zaterdag 2 november 2024

prentje en Nick Cave

We've all had too much sorrow, now is the time for joy.  

Als er een plaat is die me de afgelopen weken er doorheen heeft geholpen, is het Wild God van Nick Cave. 
Soundtrack van mijn gebroken hart. 

The man is a God himself. Was hij vroeger een beetje, nou ja, eng - na de dood van zijn zoon is hij een andere weg ingeslagen. In het volle besef dat er een diepe waardevolle connectie bestaat tussen mensen, gaat hij die verbinding rücksichtlos aan. 

In zijn Red Hand Files beantwoordt hij met zoveel liefde en mededogen levensvragen van mensen waaruit je niet anders kunt concluderen dat hier een heel wijs man spreekt. 
En een geweldige kijktip: interview bij The Late Show op CBS.  

Wild God is een optimistische plaat. Lijden is onoverkomelijk in het leven, maar als we dat accepteren is er ruimte voor vreugde. 
Wat me daarin ook fascineert, is hoe open hij praat over religie, terwijl dat in het punkmilieu waar hij uit komt, niet bepaald cool is. Maar Nick Cave bepaalt zelf wel de definitie van coolheid. 
Hij zingt vol overtuiging over het bezoek van de geest van zijn overleden zoon aan zijn bed ('A ghost in giant sneakers, laughing stars around his head'). 

Door omstandigheden kon ik niet naar het concert in Amsterdam, maar ik had mijn zinnen gezet op zijn optreden in Antwerpen. We maakten er gelijk maar een kleine vakantie van. 

Woensdagavond. Een uitverkocht Sportpaleis met 23.000 fans. We hadden fantastische zitplaatsen, maar het was al snel duidelijk dat het vooraan bij het podium gebeurde. 

'Zullen we kijken of we ook nog kaartjes voor morgen kunnen krijgen, maar dan staplaatsen?', vroeg ik toen we het het Sportpaleis net hadden verlaten. 

En die geweldige vriend, die zijn trip naar China had geannuleerd om met mij dit avontuur te beleven, zei gelijk 'ja' en voordat we in de metro stapten, had ik de kaartjes al besteld.

Wat volgde was een onbeschrijfelijke avond. 
Ik wilde in de Sporthal zijn op het moment dat de deuren open gingen om helemaal vooraan te staan, maar door een verkeerde metro waren we later dan gepland. 

Dat haalt niet het beste in mij naar boven. 

Dankzij een sprint door de aanpalende woonwijk arriveerden we uiteindelijk een krap half uur later na opening bij het stadion. Altijd spannend of de doorverkochte kaartjes inderdaad toegang verleenden, ja, gelukkig, gauw door naar het middenplein. Er stonden wel al een aantal mensen voor het podium maar eigenlijk viel het ook wel mee. Het voorprogramma doorworstelen en toen, half 9, daar was ie. Onze Nick.

Wat zo mooi is: je ziet dat hij net zo hunkert naar contact als het publiek dat daar in extase hem wil aanraken als ware hij de Messias. Het gebeurde mij ook. Zielsverrukking; ik kan er geen ander woord voor verzinnen. En het lukte. Steeds opnieuw. 

Tot het moment dat hij opeens voor mijn neus stond en me zijn microfoon gaf om zelf het publiek een ritme voor te kunnen klappen voor The Weeping Song.  

Daar stond ik, trillend met de microfoon van Nick Cave in mijn handen. 
Hij had mij uitgekozen. 

En mijn lieve vriend vergat van schrik te filmen. 
Maar hij maakte wél deze foto. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten