'Laten we maar naar het station gaan lopen', zei ik tegen Zoon. 'Dan kunnen we straks met papa met de auto terug en hoeven we de fiets niet meer op te halen'.
We waren op weg naar Zus. Samen met de rest van de familie gingen we naar de intocht van Sinterklaas in Ouderkerk aan de Amstel. Een soort familietraditie.
Man zou rechtstreeks vanuit zijn werk gaan.
Het was nog een heel gesjouw met een sinttaart, sintvlaggen en natuurlijk mijn camera. In de verte zagen we de trein van kwart over vier rijden. Shit. Ik had me vergist in de tijd. Dat werd een half uur wachten.
Op het perron hoorde we een meisje in gebrekkig Nederlands zeggen dat de trein niet reed. 'Jawel hoor', zei ik geruststellend. 'Ik zag 'm net nog rijden'. Maar toen hoorde we opeens een ander meisje ook zeggen dat er niets meer reed van en naar Utrecht. Ongerust belde ik Man op z'n werk. 'Klopt', zei Man. 'Er rijdt helemaal niets meer. Brand op CS.'
Mopperend begonnen we aan de terugweg. Met taart, vlaggen en camera. Zoon viel en moest worden getild. Ik had zin om een potje te huilen.
Een half uur later waren we weer bij ons huis. Man kwam er ook net aan. 'Laten we maar thuis blijven', zei ik tegen Man. Zoon zette het op een brullen. 'Welnee', zei Man monter. 'We hebben taart en vlaggen, we gaan gewoon.'
Met gierende banden waren we net op tijd bij Zus. De familie stond al klaar in de deuropening. Snel liepen we naar het dorp, waar de goedheiligman met de boot aankwam, om vervolgens over te stappen op zijn trouwe viervoeter Amerigo. Hij had een heel bataljon pieten bij zich. Zoon zette bij elke piet zijn liefste glimlach op, waardoor hij al snel een enorme voorraad pepernoten had, die hij allemaal tijdelijk in de zak van Zus deponeerde.
Met rode wangen zaten we even later aan de sinttaart. Zoon had vooral oog voor zijn grote verzameling pepernoten op het bord voor hem. Gelukzalig keek hij de kring rond.
'Ik ben snoeprijk', zei hij tevreden.
Kijk, en daar doe je het dan allemaal maar weer voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten