Rustig keek hij de afgeladen tent rond. Hij nam de ruimte in zich op; had geen haast.
Eigenlijk was de geïmproviseerde zaal al vol, maar vriendin T en ik mochten via de zijkant naar binnen, als we het geen probleem vonden om op de grond te zitten. Dat vonden we niet. De zon scheen op mijn rug.
Ik was direct gebiologeerd door de rust die hij uitstraalde. Ik kende hem niet, Jan Geurtz, en we hadden geen kaartjes gereserveerd voor zijn lezing op het Happinez-festival waar T me mee naar toe had genomen. Maar iets in mij zei me dat hij mij wat kon leren. Hij hield een fantastische lezing over zelfacceptatie en ik werd door hem geraakt. Wat een wijze man.
En toen werd ik ziek. Ik zal u de details besparen, maar het was een aaneenschakeling van ontstekingen, griep en andere ellende en hield me enkele weken aan mijn bed gekluisterd.
Ik deed twee dingen: bestelde Jan's boek 'Verslaafd aan liefde' en de complete dvd-serie van
House of Cards (
daar ga ik het een andere keer over hebben)
.
Jan Geurtz is auteur van boeken als 'De verslaving voorbij' en het Het einde van de opvoeding'. Hij studeerde orthopedagogiek, onderwijskunde en wetenschapsfilosofie en is vooral geïnspireerd door het boeddhisme.
In 'Verslaafd aan liefde' legt Jan uit dat onze zoektocht naar liefde en erkenning voortkomt uit een fundamentele zelfafwijzing. Volgens Geurtz ontwikkelen we vanaf het moment dat we zijn geboren een negatief, afhankelijk zelfbeeld. We komen immers hulpeloos op aarde, en zijn volledig afhankelijk van onze verzorger, in veel gevallen de moeder. Zij moet ons voeden, warm houden en knuffelen. Of zoals de auteur zegt: '
iedereen heeft de eerste jaren van zijn leven doorgebracht in werkelijke afhankelijkheid en in een existentiële angst voor afwijzing. Die angst is dus van oorsprong angst voor verlating, en in wezen ook doodsangst. Geen wonder dat we er de rest van ons leven bang voor zijn en proberen deze zo goed mogelijk bedekt te houden. Angst is de diepste kracht achter ons levenslange streven naar liefde en erkenning van anderen.'
Nou, en daar begint het gedonder al. Want wat doen we? We vormen een geconstrueerd positief zelfbeeld gebaseerd op liefde en erkenning van anderen. Dit zelfbeeld (ook wel ego genoemd) is ons meest fundamentele verslaving. Onze '
mind' richt zich naar buiten, op de ander als leverancier van veiligheid, bevestiging en erkenning en we keren ons zo van onze eigen natuur af. We houden de illusie in stand dat we zonder de liefde van de ander niet waardevol zijn, niet goed genoeg, waardoor we weer de drang versterken het buiten onszelf te zoeken.
Vervolgens ontwikkelen we een bepaald soort gedrag; bijvoorbeeld het '
nice guy-patroon' waar volgens mij ook veel vrouwen last van hebben.
De 'sorry dat ik besta, ik zal niet lastig zijn'-houding, waardoor je eigenwaarde bepaald niet groter wordt, je confrontaties uit de weg gaat, waardoor dit patroon vicieus wordt en zichzelf in stand houdt.
Of, ook een heel herkenbare, het perfectionisme. Op basis van het negatieve geloof 'ik ben niet goed genoeg' is er een regel ontstaan die zegt: 'ik mag geen fouten maken'. Het resultaat moet altijd maximaal zijn. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander. We moeten voortdurend energie steken in het in stand houden van deze aan anderen ontleende 'eigenwaarde'. En als deze niet snel genoeg komt, worden we onrustig. 'Waarom heeft ze nog niet gereageerd op mijn appje?' 'Waarom maakt hij geen tijd voor me vrij?' Meteen komt het duiveltje om de hoek kijken: 'zie je wel, ik ben niet de moeite waard'. Om die onzekerheid te ontkennen en aan de instabiele zelfconstructie toch nog een schijn van stabiliteit te geven, vormen we een nieuwe laag: ons imago, het beeld dat we willen dat anderen van ons hebben. Het is de afscherming van onze eigen innerlijke heksenketel van angsten en bedekking van angsten. Het is de 'met-mij-gaat-alles-goed-show' waar we hier op het web ook zo goed in zijn (en volgens mij het bestaansrecht van
Facebook vormt).
Geurts zet haarscherp een patroon neer, dat volgens mij voor mij voor veel mensen herkenbaar is.
Stel, je collega of geliefde zegt iets wat jou triggert aan het eerder genoemde gevoel van zelfafwijzing. Onmiddellijk is er een 'ik'-gevoel dat zich identificeert met deze herinnering, we versmelten ermee. Vervolgens gaan we ons verzetten, we willen ons niet (meer) zo voelen, er kan nog een meta-afwijzing ontstaan; je baalt van jezelf dat je je zo voelt en probeert je hiervan te dissociëren. En wat gebeurt er dan? De strijd tegen het pijnlijke gevoel richt zich op datgene wat het gevoel heeft getriggerd en zoeken we dus buiten ons zelf. De collega is stom. De geliefde is egoïstisch en heeft zijn prioriteiten niet goed op een rijtje.
Don't blame the messenger.
Met het projecteren van je negatieve gevoelens op anderen en omstandigheden veroordeel je jezelf tot machteloosheid, verlies je het vermogen om zelf van deze negatieve gevoelens af te komen en lever je jezelf over aan de willekeur van anderen.
Misschien bent u nu op een punt gekomen dat u wat moedeloos wordt. U herkent zich in bovenstaand patroon, en vraagt zich inmiddels af of er een oplossing is. Die is er.
Kom in contact met je ware staat van liefde en erkenning, je eigen bron. Bijvoorbeeld door meditatie. Weg met die innerlijke criticus, dat is een
no win-strijd. Stop met die zelfafwijzing.
Mooi Boeddhistisch citaat: 'al zoek je de hele wereld af naar iemand die je liefde meer waard is dan jezelf, je zult die nooit vinden'.
Het boek is geen pleidooi om je van niemand nog wat aan te trekken, of om anderen geen erkenning en liefde meer te geven. Het legt alleen uit waarom het niet werkt om je geheel afhankelijk te maken van 'de ander'. Hoe we vervreemd zijn van onze natuurlijke zelfwaardering. Hoe sterker je zelfveroordeling, hoe sterker je projectie ervan, hoe scherper jouw oordeel over andere mensen.
En andersom werkt het ook. De mate waarin de erkenning van anderen bijdraagt aan je eigenwaarde, is evenredig aan de mate van waardering die je voor hen hebt. Ziet je vriend je niet staan, dan komt dat harder binnen dan als de cassière geen aandacht voor je heeft.
We investeren zelf ook wisselend in anderen. En de top van alle 'beleggingen' wordt gevormd door de Liefderelatie. Bij verliefdheid ontstaat namelijk de indruk dat de diepste zelfafwijking door De Ander ongedaan kan worden gemaakt door onvoorwaardelijk van je te (blijven) houden. In onze meest verliefde momenten komen we even in aanraking met onze eigen natuurlijke staat, alleen projecteren we die gevoelens op die ander, die slechts de trigger is, en denken (terwijl we inmiddels volwassen en niet meer afhankelijk zijn) niet meer zonder die ander te kunnen.
Don't blame the messenger.
Ik heb het boek uit (heel veel dank, Jan Geurtz! En voor een ieder die dit aanspreekt: lees dit boek, dit is slechts een kleine samenvatting van zijn inzichten en wijsheden. Zesentwintigste druk inmiddels).
De dvd's zijn gekeken en het huis is opgeruimd. Ik ben weer opgeknapt.
Terwijl ik mijn administratie doe en door mijn papieren ga, valt mijn oog op een citaat van Zoon, mijn eigen kleine HuisBuddha.
'Ik ben zelf mijn ware', zei hij ooit.
Beter kan ik het niet samenvatten.