'Wat een leuke broek heb jij aan', zegt mijn collega. 'Dank', antwoord ik. 'Die heb ik noodgedwongen moeten kopen.'
Het was zo raar weer dit weekend aan de kust. Ik haalde Zoon vrijdag op uit school, om direct door te rijden naar ons huisje aan zee. De zon scheen uitbundig toen we aankwamen. Ik maakte het bed op, legde mijn bikini in de kast en zette een kopje thee.
Daarna was het tijd voor de boodschappen. Zoon en ik fietsten door de duinen naar de supermarkt een dorpje verderop. Zoon wilde graag nog even naar het Bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer, dus daar hielden we een tussenstop.
Een beetje bezorgd keek ik naar de lucht. Ik was gekleed in een zomerjurkje met spaghettibandjes, en Zoon had alleen een korte broek aan. De medewerker zag mijn blik en zei geruststellend: 'hier in Schoorl regent het veel minder dan in de rest van het land. Eigenlijk regent het hier zelden', overtrof hij zichzelf nog even. Hij was nog niet uitgesproken of het noodweer barstte los. Rillend liepen we naar de brasserie. Stante pede betraden we de onderste regionen van de piramide van Maslow. 'De keuken is al gesloten dus ik kan je niets warms meer aanbieden', zei het meisje spijtig. 'Ik heb nog wel taart.'
Niet veel later zaten we aan de biologische perensap en de worteltaart (nou ja, ik dan hè. Zoon zat aan de Fristi en vindt worteltaart iets voor konijnen).
Het bleef maar stortregenen, en ze konden elk moment sluiten. 'Kom op', zei ik tegen Zoon, 'we trekken een sprint naar de enige kledingzaak in het dorp. En we gaan niet naar buiten voor we iets warms hebben gevonden'.
Als twee zielige verzopen katjes doken we even later 'Sunny & Djive' binnen (what's in a name?). 'Jullie hadden zo te zien niet op dit weer gerekend', lachte de verkoopster vrolijk. Als een boer met kiespijn lachte ik terug.
Ik trok een zilvergrijze broek uit het rek, en een zachte witte trui, die ik over mijn jurkje aantrok. Voor Zoon zocht ik fijn warm vest uit. Het voelde zo lekker aan mijn verkleumde lichaam, dat ik zo naar de kassa liep. 'We moeten je moeder maar op de toonbank leggen', grapte de andere verkoopster (snap nu waarom het Sunny heet daar, als je geen zonnig karakter hebt, word je gewoon niet aangenomen.)
Blij dat we weer helemaal opgewarmd waren, stapten we naar buiten.
Even zagen we niets.
Daarvoor scheen de zon te fel in onze ogen.
Aw, niet zo leuk allemaal. Maar wel leuk beschreven... Mocht dat helpen ;-)
BeantwoordenVerwijderenGeweldig stukje! Wat moet dat heerlijk zijn, zo`n huisje aan zee...
BeantwoordenVerwijderenOch zoals jij het opschrijft klinkt het al een stuk leuker :-)
BeantwoordenVerwijderenMaar bah zeg,gelukkig kwam alles goed :-)
Mooi geschreven, ik heb genoten van je woorden!
BeantwoordenVerwijderenWahaa, heb jij weer!
BeantwoordenVerwijderenhaaaaaahahaha dat einde!!!! Arm stel, ik snap het helemaal...
BeantwoordenVerwijderenJe hebt er in elk geval een mooie broek aan over gehouden ;) Mooie anekdote.
BeantwoordenVerwijderenLiefs,
Rosalie