vrijdag 27 februari 2015

prentje en de stilte

'Het is zo stil op je blog, gaat het wel goed met je?', las ik van de week als reactie op mijn vorige post.

Voor het eerst sinds ik ben begonnen met mijn blog wist ik niet meer wat ik moest schrijven.
Er gebeurt zoveel, maar dat zijn geen dingen die ik gemakkelijk hier met u kan delen.
En het lukt me niet om over andere dingen te schrijven, want dat voelt dan 'onecht' (en waarschijnlijk leg ik de lat daarbij erg hoog voor mezelf).

Daarnaast ging ik voor de zoveelste keer maar weer een dialoog met mezelf aan.
Waarom schrijf ik een blog? Is het voor het 'applaus'? Heb ik daar anderen bij nodig omdat ik dat nog steeds niet (voldoende) uit mezelf kan halen?
En waarom zit ik eigenlijk op Facebook? Het lijkt soms wel alsof iedereen over elkaar heen buitelt met foto's van een succesvol leven, net als bij sommige blogs overigens. En zoals u weet als u mij langer volgt, is dat een thema dat vaak terug blijft komen in mijn leven. Wat is echt en wat niet?
En waarom moet het echt zijn, mag je soms niet wegdromen bij mooie plaatjes?

Ik worstelde hiermee, en als ik ergens mee worstel, neem ik vaak een radicaal besluit om maar iets te doen. Stilstaan of zitten vind ik ontzettend moeilijk.
Dus ging ik van de ene op de andere dag van Facebook, en kwam er geen stukje meer uit mijn pen toetsenbord.

Ik probeerde het wel hoor, was een heel verhaal in elkaar aan het zetten over mijn nieuwe lamp.
Maar het voelde niet goed. En dan krijg ik het niet lekker geschreven. Ik moet achter elkaar door kunnen typen, alsof er een bandje in mijn hoofd afspeelt en mijn vingers hun eigen weg vinden over het toetsenbord (zoals nu). Het moet stromen, mijn vingers moeten vliegen omdat ze het tempo niet bij kunnen houden van dat (hoofd)bandje.

Dus blijf ik maar mijn eigen weg volgen, ook al is het niet de makkelijkste.
Ik ben en blijf een luchtfietser, een dromer met een hoge lat.

Blijkbaar is dat mijn pad.
En neem ik u vanaf nu hier weer mee op mijn bagagedrager, als u dat ook wilt.
Met ons hoofd in de wolken.
En misschien kunnen we af en toe afwisselen, zodat ik even achterop kan zitten (ik zit slecht stil, zoals u weet).
En wellicht donderen we daardoor soms samen naar beneden, omdat we het evenwicht niet kunnen bewaren.
Maar we stappen altijd weer op.

Want fietsen verleren we nooit.

woensdag 4 februari 2015

prentje en de cavia's

'We kunnen zaterdag gaan kijken bij twee cavia's', appte ex-Man afgelopen donderdag.
Ik keek naar Zoon. We hadden een heftige avond achter de rug.
We keken terug op eerst het '1 hapje spinazie-drama', en daarna de bijna live-gijzeling bij het Journaal ('de volgende beelden kunnen heftig zijn') terwijl Zoon in enthousiaste afwachting zat voor zijn lievelingsprogramma 'Wie is de Mol?'.
Het eerste drama behoeft extra uitleg, het tweede niet.

Zoon is een lastige eter, en dan druk ik me nog voorzichtig uit. Die avond hadden we een deal: we zouden pizza eten als hij daarbij 1 hapje spinazie nam. De pizza ging er makkelijk in, en terwijl Zoon me probeerde af te leiden, zag ik het hapje spinazie steeds kouder worden. 'Spinazie' antwoordde ik alleen nog maar op al zijn vragen en Zoon deed een poging. Tranen. Kokhalzen. 
Het zit zo tussen zijn oren.   

Maar goed, daar wilde ik het helemaal niet met u over hebben.
Al jaren wil Zoon graag 1 cavia's ('want eentje is zielig'). Ik begrijp dat wel, want ik had vroeger ook cavia's: Mickey en Pluisje. Mickey had ik overgenomen van Broer en bereikte een recordleeftijd van 9 jaar. Het dier was ouder dan ikzelf en ik had er dan ook een soort voor gezag voor. Toen hij uiteindelijk toch naar de caviahemel vertrok, kreeg ik zelf voor mijn negende verjaardag een eigen cavia: Pluisje. Pluisje is helaas niet zo oud geworden omdat hij een voorliefde had voor de voeten en handen van mijn Barbies, die dus allemaal verminkt door het leven gingen. Maar dat nam ik maar voor lief, net als ik voor lief nam dat ik eigenlijk hartstikke allergisch ben voor cavia's. Dus als ik had geknuffeld met de harige vriendjes, vertrok ik naar mijn kamer om daar een kwartiertje te niezen.
Liefde vraagt vaak offers.
Volgens mij heeft nooit iemand het gemerkt.

Enfin, de allergie was dus een van de redenen waarom we Zoon's hartewens niet in vervulling konden laten gaan, maar het feit dat we niet meer onder 1 dak wonen, bood perspectief.
Nu is ex-Man niet opgegroeid met huisdieren en heeft dat ook niet als een gemis ervaren, dus ik was aangenaam verrast toen hij zelf vorige week met de cavia's op de proppen kwam.
'Mag ik het nu al tegen hem zeggen?', appte ik terug. Want we hadden niet zo'n fijne avond, zoals u inmiddels weet en dit goede nieuws zou zijn zinnen kunnen verzetten ('mama, ze zeiden toch dat de kans in Nederland op een terroristische aanslag niet zo groot was? Deze man zegt dat hij handelt namens een organisatie!').

En zo kwamen de cavia's in ons leven. In hun vorige huis liep ook een allergische moeder rond, dus die wilde ze graag een goed nieuw thuis bieden. Ze arriveerden gisteren; toevallig ook een Mickey en Snoetje. Die namen hadden ze al, en voor het gemak namen we die maar over, hoewel ik me af vraag of een cavia in een diepe identiteitscrisis belandt als hij of zij opeens anders heet.
Ik bleef gelijk maar eten om dit heugelijke feit mee te vieren, en ik moet zeggen; het viel mee met mijn allergie. Gelukkig maar, want waarschijnlijk ben ik toch een soort peetmoeder geworden van de viervoeters.

Ik keek naar Zoon, die nog wat onwennig met de beestjes op schoot zat ('ze mogen nu wel weer terug in hun hok, mam'). Het is dus nog even wennen, knuffelen met knaagdieren. Maar dat komt goed.

Ik ben een groot voorstander van huisdieren voor kinderen, zeker als ze enig kind zijn.
'Je bent de liefste vader', fluisterde ik daarom tegen ex-Man. 'En de beste ex-Man die een vrouw zich kan wensen.'

En verbeeldde ik het me nou of hoorde ik instemmend geknor uit de kooi komen?