
Wat ik in ieder geval zeker weet, is dat je in je kracht komt als je je hart durft te volgen. Ik weet dat ik nu klink als een derderangs geluksgoeroe, maar ik heb het zelf zo ervaren dit jaar. En dat gebeurt niet van de ene op de andere dag: dat gaat stapje voor stapje.
Mijn zoektocht begon met mijn blog. Ik (her)ontdekte de liefde voor schrijven, fotografie, illustraties, textiel, kinderboeken, vormgeving, film, haken, kunst, borduren, sprookjes, bloemen, knopen, Scandinavië, kinderkleding, theater, applicaties, Photoshoppen, vilt, naaien, schilderen, crea-markten, bloemetjesjurken, papier, woonfrutsels, tekenen en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Dat lijkt een vreemde opsomming, maar het maakt me tot wie ik ben. Dit is mijn zoektocht, en hopelijk inspireert mijn ontdekkingsreis u weer als lezer. Ik ontmoet in ieder geval tijdens mijn tocht mensen waar ik me in herken, en die zich misschien in mij herkennen.
Zet die eerste stap. De rest komt vanzelf.
woensdag 24 november 2010
prentje en de sintstress
Nog anderhalve week te gaan tot pakjesavond. Mooi moment om even de balans op te maken.
Eerst maar even het positieve. Als 'Sintkind' (met een papa die jarenlang Sinterklaas is geweest) geniet ik van de rituelen. Het verwachtingsvolle koppie van Zoon als hij zijn schoen heeft gezet, de verrukking als er een sleutel bij de pepernoten ligt (bekend fenomeen voor iedereen die het Sinterklaasjournaal volgt): ik vind het fantastisch. Toch, u voelde 'm vast al aankomen, is er ook een andere kant.
Ongelofelijk hoeveel stress die man met de baard met zich mee brengt. En dan bedoel ik niet dat ik alles nog in huis moet halen. Het gaat me meer om de emotionele stress (ik twijfel nu ter plekke of stress niet altijd emotioneel is, maar hopelijk begrijpt u wat ik bedoel.)
De dag voor de intocht, tien uur 's avonds. Snikkend staat Zoon bovenaan de trap. 'Mama, er zijn gewoon teveel problemen. De pepernoten zijn weg, Sinterklaas is misschien al in het land en dan die bewegende zak! Teveel problemen, mama, dat komt niet meer goed.'
Het heeft me uren gekost voordat hij weer wat gekalmeerd was. Sindsdien kijk ik het Sinterklaasjournaal met samengeknepen billen. Niet kijken is geen optie, want ze kijken op school ook. Dus kijk ik liever 'live' met Zoon om hem ter plekke gerust te stellen.
'Kijk lieverd, die bewegende zak, daar zit een babypietje in! Lief hè. Nee schat, babypiet wordt niet met de post naar Spanje teruggestuurd. Ja, vervelend dat hoofdpiet alle sleutels in het deeg heeft laten vallen. Maar weet je wat, als jij vanavond je schoen zet, krijg je er misschien ook wel een sleutel in. Nee moppie, ik weet zeker dat de sleutel van de pakjeskamer ook nog wordt gevonden. Het komt allemaal goed, geloof mama nou maar.'
Ik heb het er maar druk mee. En koester inmiddels een haat/liefde-verhouding met het Sinterklaasjournaal.
Nog anderhalve week te gaan tot pakjesavond.
Ik hoop dat ze het nog een beetje in de hand houden daar in het grote pietenhuis.
Eerst maar even het positieve. Als 'Sintkind' (met een papa die jarenlang Sinterklaas is geweest) geniet ik van de rituelen. Het verwachtingsvolle koppie van Zoon als hij zijn schoen heeft gezet, de verrukking als er een sleutel bij de pepernoten ligt (bekend fenomeen voor iedereen die het Sinterklaasjournaal volgt): ik vind het fantastisch. Toch, u voelde 'm vast al aankomen, is er ook een andere kant.
Ongelofelijk hoeveel stress die man met de baard met zich mee brengt. En dan bedoel ik niet dat ik alles nog in huis moet halen. Het gaat me meer om de emotionele stress (ik twijfel nu ter plekke of stress niet altijd emotioneel is, maar hopelijk begrijpt u wat ik bedoel.)
De dag voor de intocht, tien uur 's avonds. Snikkend staat Zoon bovenaan de trap. 'Mama, er zijn gewoon teveel problemen. De pepernoten zijn weg, Sinterklaas is misschien al in het land en dan die bewegende zak! Teveel problemen, mama, dat komt niet meer goed.'
Het heeft me uren gekost voordat hij weer wat gekalmeerd was. Sindsdien kijk ik het Sinterklaasjournaal met samengeknepen billen. Niet kijken is geen optie, want ze kijken op school ook. Dus kijk ik liever 'live' met Zoon om hem ter plekke gerust te stellen.
'Kijk lieverd, die bewegende zak, daar zit een babypietje in! Lief hè. Nee schat, babypiet wordt niet met de post naar Spanje teruggestuurd. Ja, vervelend dat hoofdpiet alle sleutels in het deeg heeft laten vallen. Maar weet je wat, als jij vanavond je schoen zet, krijg je er misschien ook wel een sleutel in. Nee moppie, ik weet zeker dat de sleutel van de pakjeskamer ook nog wordt gevonden. Het komt allemaal goed, geloof mama nou maar.'
Ik heb het er maar druk mee. En koester inmiddels een haat/liefde-verhouding met het Sinterklaasjournaal.
Nog anderhalve week te gaan tot pakjesavond.
Ik hoop dat ze het nog een beetje in de hand houden daar in het grote pietenhuis.
zaterdag 20 november 2010
prentje en de sintintocht
'Laten we maar naar het station gaan lopen', zei ik tegen Zoon. 'Dan kunnen we straks met papa met de auto terug en hoeven we de fiets niet meer op te halen'.
We waren op weg naar Zus. Samen met de rest van de familie gingen we naar de intocht van Sinterklaas in Ouderkerk aan de Amstel. Een soort familietraditie.
Man zou rechtstreeks vanuit zijn werk gaan.
Het was nog een heel gesjouw met een sinttaart, sintvlaggen en natuurlijk mijn camera. In de verte zagen we de trein van kwart over vier rijden. Shit. Ik had me vergist in de tijd. Dat werd een half uur wachten.
Op het perron hoorde we een meisje in gebrekkig Nederlands zeggen dat de trein niet reed. 'Jawel hoor', zei ik geruststellend. 'Ik zag 'm net nog rijden'. Maar toen hoorde we opeens een ander meisje ook zeggen dat er niets meer reed van en naar Utrecht. Ongerust belde ik Man op z'n werk. 'Klopt', zei Man. 'Er rijdt helemaal niets meer. Brand op CS.'
Mopperend begonnen we aan de terugweg. Met taart, vlaggen en camera. Zoon viel en moest worden getild. Ik had zin om een potje te huilen.
Een half uur later waren we weer bij ons huis. Man kwam er ook net aan. 'Laten we maar thuis blijven', zei ik tegen Man. Zoon zette het op een brullen. 'Welnee', zei Man monter. 'We hebben taart en vlaggen, we gaan gewoon.'
Met gierende banden waren we net op tijd bij Zus. De familie stond al klaar in de deuropening. Snel liepen we naar het dorp, waar de goedheiligman met de boot aankwam, om vervolgens over te stappen op zijn trouwe viervoeter Amerigo. Hij had een heel bataljon pieten bij zich. Zoon zette bij elke piet zijn liefste glimlach op, waardoor hij al snel een enorme voorraad pepernoten had, die hij allemaal tijdelijk in de zak van Zus deponeerde.
Met rode wangen zaten we even later aan de sinttaart. Zoon had vooral oog voor zijn grote verzameling pepernoten op het bord voor hem. Gelukzalig keek hij de kring rond.
'Ik ben snoeprijk', zei hij tevreden.
Kijk, en daar doe je het dan allemaal maar weer voor.
We waren op weg naar Zus. Samen met de rest van de familie gingen we naar de intocht van Sinterklaas in Ouderkerk aan de Amstel. Een soort familietraditie.
Man zou rechtstreeks vanuit zijn werk gaan.
Het was nog een heel gesjouw met een sinttaart, sintvlaggen en natuurlijk mijn camera. In de verte zagen we de trein van kwart over vier rijden. Shit. Ik had me vergist in de tijd. Dat werd een half uur wachten.
Op het perron hoorde we een meisje in gebrekkig Nederlands zeggen dat de trein niet reed. 'Jawel hoor', zei ik geruststellend. 'Ik zag 'm net nog rijden'. Maar toen hoorde we opeens een ander meisje ook zeggen dat er niets meer reed van en naar Utrecht. Ongerust belde ik Man op z'n werk. 'Klopt', zei Man. 'Er rijdt helemaal niets meer. Brand op CS.'
Mopperend begonnen we aan de terugweg. Met taart, vlaggen en camera. Zoon viel en moest worden getild. Ik had zin om een potje te huilen.
Een half uur later waren we weer bij ons huis. Man kwam er ook net aan. 'Laten we maar thuis blijven', zei ik tegen Man. Zoon zette het op een brullen. 'Welnee', zei Man monter. 'We hebben taart en vlaggen, we gaan gewoon.'
Met gierende banden waren we net op tijd bij Zus. De familie stond al klaar in de deuropening. Snel liepen we naar het dorp, waar de goedheiligman met de boot aankwam, om vervolgens over te stappen op zijn trouwe viervoeter Amerigo. Hij had een heel bataljon pieten bij zich. Zoon zette bij elke piet zijn liefste glimlach op, waardoor hij al snel een enorme voorraad pepernoten had, die hij allemaal tijdelijk in de zak van Zus deponeerde.
Met rode wangen zaten we even later aan de sinttaart. Zoon had vooral oog voor zijn grote verzameling pepernoten op het bord voor hem. Gelukzalig keek hij de kring rond.
'Ik ben snoeprijk', zei hij tevreden.
Kijk, en daar doe je het dan allemaal maar weer voor.
maandag 15 november 2010
prentje en de handwerkclub
'Gaan jullie mee naar het handwerkcafé?, vroeg ik enthousiast aan twee vriendinnen. Die keken me verbaasd aan. 'Handwerken is hartstikke hip', ging ik onverstoorbaar verder. 'In de grote steden heb je al een tijdje 'Stich 'n bitch', dat zijn hippe meiden die een keer in de week bij elkaar komen om te gaan zitten breien'. 'Misschien ben jij wel te hip voor deze nieuwbouwwijk', merkte een van mijn vriendinnen droog op. Maar ze gingen wel mee.
'Ik ga nu pas naar huis, heb geen puf meer', sms'te de een. 'Ik ben net klaar met eten, moet de jongens nog naar bed brengen, begin maar vast zonder mij', sms'te de ander. Nou, dat ging lekker.
Dus ging ik maar alleen met mijn haakwerk. Want man, ik wil zo graag leren haken. Van de zomer had ik al een boek met hippe Japanse poppetjes gekocht en was vervolgens enthousiast aan de gang gegaan. Maar dat bleek nog niet zo eenvoudig te zijn. Zeker niet als je linkshandig bent. Zus had daarom maar een kinderpakketje voor me gekocht bij het Kruidvat. Dat moest toch lukken met die paddestoel.
Wat bedremmeld keek in het café (lees: lunchroom van de plaatselijke bibliotheek) rond. Dit was toch niet helemaal de doelgroep die ik had verwacht. De organisator had ook flyers bij de seniorenflat uitgedeeld en daar was gretig op in gegaan.
Dapper probeerde ik mijn haakwerk op te zetten. Om me heen werd driftig gebreid (dat dan weer wel) en er ontspon een discussie over de goedkoopste wol. Zeeman of Xenos?
Gelukkig kwam mijn vriendin binnen vallen. Voor de vorm had ze nog een doos kralen meegenomen, maar met een 'ik kom vooral voor het café', bracht ze de stemming er goed in. Ik zat ondertussen te zweten op de het steeltje van de paddestoel. Hoe verder ik kwam, hoe smaller die werd.
'Ik weet niet helemaal of dit wat voor ons is', fluisterde ik vriendin toe. Die wierp een veelzeggende blik op de steel.
'Ach weet je, je kunt het altijd nog door laten gaan als de baard van Sinterklaas'.
'Ik ga nu pas naar huis, heb geen puf meer', sms'te de een. 'Ik ben net klaar met eten, moet de jongens nog naar bed brengen, begin maar vast zonder mij', sms'te de ander. Nou, dat ging lekker.
Dus ging ik maar alleen met mijn haakwerk. Want man, ik wil zo graag leren haken. Van de zomer had ik al een boek met hippe Japanse poppetjes gekocht en was vervolgens enthousiast aan de gang gegaan. Maar dat bleek nog niet zo eenvoudig te zijn. Zeker niet als je linkshandig bent. Zus had daarom maar een kinderpakketje voor me gekocht bij het Kruidvat. Dat moest toch lukken met die paddestoel.
Wat bedremmeld keek in het café (lees: lunchroom van de plaatselijke bibliotheek) rond. Dit was toch niet helemaal de doelgroep die ik had verwacht. De organisator had ook flyers bij de seniorenflat uitgedeeld en daar was gretig op in gegaan.
Dapper probeerde ik mijn haakwerk op te zetten. Om me heen werd driftig gebreid (dat dan weer wel) en er ontspon een discussie over de goedkoopste wol. Zeeman of Xenos?
Gelukkig kwam mijn vriendin binnen vallen. Voor de vorm had ze nog een doos kralen meegenomen, maar met een 'ik kom vooral voor het café', bracht ze de stemming er goed in. Ik zat ondertussen te zweten op de het steeltje van de paddestoel. Hoe verder ik kwam, hoe smaller die werd.
'Ik weet niet helemaal of dit wat voor ons is', fluisterde ik vriendin toe. Die wierp een veelzeggende blik op de steel.
'Ach weet je, je kunt het altijd nog door laten gaan als de baard van Sinterklaas'.
zaterdag 13 november 2010
prentje en de verdwenen papa en mama
Als je ouders bejaard zijn, levert dat nog wel eens zorgen op. Vandaag is Zus jarig. Meestal zijn mijn ouders als eerste aanwezig, nu zijn ze er nog niet als we arriveren. Vreemd.
Het feestje begint een beetje op gang te komen. Ik ben er niet helemaal bij met mijn gedachten. Zus komt naar me toe. 'Papa heeft net gebeld. Ze zijn gestrand in de modder. Een boer trekt ze er nu uit.' Verbaasd kijk ik haar aan. Modder? Boer? Zowel Zus als mijn ouders wonen binnen de bebouwde kom. Zus heeft ook niet meer informatie. Haar zoontje heeft de telefoon aangenomen, en we kunnen niet terug bellen omdat het nummer onbekend is. Waarschijnlijk van de boer. Het mobiele nummer van mijn ouders wordt niet opgenomen.
Ongerust sta ik op de uitkijk in de gang. Geen enkel teken dat ze eraan komen. 'Ik ga ze zoeken', zeg ik tegen Zus. 'Ik hou het hier niet uit.' Man is zo lief mee te gaan. Zoon wil ook mee.
We rijden de verschillende routes die ze kunnen afleggen. Geen auto in de berm te zien. Ook geen boer trouwens.
Ik word steeds ongeruster. Zoon babbelt achterin over babypieten.
Zus belt. Ze zijn gearriveerd. 'Ze waren in Nieuwegein', roept Zus boven het feestgedruis uit. Dit zorgt voor nog meer raadsels. Wat doen mijn ouders in Nieuwegein als ze van Amstelveen naar Ouderkerk aan de Amstel moeten rijden? Ik rij snel terug naar Zus.
En daar zijn ze hoor. Mijn moeder zit tot haar witte haren onder de modder. 'Wat hadden jullie nu in Nieuwegein te zoeken?', vraag ik verbaasd. 'Papa had een afslag gemist en het meisje met de hond zei dat we in Nieuwegein waren beland', zegt mijn moeder, alsof dit allemaal de gewoonste zaak van de wereld is.
'Maar Nieuwegein is voorbij Utrecht', probeer ik nog. 'O', zegt mijn moeder. 'Nou, ik weet het ook niet zo precies meer. Ik dacht dat ze Nieuwegein zei'.
Stukje bij beetje probeer ik het verhaal te reconstrueren. Bij ziekenhuis Amstelveen is de weg veranderd, en mijn vader heeft per ongeluk de afslag naar Utrecht genomen. Toen is hij weer van de A2 gegaan, en heeft geprobeerd om ergens in de middle of nowhere te keren. Het autootje is toen vast komen te zitten in de modder, waarbij mijn vader geprobeerd heeft hier zelf uit te komen, terwijl mijn moeder naast de auto stond. Vandaar het modderbad. Een boer heeft uiteindelijk de auto met een tractor uit de blubber getrokken.
Terwijl ik nog sta na te trillen, zijn ze er zelf tamelijk laconiek onder.
Het is me toch wat. Heb je geen zorgen over je kinderen, bezorgen je ouders je grijze haren.
Het feestje begint een beetje op gang te komen. Ik ben er niet helemaal bij met mijn gedachten. Zus komt naar me toe. 'Papa heeft net gebeld. Ze zijn gestrand in de modder. Een boer trekt ze er nu uit.' Verbaasd kijk ik haar aan. Modder? Boer? Zowel Zus als mijn ouders wonen binnen de bebouwde kom. Zus heeft ook niet meer informatie. Haar zoontje heeft de telefoon aangenomen, en we kunnen niet terug bellen omdat het nummer onbekend is. Waarschijnlijk van de boer. Het mobiele nummer van mijn ouders wordt niet opgenomen.
Ongerust sta ik op de uitkijk in de gang. Geen enkel teken dat ze eraan komen. 'Ik ga ze zoeken', zeg ik tegen Zus. 'Ik hou het hier niet uit.' Man is zo lief mee te gaan. Zoon wil ook mee.
We rijden de verschillende routes die ze kunnen afleggen. Geen auto in de berm te zien. Ook geen boer trouwens.
Ik word steeds ongeruster. Zoon babbelt achterin over babypieten.
Zus belt. Ze zijn gearriveerd. 'Ze waren in Nieuwegein', roept Zus boven het feestgedruis uit. Dit zorgt voor nog meer raadsels. Wat doen mijn ouders in Nieuwegein als ze van Amstelveen naar Ouderkerk aan de Amstel moeten rijden? Ik rij snel terug naar Zus.
En daar zijn ze hoor. Mijn moeder zit tot haar witte haren onder de modder. 'Wat hadden jullie nu in Nieuwegein te zoeken?', vraag ik verbaasd. 'Papa had een afslag gemist en het meisje met de hond zei dat we in Nieuwegein waren beland', zegt mijn moeder, alsof dit allemaal de gewoonste zaak van de wereld is.
'Maar Nieuwegein is voorbij Utrecht', probeer ik nog. 'O', zegt mijn moeder. 'Nou, ik weet het ook niet zo precies meer. Ik dacht dat ze Nieuwegein zei'.
Stukje bij beetje probeer ik het verhaal te reconstrueren. Bij ziekenhuis Amstelveen is de weg veranderd, en mijn vader heeft per ongeluk de afslag naar Utrecht genomen. Toen is hij weer van de A2 gegaan, en heeft geprobeerd om ergens in de middle of nowhere te keren. Het autootje is toen vast komen te zitten in de modder, waarbij mijn vader geprobeerd heeft hier zelf uit te komen, terwijl mijn moeder naast de auto stond. Vandaar het modderbad. Een boer heeft uiteindelijk de auto met een tractor uit de blubber getrokken.
Terwijl ik nog sta na te trillen, zijn ze er zelf tamelijk laconiek onder.
Het is me toch wat. Heb je geen zorgen over je kinderen, bezorgen je ouders je grijze haren.
vrijdag 12 november 2010
prentje en de vrije dagen
Als je kind op een Jenaplanschool zit moet je rekening houden met veel, heel veel vrije dagen. Wij hadden vroeger de zomer-, de herfst- en de kerstvakantie (en met een beetje mazzel nog een voorjaarsvakantie); nu mag je al blij zijn als ze een volle week achter elkaar naar school gaan.
Deze week had Zoon donderdag (vanwege teveel uren -duh!) en vrijdag (studiedag) vrij.
Hoe gingen we dat weer oplossen?
'Misschien moeten we gewoon samen een keer vrij nemen', zei ik tegen Man. 'En er gewoon een lekker dagje uit van maken.' Dit soort dagen verdwijnen anders door het afvoerputje vanwege een beetje lamlendig voor de buis te hangen.
Maar ja, waar kun je naar toe met een zesjarige op een stormachtige donderdag in november? Ik herinnerde me dat Zus wel eens met haar zonen een dagje naar Center Parcs ging. Lekker een dagje zwemmen daar, en dan 's avonds weer op huis aan. De Eemhof in Zeewolde gebeld, geen probleem, we waren welkom.
En zo lagen we heerlijk in het subtropische zwemparadijs terwijl de regen tegen de ramen kletterde. Samen met Zoon alle glijbanen en iedere wildwaterbaan overwonnen, tot zijn lippen aardig blauw begonnen te kleuren. 'Dat is wel gek', zei Zoon terwijl hij klappertandend door het subtropische paradijs naar zijn handdoek liep, 'Ik heb het koud en warm tegelijk. Kijk mam, ik heb warm kippenvel'.
Tijd om naar huis te gaan.
Deze week had Zoon donderdag (vanwege teveel uren -duh!) en vrijdag (studiedag) vrij.
Hoe gingen we dat weer oplossen?
'Misschien moeten we gewoon samen een keer vrij nemen', zei ik tegen Man. 'En er gewoon een lekker dagje uit van maken.' Dit soort dagen verdwijnen anders door het afvoerputje vanwege een beetje lamlendig voor de buis te hangen.
Maar ja, waar kun je naar toe met een zesjarige op een stormachtige donderdag in november? Ik herinnerde me dat Zus wel eens met haar zonen een dagje naar Center Parcs ging. Lekker een dagje zwemmen daar, en dan 's avonds weer op huis aan. De Eemhof in Zeewolde gebeld, geen probleem, we waren welkom.
En zo lagen we heerlijk in het subtropische zwemparadijs terwijl de regen tegen de ramen kletterde. Samen met Zoon alle glijbanen en iedere wildwaterbaan overwonnen, tot zijn lippen aardig blauw begonnen te kleuren. 'Dat is wel gek', zei Zoon terwijl hij klappertandend door het subtropische paradijs naar zijn handdoek liep, 'Ik heb het koud en warm tegelijk. Kijk mam, ik heb warm kippenvel'.
Tijd om naar huis te gaan.
zondag 7 november 2010
prentje en Zoon's zorgen
Er gebeurt veel op het moment in het leven van Zoon. En soms vraag ik me af of hij het allemaal kan bijbenen. Zo is de overgang van groep 2 naar groep 3 best heftig. Opeens wordt er veel van hem verwacht. De tijd dat hij speelgoed mee mocht nemen naar school ligt achter hem (hoewel hij regelmatig nog een poging doet). Ook zijn positie in de klas is anders. Was hij vorig jaar nog de bink van de klas met zelfs 'fans' (volgens Zoon), nu moet hij zijn positie heroveren.
Zoon zit op een Jenaplanschool, wat onder andere betekent dat ze kijken naar het niveau van het kind, en hier proberen op in te spelen. Zo werken ze met verschillende leesgroepen. Vorige week kregen we een brief waarin stond dat Zoon iedere dag naar een andere klas gaat om daar te lezen, hij is overgezet van 'leesweg' naar 'leespad'. Nu betekent dit dat het goed gaat met zijn vaardigheden en natuurlijk ben ik daar als mama blij om, maar af en toe maak ik me ook wel wat zorgen.
Opeens staat hij te huilen in de Albert Heijn omdat hij me niet zo snel kan vinden. Het naar bed brengen is nu een nog groter drama, omdat hij bang is voor nachtmerries. Van de week probeerde ik hem af te leiden door een voorfilmpje van het Sinterklaasjournaal te laten zien op de computer.
Fout, fout, fout.
Zoon over de rooie omdat er een bewegende zak te zien was in het ruim van de pakjes. Ik overwoog bijna om het grote Sinterklaasgeheim met hem te delen, maar hield me nog net in. 'En waarom zie ik dat nu net voor ik moet gaan slapen?', snikte hij nog na. Sorry Zoon.
Vanavond zitten Man en ik op de bank naar een nieuwe spannende serie te kijken. Zoon kruipt erbij. Omdat ik de bui weer zie hangen, zeg ik tegen hem dat hij weer terug naar zijn bedje moet. 'Waarom?', vraagt hij. 'Omdat deze serie niet geschikt is voor kinderen', zeg ik.
Verwonderd kijkt hij me aan. 'Maar mama', zegt hij, 'ik ben toch een volwassen kind?'.
Zoon zit op een Jenaplanschool, wat onder andere betekent dat ze kijken naar het niveau van het kind, en hier proberen op in te spelen. Zo werken ze met verschillende leesgroepen. Vorige week kregen we een brief waarin stond dat Zoon iedere dag naar een andere klas gaat om daar te lezen, hij is overgezet van 'leesweg' naar 'leespad'. Nu betekent dit dat het goed gaat met zijn vaardigheden en natuurlijk ben ik daar als mama blij om, maar af en toe maak ik me ook wel wat zorgen.
Opeens staat hij te huilen in de Albert Heijn omdat hij me niet zo snel kan vinden. Het naar bed brengen is nu een nog groter drama, omdat hij bang is voor nachtmerries. Van de week probeerde ik hem af te leiden door een voorfilmpje van het Sinterklaasjournaal te laten zien op de computer.
Fout, fout, fout.
Zoon over de rooie omdat er een bewegende zak te zien was in het ruim van de pakjes. Ik overwoog bijna om het grote Sinterklaasgeheim met hem te delen, maar hield me nog net in. 'En waarom zie ik dat nu net voor ik moet gaan slapen?', snikte hij nog na. Sorry Zoon.
Vanavond zitten Man en ik op de bank naar een nieuwe spannende serie te kijken. Zoon kruipt erbij. Omdat ik de bui weer zie hangen, zeg ik tegen hem dat hij weer terug naar zijn bedje moet. 'Waarom?', vraagt hij. 'Omdat deze serie niet geschikt is voor kinderen', zeg ik.
Verwonderd kijkt hij me aan. 'Maar mama', zegt hij, 'ik ben toch een volwassen kind?'.
woensdag 3 november 2010
prentje en Toy Story
Albert Heijn heeft ons weer tuk: we zijn in de ban van de Toy Story-poppetjes. Kijk, dat een zesjarige obsessed is door zulk speelgoed; daar kan ik me alles bij voorstellen. Het rare is dat zo'n actie bij mij ook een raar soort hebzucht oproept. Beetje gênant ja, ik ben de eerste om het toe te geven.
We wringen ons in allerlei bochten om onze zijn verzameling compleet te krijgen. Zo is mijn hele netwerk ingeschakeld, ik moet me inhouden om niet even een oproepje op Linked-in te zetten. Familie, vrienden, collega's zonder kinderen: iedereen spaart mee.
Vanmiddag speelde hier een vriendje van Zoon. Toen zijn moeder het mannetje weer op kwam halen, riep ze me in de gang al toe: 'als je nog boodschappen moet doen, doe het snel, want ze zijn bijna op.' Dat heb je in zo'n kinderrijke nieuwbouwwijk. Zoon en ik twijfelden geen seconde, speerden naar onze AH waar we gelukkig nog 1 kassa vonden met nog een buis vol zilverkleurige schatten. Hele mand weer volgeladen om tot die F@* 15 euri te komen (iemand geïnteresseerd in hondenvoer?) en aangesloten in de rij voor de bewuste kassa. Onze mazzel was dat we de liefste kassajuffrouw van Utrecht en omstreken hadden. Ze vroeg Zoon welke hij nog moest hebben en probeerde vervolgens te voelen of het gewenste poppetje erin zat. Zoon scheurde ter plekke de verpakking aan flarden en werd tot zijn grote geluk de nieuwe eigenaar van Hamm, het wellustige roze varkentje.
Nog nawentelend in ons geluk pakten we onze boodschappen in. Achter ons hoorden we vervolgens een meneer zeggen: 'Wat is dat dan voor actie?' 'Hallo? Onder welke steen heeft u gezeten?', dachten we samen, maar dat zeiden we natuurlijk niet. In plaats daarvan hoorde ik mezelf zeggen: 'als u ze niet spaart, mag mijn Zoon 'm dan?' Ongelofelijk hoe ver een mens voor zo'n actie gaat. Nou ja, ik dan.
Opnieuw kregen we het voelritueel. Helaas, dit keer ging het mis. 'O, het paardje', hoorde ik Zoon teleurgesteld zeggen. 'Die heb ik al drie keer.' Inmiddels was er achter de meneer een ander jongetje aangesloten die verzuchtte: 'Bull's eye, die wilde ik zo graag.' En nog voor ik iets kon zeggen, hoorde ik de onvolprezen kassajuf zeggen tegen Zoon: 'Als jij nou het paardje aan het jongetje geeft, krijg jij van mij een nieuwe.'
En voor de laatste keer vond het voelritueel plaats. En dit keer in de roos. 'Ik heb de pinguïn!', hoorde ik naast me juichen. Inmiddels werd het wel eens tijd om de buurtsuper te verlaten. Dank, lieve kassamevrouw, u heeft er twee fans bij.
Nog zes te gaan. Iemand in het bezit van Buzz Lightyear? Ruilen voor Bull's Eye?
We wringen ons in allerlei bochten om onze zijn verzameling compleet te krijgen. Zo is mijn hele netwerk ingeschakeld, ik moet me inhouden om niet even een oproepje op Linked-in te zetten. Familie, vrienden, collega's zonder kinderen: iedereen spaart mee.
Vanmiddag speelde hier een vriendje van Zoon. Toen zijn moeder het mannetje weer op kwam halen, riep ze me in de gang al toe: 'als je nog boodschappen moet doen, doe het snel, want ze zijn bijna op.' Dat heb je in zo'n kinderrijke nieuwbouwwijk. Zoon en ik twijfelden geen seconde, speerden naar onze AH waar we gelukkig nog 1 kassa vonden met nog een buis vol zilverkleurige schatten. Hele mand weer volgeladen om tot die F@* 15 euri te komen (iemand geïnteresseerd in hondenvoer?) en aangesloten in de rij voor de bewuste kassa. Onze mazzel was dat we de liefste kassajuffrouw van Utrecht en omstreken hadden. Ze vroeg Zoon welke hij nog moest hebben en probeerde vervolgens te voelen of het gewenste poppetje erin zat. Zoon scheurde ter plekke de verpakking aan flarden en werd tot zijn grote geluk de nieuwe eigenaar van Hamm, het wellustige roze varkentje.
Nog nawentelend in ons geluk pakten we onze boodschappen in. Achter ons hoorden we vervolgens een meneer zeggen: 'Wat is dat dan voor actie?' 'Hallo? Onder welke steen heeft u gezeten?', dachten we samen, maar dat zeiden we natuurlijk niet. In plaats daarvan hoorde ik mezelf zeggen: 'als u ze niet spaart, mag mijn Zoon 'm dan?' Ongelofelijk hoe ver een mens voor zo'n actie gaat. Nou ja, ik dan.
Opnieuw kregen we het voelritueel. Helaas, dit keer ging het mis. 'O, het paardje', hoorde ik Zoon teleurgesteld zeggen. 'Die heb ik al drie keer.' Inmiddels was er achter de meneer een ander jongetje aangesloten die verzuchtte: 'Bull's eye, die wilde ik zo graag.' En nog voor ik iets kon zeggen, hoorde ik de onvolprezen kassajuf zeggen tegen Zoon: 'Als jij nou het paardje aan het jongetje geeft, krijg jij van mij een nieuwe.'
En voor de laatste keer vond het voelritueel plaats. En dit keer in de roos. 'Ik heb de pinguïn!', hoorde ik naast me juichen. Inmiddels werd het wel eens tijd om de buurtsuper te verlaten. Dank, lieve kassamevrouw, u heeft er twee fans bij.
Nog zes te gaan. Iemand in het bezit van Buzz Lightyear? Ruilen voor Bull's Eye?
Abonneren op:
Posts (Atom)