Genietend kijk ik om me heen. Ik zie gekke kandelaars, vilten kettingen, bloemenschilderijen en nog veel meer. Hier hoor ik thuis.
Ik ben op de Noordermarkt in Amsterdam. Een keer per jaar neem ik vrij om hier naar toe te gaan. En wat is het weer fijn. Ik maak drie rondjes om maar niets te missen. Als Zus belt, sta ik net voor een kraam met uil-oorbellen, roodkapje-broches en hertjes-ringen. Live doe ik verslag van al het moois wat voor me ligt. Om vervolgens een praatje te maken met de Engelse verkoper. 'These fabrics are from Japan', vertelt hij over te leuke etuitjes. Maar dat had ik natuurlijk allang gezien, kenner als ik ben. 'This is like heaven', verzucht ik. Ik krijg korting als ik mijn broche en ring afreken.
Trots doe ik meteen mijn broche op en schuif de ring aan mijn vinger.
Verbeeld ik het me of kijkt iedereen naar me? Word ik niet een beetje te oud voor dit soort dingen? Vorig jaar werd ik op deze markt nog op de foto gezet door een kunstacademie-student vanwege mijn bloemetjesjurk en bolletjesjas. En sprak een Jordanese vrouw me nog aan: 'Meid, ik word zo vrolijk als ik naar je kijk'.
Is dat wel ok als je 38 jaar en moeder bent? Kun je dan nog wel met een Roodkapje-broche rondlopen?
Als ik voor de tweede keer word aangesproken op Roodkapje, doe ik hem toch maar af. Laf prik ik hem thuis op het prikbord. Genoeg sprookjes vandaag.
Maar mijn Bambi-ring hou ik lekker om. Ik moet natuurlijk wel mezelf blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten