'Mam, mag ik naar vriendje X fietsen?' Man en ik kijken elkaar aan. Bij het vakantiehuisje fietst Zoon de hele camping over, en nu hij eenmaal aan deze vrijheid heeft geroken, is er geen weg terug.
Vriendje X woont een straat verderop. 'Ok', zeg ik weifelend, 'maar goed uitkijken hè'.
Hij hoort het al niet meer. Man en ik kijken hem na door het keukenraam. Loslaten, een belangrijk aspect van de opvoeding, maar o zo moeilijk. Man en ik zijn zwaar gestresst doen net alsof we heel relaxed zijn. Wat duurt het lang voor hij terug is. Plotseling gaat mijn mobiel. Verschrikt kijken Man en ik elkaar aan. Hij zou toch niet? 'Met de moeder van Y', hoor ik aan de andere kant van de lijn, 'Ik wil me niet bemoeien met dingen die me niet aangaan, maar Zoon fietst hier door de straat. Weten jullie dat?' Ik bedank haar voor de sociale controle en zeg dat we aan het experimenteren zijn met Zoon's vrijheid. Ik leg neer en meteen gaat de vaste telefoon. 'Met de vader van Z. Jullie kind crosst hier als een dolle langs ons huis. Zijn jullie daarvan op de hoogte?' Ik stel hem gerust en loop toch stiekem even die kant op. Nonchalant begroet ik Zoon.
Zoon is gewend aan zijn nieuwe vrijheid. Nu wij nog. En de buren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten