Het was een zwarte winter. Mijn angststoornis verergerde door de overgang. De angst die altijd op de loer ligt, raasde nu 24 uur door mijn lijf. Ik raakte erdoor in een depressie. Ik verloor zelfs de lust om te schrijven.
Het bleef stil hier.
Gewoon Opnieuw. Het nummer van Alex Klaassen waar ik elke keer weer om huilen.
We zijn ruim een half jaar verder.
Gewoon Opnieuw. Voorzichtig kijk ik op mijn blog en wordt geraakt door de lieve berichtjes. Er zijn mensen die me missen. Ik ga weer schrijven. Ik ga weer delen.
Ik ben er nog niet, en ik weet ook niet of ik er ooit ga komen. Maar ik geef niet op.
Opnieuw sta ik op een wachtlijst voor een behandeling.
Afgelopen maandag was ik bij een lezing over angststoornissen. We zijn met zovelen, maar je hoort ons niet. Want we schamen ons. Nog steeds.
Gewoon Opnieuw. Het boek dat al jaren in mijn hoofd zit; daar ga ik eindelijk maar 's aan beginnen.
De Sint Jan trekt me. Voorzichtig stap ik over de drempel. De zon breekt door.
Een magisch schouwspel ontvouwt zich op de muren. Overal verschijnen kleine cadeautjes. Het glas in lood tovert bloemen en feeërieke vormen.'Five minutes'. De kathedraal is langzaam leeggelopen. Een non die tot mijn verbazing Engels spreekt, geeft aan dat ze zo gaan sluiten. Ik zie mensen langs de zijkant de kerk verlaten. Nog heel even.
Voldaan trek ik de buitendeur open. Op slot. Ik zit in een soort tussenruimte. Snel check ik of de deur naar de kerk niet achter me is dichtgevallen. Oef, die gaat nog open. Maar de Sint Jan is nu compleet leeg. Ik zie de non van eerder bij de hoofdingang, klaar om de kerk te vergrendelen.
Met een flinke sprint ren ik naar de voordeur, ondertussen roepend: 'ik ben er nog!'.
Glimlachend draait de non zich om.
'Je was gefascineerd door het schouwspel hė', zegt ze terwijl ze me met een zachte blik aankijkt.
Ik knik. 'Het licht is zo mooi', mompel ik in het Engels.
'Logeer je in Den Bosch? Je kunt morgenochtend om 7 uur terugkomen, het ochtendlicht ook zo prachtig.'
Spijtig zeg ik dat ik zo terugrijd naar Utrecht.
'Weet je wat, blijf nog maar even. Ik moet toch nog wat dingen doen.'
Gezellig rommelt ze nog een tijdje wat aan, terwijl ik getroffen in een lege Sint Jan zie hoe de lichtvlekken door de kerk heen dansen.
Samen lopen we even later naar de uitgang. 'Dank u wel', fluister ik ontroerd. 'I wish you all the best', antwoordt ze terwijl ze haar handen tegen elkaar aan drukt.
God's wegen zijn ondoorgrondelijk.