zaterdag 26 november 2011

prentje en Sinterklaas (op papa's werk)

'Hij gelooft niet meer in Sinterklaas, maar zet toch zijn schoen.' Gealarmeerd kijk ik naast me. We zitten bij de kapper en de meneer voor ons vertelt over zijn zoontje. Zoon heeft het niet gehoord, of doet alsof hij het niet gehoord heeft. Ik wil de woorden 'Sinterklaas' en 'geloven' eigenlijk niet in 1 zin horen. Je weet nooit wanneer het zaadje van twijfel wordt gepland. Sint is niet iets om in te geloven, Sinterklaas is er gewoon.

Gelukkig gaan we 's middags naar het Sinterklaasfeest op papa's werk. Dan ziet Zoon hem weer, en mocht er al enige twijfel zijn, dan wordt deze hopelijk weer van tafel geveegd. Zoon wordt door Sinterklaas naar voren geroepen, iets dat we in de 5 jaar dat we naar het feest gaan, nog niet eerder is gebeurd. Zoon is niet snel genoeg bij de Sint, die al weer doorgaat naar het volgende kindje.
Ik kijk naar het verdrietige gezichtje van Zoon. En loop naar de Hoofdpiet, om hem erop te wijzen dat Zoon nog niet bij Sinterklaas is geweest. De Hoofdpiet is de beroerdste niet, en legt het briefje met de naam van Zoon weer bovenop de stapel. Zoon mag alsnog bij Sint komen, en zingt braaf een liedje.

Vervolgens gaan we naar het winkelcentrum om de cadeautjes in te slaan. Dat is een heel gepuzzel. Eerst gaan we met z'n drieën naar de speelgoedwinkel, om Zoon langs de neus weg te vragen wat hij het liefste wil. Vervolgens gaat Man met Zoon weg, en sla ik in. Veel zenuwachtig gedoe met mobiele telefoons ('waar ben jij nu? Ok, dan ga ik de andere kant op) en heen en weer naar de auto om de tassen te verbergen.

Bij opa en oma drinken we een kopje koffie om bij te komen van het gewinkel. Zoon mag hier zijn schoen zetten. Nou ja, eigenlijk mag hij de schoen van opa zetten, want hij heeft geen extra schoen mee. Oma vertelt over een jongetje die nog op zijn tiende geloofde, en wiens zusje zich zo schaamde dat ze Het hem heeft verteld. Ik sein naar oma dat Zoon aan tafel zit, diep na te denken over zijn brief naar Sinterklaas. Want de Sint moet wel even weten dat hij vanavond op 2 plekken zijn schoen heeft gezet.

Net als we thuis willen zingen voor de schoenen die ook daar klaar staan, komt Zus langs met een van haar zonen. Opnieuw zingen we met z'n allen alle Sinterklaasliedjes die we kennen.

Zoon schrijft voor de zekerheid nog een brief aan de Sint, om hem duidelijk te maken dat hij op twee plekken moet zijn vannacht.

Het twijfelzaadje heeft de weg naar de aarde nog niet gevonden.

2 opmerkingen:

  1. Hij heeft gewoon een rotsvast vertrouwen in de Goedheiligman! Als we nou eens met z'n allen besloten dat Sinterklaas gewoon bestaat?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gelukkig maar. Het is zo'n magische tijd.

    BeantwoordenVerwijderen