Vanwege allerlei omstandigheden missen we de boot - geen ideaal begin van een romantisch tripje, kan ik wel zeggen.
De volgende gaat pas in de avond, dus we zoeken meteen hongerig een tafeltje als we arriveren. Zoals echte toeristen betaamd, willen we per se buiten zitten. De stemming is inmiddels opgeknapt, gelukkig. Nu het weer nog.
We zitten nog niet zo lang, als de kok naar buiten komt om een luchtje te scheppen. We beginnen een obligaat praatje over de weersverwachtingen - altijd veilig. 'Ik vind het wel gezellig om de regen tegen de schuine ramen in mijn kamer te horen tikken', zegt hij, terwijl hij naar boven kijkt.
'Woon je boven het restaurant?', vraag ik belangstellend. Ronduit fascinerend vind ik het als mensen op een eiland wonen. Hij knikt. 'In de personeelskamer', antwoordde hij. 'Ik wil wel een huis, maar dat is hier heel lastig. Maar misschien mag ik het restaurant over 5 jaar pachten', vervolgt hij trots.
'Hoe is het om hier te wonen?', kan ik niet nalaten om te vragen. 'Het is mijn redding geweest', zegt hij plechtig. 'Als ik deze stap niet had genomen, zat ik nu óf in de bak, of ik was er niet meer.'
Die komt wel even binnen. 'Had je foute vrienden?', vraagt mijn lief. 'Foute vrienden, op school ging het niet, ik rommelde maar wat aan. Politie erbij. Ik wist dat ik een beslissing moest nemen - nu of nooit. Opeens herinnerde ik me de vakanties van vroeger hier - ik kende nog wat mensen. Ik ben op de boot gestapt, mijn ouders heb ik pas na 2 weken verteld waar ik zat. 'Hoe oud was je toen?', vraagt de lief - ook zijn belangstelling is gewekt. 'Een jaar of 16', antwoordt de jonge kok - ik schat hem nu ook nog geen 20.
Onmiddellijk denk ik aan mijn 16-jarige, die deze zomer 17 wordt. Veel tijd om de vergelijking te maken krijg ik niet, want de jongen is nu echt op dreef. 'Uren heb ik hierboven bij de vuurtoren gezeten. Gewoon om na te denken. Wat moest ik doen? 'Deze mensen hebben mijn leven gered.' Liefdevol kijkt hij het restaurant in, naar de eigenaren. 'Nu ga ik hier nooit meer weg.' Alsof ze hoorden dat hij het over ze had, roepen ze hem opeens naar binnen. 'Fijne vakantie nog', zegt hij lachend, terwijl hij het restaurant weer in stapt.
Na het eten lopen we nog een rondje. Ik bedenk me dat ik ooit naar de School voor Journalistiek ben gegaan voor dit soort verhalen.
Als we langs het restaurant lopen, zie ik hem zitten. Samen met de eigenaren en het personeel drinken ze nog wat aan een lange tafel. Hij steekt vrolijk zijn hand op als hij ons ziet. Opeens word ik overspoeld door een gevoel van dankbaarheid. Dankbaar voor 2 mensen met een klein restaurant die een jongen een tweede kans geven om wat van zijn leven te maken; een kans die hij met beide handen aangrijpt.
Wat een bijzonder eiland is het toch.
Mooie bijzondere ontmoeting!
BeantwoordenVerwijderenmooi!
BeantwoordenVerwijderenWat een mooie ontmoeting. En ik ben samen met jou dankbaar dat er zulke mensen zijn, die iemand in nood helpen aan een betere toekomst.
BeantwoordenVerwijderenEn wonen op een eiland lijkt mij ook heel bijzonder, altijd afhankelijk van de boot en het weer.
Zo mooi! En heel apart, dat hij al zo jong wist wat hem te doen stond, vooraleer het finaal misging! Echt een verhaal waar ik blij van word !! Marie
BeantwoordenVerwijderen