maandag 9 mei 2016

prentje en de verhuizing

Houden van iemand met dementie is elke keer een grens overgaan waarvan je niet wist dat je deze ooit zou passeren.
Had je me jaren geleden verteld dat ik zou verzwijgen voor mijn vader dat hij over een paar dagen moest verhuizen; ik had je niet geloofd. Ik had iets geroepen over 'waardigheid' of een ander woord dat makkelijk klinkt als je aan de zijlijn staat.

Nu is mijn doel - en dat van mijn familie - om hem verdriet en verwarring te besparen.
Ik zou hem elke dag opnieuw ongerust hebben gemaakt met de mededeling van de verhuizing.

Dus rijden Zus en ik met een lege auto naar het verpleegtehuis dat binnenkort moet sluiten.
Hij zit in de woonkamer, aangekleed, uitgeput en helemaal alleen.
Zus en ik gaan naast hem zitten, pakken zijn hand vast. 'We gaan je zo verhuizen pap', zegt Zus dapper. 'Dit ziekenhuis moet sluiten.'
Zus wil het woord "verpleeghuis" nog steeds niet in zijn bijzijn noemen, uit liefde voor de man die jarenlang heeft gezegd daar nooit naar toe te willen.

'Dat is niet zo leuk', zegt mijn vader zacht. Zus en ik kunnen dat alleen maar beamen.
'Da's zeker niet zo leuk', zegt Zus.
Nog dagenlang herhaalt ze deze kleine conversatie - ik vermoed om het een plek te kunnen geven.
Een plek in het dal dat nu al bezaaid is met herinneringen waarvan we nooit hadden gedacht deze te bezitten.

Zus en ik sjouwen de meubels, kleding en toiletartikelen het huis uit. Het is meer dan we dachten.
'Hebben we nu alles?', vraagt Zus.
'We moeten pap straks niet vergeten', zeg ik giechelend, in een zwakke poging de spanning te breken.

We rijden de spullen naar zijn nieuwe tehuis. Denkende aan de man die daar in zijn eentje in de woonkamer in verwarring zit te wachten, gunnen we onszelf geen seconde rust.

Als we terugkomen, leunt hij met zijn hoofd op zijn armen. Op.
En dan moet zijn verplaatsing nog beginnen.

Er is niemand die hem uitzwaait. Ondanks de warme dag voelt het koud. Voorzichtig proberen we hem vanuit de rolstoel in de auto te tillen. Mijn stoere sterke vader. Zonder kracht nu.

Overdonderd kijkt hij uit het raam, knipperend tegen het felle licht. Hij is in geen vier maanden buiten geweest. Mijn zonnebril wil hij niet op. Hij wil vooral dat het zo snel mogelijk achter de rug is, vermoed ik. En wij willen dat ook.

De stem in de lift somt de etages in het Engels op. Alsof we in een internationaal hotel zitten in plaats van een plaatselijk verpleeghuis. Al mijn zintuigen staan op scherp. Wakend als een leeuw over de fragiele man in de rolstoel voor me.

We leggen hem in bed. Hij valt onmiddellijk in slaap. Zus en ik proberen de kamer een beetje huiselijk te maken. We missen zijn zak met was. 'Volgens mij heb ik dat net per ongeluk allemaal weer in zijn kast gelegd', zegt Zus. We giebelen samen, maken flauwe grapjes.

Een kordate verpleegster neemt met ons een hele lijst door. We geven antwoorden waarvan we niet dachten deze ooit te moeten geven.
'Mag ik hem even zien?', vraagt ze. We sluipen zijn kamer in. Hij wordt net wakker. We stellen hem aan haar voor. 'Hartelijk welkom', zegt mijn vader tegen haar. Hij grijpt met beide handen haar hand. 'Wat ben ik blij dat jij voor me gaat zorgen.'

In de auto op de terugweg zijn Zus en ik stilletjes. Uitgeput zijn we, van de fysieke inspanning, van het niet eten, van de hitte, maar het meest toch van alle emoties.

'Ik was weer trots op hem', zeg ik. 'Ik ook', valt Zus gelijk bij. 'Zo van: kijk, dit is onze vader. Wat een geweldig leuke slimme lieve dankbare man he.'

En dat is het ook.
En dat zal hij voor ons blijven, tot het laatste moment.

7 opmerkingen:

  1. Wat heb je dit gebeuren prachtig verwoord.
    En fijn dat je het samen met je zus voor hem kunt doen.
    Maar jammer dat je dit moet meemaken, dit dal....

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Brok in m'n keel. Wat ontroerend geschreven ........

    BeantwoordenVerwijderen
  3. En ik ben trots op jou, flinkerd!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat bijzonder dat je dit deelt, je maakt me wel aan het huilen hoor.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wees trots op hem, geniet van hem, alle momenten die nog gaan komen. X

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat moedig en goed gedaan van zus en jou, Prentje.
    Vijf weken geleden werd mijn stief-schoonvader opgenomen in het ziekenhuis omdat het thuis niet meer ging. Diagnose hersentumor. Na anderhalve week moest hij verhuizen naar her verpleeghuis op dezelfde afdeling, maar dat zou hij ook niet snappen. Toen we zeiden dat hij op vakantie ging naar Valkenburg, was het goed. Dat wist hij nog van vroeger. Hij ging in sneltreinvaart achteruit en is op Hemelvaartsdag aan zijn laatste reis ooit begonnen..... Ik wens jou en zus toe dat jullie nog veel momenten met jullie vader mogen doorbrengen. X

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Wat ontroerend geschreven. Die geweldig leuke slimme lieve dankbare man heeft volgens mij twee fantastische dochters

    BeantwoordenVerwijderen