maandag 26 oktober 2015

prentje en de sneeuwman

Ieder jaar heb ik een soort van kerst-fetisj. Zodra de dagen korter worden, speur ik stiekem al in mijn favoriete winkels of ze al een kerstafdeling hebben. De kerstdagen zelf vind ik niet zo bijzonder; ik schreef er al eerder over; het gaat me puur om de voorpret.
En vaak springt er dan één symbool (grafisch) voor me uit; zoals daar al geweest zijn: de engel, de kerstboom, de ster en dit jaar in de herkansing opnieuw de sneeuwman ('of is het sneeuwpop?' vroeg Zoon. We houden het op sneeuwman.)
Die liefde ontstond een paar jaar geleden bij Muji, en is dit jaar (hoera!) ook door de Hema overgenomen. Dus we gaan los: we hebben al de theedoek, het kussen, het dekbedovertrek en het gelukpoppetje.

En vooruit, de Muji-sneeuwpop man krijgt ook een plekje; hij was immers de voorloper.

We twijfelen nog over de sneeuwmanlichtjes.

zondag 25 oktober 2015

prentje en het huisje

Op de Dutch Design Week liep ik tegen nog een boek aan dat ik niet kon laten liggen: 'The World of Tim Burton'.
De enige man waarvoor ik ooit naar het buitenland ben gegaan om een tentoonstelling te bezoeken.
Ik ben dol op zijn macabere-maar-toch-fijne sprookjes.

Ik nam het mee naar het Center Parcs-huisje dat we hadden gehuurd voor de herfstvakantie.
In het boek staat ook een interview met Tim, en zo kwam ik erachter dat hij uit Californië komt.
'Ik voelde me daar een vreemde eend in de bijt', zegt hij. 'In het zonnige Californië groeide een jongetje op dat hield van horrorfilms.'

Ik keek het huisje eens rond. Zoon en zijn Verloofde vinden het geweldig op zo'n park, maar ik voel me een beetje eenzaam. De gezinnen die er rondlopen lijken van een andere planeet te komen. Met andere interesses, andere opvoedmethodes en een andere smaak. Eigenlijk probeer ik de mensen daar een beetje te ontlopen, en trek ik me terug in het huisje.

'Hoe gaat het daar?', appt Zus.
'Heb je een leuk huisje?'
'De gordijnen zijn rood/geel geblokt, de plavuizen bruin, de bank paars en van plastic, en de muren groen en blauw', app ik terug.
'Ik zit hier even hardop te lachen', zegt Zus.
Ik probeer me jou voor te stellen op een paarse bank met rood/gele gordijnen.'

Ik nestel me onder de plaid die ik van huis heb meegenomen, en doe ondertussen verschillende pogingen niet van de kunststof bank af te glijden. Ik steek de haard aan en schenk een glas wijn in, voor ik het boek weer oppak. Vol bewondering kijk ik naar de vele foto's en tekeningen van Tim en denk aan het jongetje dat geen aansluiting kon vinden in de Sunny State. Zachtjes tikken de bedeltjes van mijn Halloween-armband tegen het papier.

Waarschijnlijk zijn het niet de gezinnen hier die van een andere planeet komen, maar ben ik het zelf.

vrijdag 23 oktober 2015

prentje op de DDW, deel 2

Het is een tijdje geleden dat ik een kinderboek kocht.
Misschien leg ik de lat wel hoog, inmiddels.
(Soms ben ik bang dat dit op meerdere terreinen in mijn leven van toepassing is).

En ik mocht alleen iets kopen op de Dutch Design Week als ik ter plekke verliefd werd hè, die belofte had ik mezelf gedaan.
Nou, ik voelde het hoor, toen ik 'Ik zie jou, zie je mij?' oppakte.

Grappig eigenlijk; op een designbeurs word ik het meest aangetrokken door een kinderboek.
Ik vraag me overigens af of dit wel een kinderboek is; ik denk dat ik het daar een beetje mee te kort doe.
Want de tekeningen van Alain Verster zijn zo wonderschoon dat ik ze het liefst allemaal in een lijstje zou doen.
Wat zeg ik; ik zou ze muurgroot willen afdrukken.

Ze hebben precies die dromerige, vintage-, sprookjesachtige collagesfeer zonder te zoetsappig te zijn.
Er zit iets melancholisch in zijn illustraties, iets dat ik wel vaker zie bij de Belgen.
Het is vreselijk mooi, maar doet ook een beetje pijn, zoiets.

Bitterzoet.
Is het dat? 
 
© beeld: Alain Verster
   © tekst: Siska Goeminne

zondag 18 oktober 2015

prentje op de DDW, deel 1

Ik hoor het mezelf nog zeggen tegen studievriendinnetje T.
'Ik mag alleen iets kopen als ik er ter plekke verliefd op word'.

Het 'probleem' van de Dutch Design Week is dat er ongeveer alles samenkomt waar ik van hou.
Geweldig design. Waanzinnige illustraties. Indrukwekkend industrieel erfgoed. Creatieve mensen. Good food in leuk tentjes. Top grafisch ontwerp. Heerlijke markt. Lieve konijntjes als de nieuwe flamingo's. Gave (kinder)boeken. Super fotomomenten. Originele (kinder)kleren.

En dan hebben we nog alleen nog maar Strijp S gezien.
Volgend jaar neem ik een week vrij.

(En laten we het er op houden dat ik vaak verliefd werd).

woensdag 14 oktober 2015

prentje en de nieuwe werkplek

Omdat ik twee dagen in de week thuiswerk, is het fijn om een goede werkplek te hebben. 
Omdat ik in de Petteflet woon, heb ik geen aparte werkkamer. Ik werk dus in de woonkamer. 
En dan is het ook fijn als het er een beetje leuk uitziet, aangezien ik vanaf mijn bank zo op mijn werkhoek kijk.
Ik had een prima bureau, antrecietgrijs, niets mis mee. Maar toen ik zag dat ze bij Ikea een nieuwe serie hadden - eentje met dezelfde schuine poten als mijn eettafel - hoefde ik niet lang na te denken. 
Door die schuine pootjes krijgt ie iets fifties, en door het blanke hout iets Muji-achtigs. 

En als ik iets wil, dan moet het ook snel, en denk ik wel aan de praktische consequenties als die zich aandienen. 
Zoals: met een grote doos arriveren bij mijn Fiatje-500, en kijken hoe deze in de auto past. 
Kijk, dan is het fijn om een cabrio te hebben. Want ik deed gewoon mijn dak open. 

En daarnaast ben ik er van overtuigd dat andere mensen helpen in het bloed zit van het gros van de mensheid. 
Want binnen no time had ik twee mensen naast mijn autootje staan die voorzichtig het pakket er via het dak in schoven.
Het dak kon zelfs weer dicht! Blij reed ik naar huis. 
Daar aangekomen kwam er net een gezin naar buiten. 
En terwijl moeder en dochter verliefd rond mijn mintgroene cabriootje drentelden (oooh, jij bent de buurvrouw van die leuke auto!) tilde de papa van het gezin in één soepele beweging de doos weer via het dak naar buiten, en zette die netjes naast de lift. 

En terwijl half Nederland Oranje onderuit zag gaan, probeerde ik zelf het bureautje in elkaar te zetten (want hij moet dan ook gelijk staan, dat begrijpt u inmiddels). 
Alleen had ik ook nog die andere, en dan is mijn huisje gelijk vol (mocht u interesse hebben: hij staat op Marktplaats). Naast de bureaulamp. 

Want die geweldige Eiffeltorenlamp van de Hema kon ik natuurlijk ook niet weerstaan.  

Ach ja. Het is toch niet voor niets Oktober Woonmaand? 

zaterdag 10 oktober 2015

prentje en de vraag

Zaterdagochtend, 8 uur.
Ik heb Zoon gisteren opgehaald van drie dagen schoolkamp, en vermoed dat hij nog wel even in bed blijft liggen.
Ik heb me op de bank genesteld.

Opeens staat hij voor me, in zijn lieve pyjama.
'Mam, ik ga je een moeilijke vraag stellen.'
Ik leg mijn telefoon weg, en kijk hem belangstellend aan.
'Geloof jij dat de de toekomst al vastligt?'

'Ik geloof dat bepaalde, belangrijke dingen al vastliggen', antwoord ik.
Daarom geloof ik ook dat mensen met bepaalde gaven de toekomst kunnen voorspellen.
We hebben als mensen minder invloed op het verloop van dingen dan we denken.
Persoonlijk geeft me dat een soort van rust.'

Zoon knikt bevestigend. 'Maar dat wil niet zeggen dat we helemaal geen invloed hebben, toch?', stelt hij zijn volgende vraag. 'Dat, als je bijvoorbeeld politicus wilt worden, je maar op de bank kunt blijven liggen en denkt: 'ik word politicus, daar hoef ik helemaal geen moeite voor te doen.'
'Nee, dat geloof ik ook niet', zeg ik haastig, blij dat hij zelf hiermee komt. 'Dus eigenlijk maak je een soort Halve Keuzes', concludeert hij. 'Je hebt wel een keuze, maar ook niet helemaal.'
'Het pad er naar toe; dat bepaal je zelf', zeg ik. De weg naar de bestemming. Daar zijn veel variaties op mogelijk. Maar hee, dat is hoe ik het zie hè. Ik vind het zelf een mooie gedachte. Maar dat staat los van wat jij moet geloven, dat is aan jou.'

Tevreden met mijn antwoorden kruipt hij weer even in bed. Ik ga ondertussen ontbijt maken.
'Een van mijn lievelingsfilms heeft dit onderwerp als thema', zeg ik boven de croissants.
Niet-begrijpend kijkt hij me aan. Dat is onder andere zo mooi aan kinderen; ze leven in het moment. Meesters in mindfulness.

'Waar we het net over hadden', verduidelijk ik. 'Die film heet Sliding Doors.
Eigenlijk zijn het twee verhalen in één film.
In het ene verhaal redt de hoofdpersoon net de laatste metro en ontdekt zo dat haar vriend vreemd gaat. Vervolgens neemt ze zelf het heft in handen en ontmoet zo onder andere de man van haar leven.
In de andere versie mist ze de metro, ontdekt dus niets, maar treft na een lange weg toch deze man in het ziekenhuis.'
'Maar hoe doen ze dat dan in die film?', vraagt hij kritisch. 'Met twee verhalen heb je toch beelden en omgevingsgeluiden door elkaar?'
'Dat hebben ze praktisch opgelost', antwoord ik, trots op mijn kind dat elke keer een stapje verder denkt.
'In de ene versie heeft ze d'r haar geknipt en heeft ze een blonde spoeling, in de andere is d'r haar nog lang en bruin. En die verhaallijnen monteren ze steeds na elkaar. We kunnen 'm wel een keer samen kijken, als je dat leuk vindt.'

Zoon knikt afwezig, en ik zie aan zijn blik dat het onderwerp voor dit moment klaar is.

En voor de zoveelste keer vraag ik me af wie nou het meest van wie leert.

zondag 4 oktober 2015

prentje en de eigenwaarde

Rustig keek hij de afgeladen tent rond. Hij nam de ruimte in zich op; had geen haast.
Eigenlijk was de geïmproviseerde zaal al vol, maar vriendin T en ik mochten via de zijkant naar binnen, als we het geen probleem vonden om op de grond te zitten. Dat vonden we niet. De zon scheen op mijn rug.

Ik was direct gebiologeerd door de rust die hij uitstraalde. Ik kende hem niet, Jan Geurtz, en we hadden geen kaartjes gereserveerd voor zijn lezing op het Happinez-festival waar T me mee naar toe had genomen. Maar iets in mij zei me dat hij mij wat kon leren. Hij hield een fantastische lezing over zelfacceptatie en ik werd door hem geraakt. Wat een wijze man.

En toen werd ik ziek. Ik zal u de details besparen, maar het was een aaneenschakeling van ontstekingen, griep en andere ellende en hield me enkele weken aan mijn bed gekluisterd.
Ik deed twee dingen: bestelde Jan's boek 'Verslaafd aan liefde' en de complete dvd-serie van House of Cards (daar ga ik het een andere keer over hebben) 

Jan Geurtz is auteur van boeken als 'De verslaving voorbij' en het Het einde van de opvoeding'. Hij studeerde orthopedagogiek, onderwijskunde en wetenschapsfilosofie en is vooral geïnspireerd door het boeddhisme.

In 'Verslaafd aan liefde' legt Jan uit dat onze zoektocht naar liefde en erkenning voortkomt uit een fundamentele zelfafwijzing. Volgens Geurtz ontwikkelen we vanaf het moment dat we zijn geboren een negatief, afhankelijk zelfbeeld. We komen immers hulpeloos op aarde, en zijn volledig afhankelijk van onze verzorger, in veel gevallen de moeder. Zij moet ons voeden, warm houden en knuffelen. Of zoals de auteur zegt: 'iedereen heeft de eerste jaren van zijn leven doorgebracht in werkelijke afhankelijkheid en in een existentiële angst voor afwijzing. Die angst is dus van oorsprong angst voor verlating, en in wezen ook doodsangst. Geen wonder dat we er de rest van ons leven bang voor zijn en proberen deze zo goed mogelijk bedekt te houden. Angst is de diepste kracht achter ons levenslange streven naar liefde en erkenning van anderen.'

Nou, en daar begint het gedonder al. Want wat doen we? We vormen een geconstrueerd positief zelfbeeld gebaseerd op liefde en erkenning van anderen. Dit zelfbeeld (ook wel ego genoemd) is ons meest fundamentele verslaving. Onze 'mind' richt zich naar buiten, op de ander als leverancier van veiligheid, bevestiging en erkenning en we keren ons zo van onze eigen natuur af. We houden de illusie in stand dat we zonder de liefde van de ander niet waardevol zijn, niet goed genoeg, waardoor we weer de drang versterken het buiten onszelf te zoeken.

Vervolgens ontwikkelen we een bepaald soort gedrag; bijvoorbeeld het 'nice guy-patroon' waar volgens mij ook veel vrouwen last van hebben.
De 'sorry dat ik besta, ik zal niet lastig zijn'-houding, waardoor je eigenwaarde bepaald niet groter wordt, je confrontaties uit de weg gaat, waardoor dit patroon vicieus wordt en zichzelf in stand houdt.  
Of, ook een heel herkenbare, het perfectionisme. Op basis van het negatieve geloof 'ik ben niet goed genoeg' is er een regel ontstaan die zegt: 'ik mag geen fouten maken'. Het resultaat moet altijd maximaal zijn. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander. We moeten voortdurend energie steken in het in stand houden van deze aan anderen ontleende 'eigenwaarde'. En als deze niet snel genoeg komt, worden we onrustig. 'Waarom heeft ze nog niet gereageerd op mijn appje?' 'Waarom maakt hij geen tijd voor me vrij?' Meteen komt het duiveltje om de hoek kijken: 'zie je wel, ik ben niet de moeite waard'. Om die onzekerheid te ontkennen en aan de instabiele zelfconstructie toch nog een schijn van stabiliteit te geven, vormen we een nieuwe laag: ons imago, het beeld dat we willen dat anderen van ons hebben. Het is de afscherming van onze eigen innerlijke heksenketel van angsten en bedekking van angsten. Het is de 'met-mij-gaat-alles-goed-show' waar we hier op het web ook zo goed in zijn (en volgens mij het bestaansrecht van Facebook vormt).

Geurts zet haarscherp een patroon neer, dat volgens mij voor mij voor veel mensen herkenbaar is.
Stel, je collega of geliefde zegt iets wat jou triggert aan het eerder genoemde gevoel van zelfafwijzing. Onmiddellijk is er een 'ik'-gevoel dat zich identificeert met deze herinnering, we versmelten ermee. Vervolgens gaan we ons verzetten, we willen ons niet (meer) zo voelen, er kan nog een meta-afwijzing ontstaan; je baalt van jezelf dat je je zo voelt en probeert je hiervan te dissociëren.  En wat gebeurt er dan? De strijd tegen het pijnlijke gevoel richt zich op datgene wat het gevoel heeft getriggerd en zoeken we dus buiten ons zelf. De collega is stom. De geliefde is egoïstisch en heeft zijn prioriteiten niet goed op een rijtje.
Don't blame the messenger.

Met het projecteren van je negatieve gevoelens op anderen en omstandigheden veroordeel je jezelf tot machteloosheid, verlies je het vermogen om zelf van deze negatieve gevoelens af te komen en lever je jezelf over aan de willekeur van anderen.

Misschien bent u nu op een punt gekomen dat u wat moedeloos wordt. U herkent zich in bovenstaand patroon, en vraagt zich inmiddels af of er een oplossing is. Die is er.
Kom in contact met je ware staat van liefde en erkenning, je eigen bron. Bijvoorbeeld door meditatie. Weg met die innerlijke criticus, dat is een no win-strijd. Stop met die zelfafwijzing.
Mooi Boeddhistisch citaat: 'al zoek je de hele wereld af naar iemand die je liefde meer waard is dan jezelf, je zult die nooit vinden'.

Het boek is geen pleidooi om je van niemand nog wat aan te trekken, of om anderen geen erkenning en liefde meer te geven. Het legt alleen uit waarom het niet werkt om je geheel afhankelijk te maken van 'de ander'. Hoe we vervreemd zijn van onze natuurlijke zelfwaardering. Hoe sterker je zelfveroordeling, hoe sterker je projectie ervan, hoe scherper jouw oordeel over andere mensen.
En andersom werkt het ook. De mate waarin de erkenning van anderen bijdraagt aan je eigenwaarde, is evenredig aan de mate van waardering die je voor hen hebt. Ziet je vriend je niet staan, dan komt dat harder binnen dan als de cassière geen aandacht voor je heeft.

We investeren zelf ook wisselend in anderen. En de top van alle 'beleggingen' wordt gevormd door de Liefderelatie. Bij verliefdheid ontstaat namelijk de indruk dat de diepste zelfafwijking door De Ander ongedaan kan worden gemaakt door onvoorwaardelijk van je te (blijven) houden. In onze meest verliefde momenten komen we even in aanraking met onze eigen natuurlijke staat, alleen projecteren we die gevoelens op die ander, die slechts de trigger is, en denken (terwijl we inmiddels volwassen en niet meer afhankelijk zijn) niet meer zonder die ander te kunnen.
Don't blame the messenger.

Ik heb het boek uit (heel veel dank, Jan Geurtz! En voor een ieder die dit aanspreekt: lees dit boek, dit is slechts een kleine samenvatting van zijn inzichten en wijsheden. Zesentwintigste druk inmiddels).
De dvd's zijn gekeken en het huis is opgeruimd. Ik ben weer opgeknapt.
Terwijl ik mijn administratie doe en door mijn papieren ga, valt mijn oog op een citaat van Zoon, mijn eigen kleine HuisBuddha.

'Ik ben zelf mijn ware', zei hij ooit.

Beter kan ik het niet samenvatten.