Mijn ouders zitten nu in ons vakantiehuisje. En ik betrap mezelf erop dat ik dingen denk en zeg als: 'gelukkig dat er iemand van kan genieten met dit mooie weer'. Ai. Wie zei dat ook alweer? Ai ai ai. Mijn moeder.
Sinds ons huisje heb ik het idee dat ik steeds meer op mijn moeder ga lijken. Ik zeg nog net niet: 'wat hebben we nou niet?', een gevleugelde mamaprentje-uitdrukking.
Stiekem zit ik er op te wachten tot ze gaan bellen. Of ze het wel leuk hebben enzo. Mijn moeder wel. Die geniet zich helemaal suf daar. Mijn vader geniet hoop ik op zijn eigen manier. In stilte, onder een parasolletje.
Toen mijn moeder vanmorgen belde, zei ze: 'ik wil hier wonen', refererend naar Zoon die dat vorige week ook zei. School was geen probleem, want hij kon toch al een beetje lezen en schrijven. En o ja, zwemles, dat had hij ook niet meer nodig, want zwemmen kon hij toch ook al?
En gelijk heeft hij. Wie taalt er om taal als je lekker op het strand je broodje kunt eten?
Oma geniet. En ik geniet mee op afstand.
De rollen zijn definitief omgedraaid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten