Ik had mijn kabouterhuis aan zee voor het eerst verhuurd. Aan vriendin A. Voor twee weken.
De eerste paar dagen kwam het met bakken uit de lucht. Mistroostig keek ik vanuit mijn kantoorraam naar buiten.
Zou vriendin A zich wel vermaken? Het kabouterhuis is vooral ingesteld op mooi weer.
Gelukkig hadden we regelmatig telefonisch contact. Ze vond het er heerlijk. Vriendin A kwam helemaal tot rust.
Was het niet door de omgeving, dan wel door de inrichting van het kleine huisje.
Zij en haar dochter keken dvd's, en hadden 's avonds gezellig de kaarsjes aan.
Opgelucht legde ik de telefoon neer na zulke telefoontjes.
Op de een of andere manier voelde ik me toch verantwoordelijk.
Tegen het weekend van de eerste week brak de zon door.
Vriendin A had aangeboden dat ze het leuk vond dat ik langs kwam, dus reed ik naar de kust.
Ik dacht dat het onwennig zou zijn, maar dat was helemaal niet het geval. Haar vriend had inmiddels ook het kabouterhuis ontdekt, en met elkaar hadden we een heerlijke zaterdag. Er zijn weinig mensen met wie ik zo kan lachen als met vriendin A + vriend.
We delen hetzelfde bitterzoete gevoel voor humor.
De tweede week brak aan, en de zon begon overdreven hard te schijnen.
Ik begon mijn huisje aan zee wel een beetje te missen.
Maar eigenlijk was dat ook niet erg.
Je weet pas wat je hebt als je het (even) kwijt bent.
'Ik denk dat je zaterdag weer bezoek krijgt' appte ik naar vriendin A.
'Gezellig', appte ze terug.
Was het wel slim om nog een keer te gaan als het de vorige keer zo leuk was?, piekerde ik een eindje weg in de Petteflet, waar het genadeloos warm was. 'Kon het dan niet alleen maar tegenvallen?'
Ik stelde mezelf gerust dat er dit keer sowieso een andere dynamiek zou zijn, omdat ik Zoon meenam.
We spraken af dat ik zaterdagavond weer het huisje van haar zou 'overnemen'.
En weer hadden we een zalige zaterdag. Met strand, ijsjes, ligbedjes, goede gesprekken met heerlijke wijn en diner aan zee werd het opnieuw een dag met een gouden randje.
De magie van de week ervoor was er nog steeds.
Aan het einde van de lange avond droeg vriendin A de sleutel over.
Een beetje spijtig wierp ze nog een laatste blik op het witte kabouterhuis.
De volgende ochtend regende het.
Ik volgde het voorbeeld van vriendin A, en keek drie afleveringen van mijn favoriete Deense serie achter elkaar.
Een beetje schuldig keek ik naar Zoon, die de hele ochtend achter zijn DS zat.
'Jij mag zeggen wat we vanmiddag gaan doen', zei ik wat lafjes.
Inmiddels trokken de buien een beetje weg.
'Samen met de frisbee overgooien, tosti op het strand en chocoladefondue delen bij de Zilte Zoen', was zijn antwoord.
Nou, en dat deden we toen maar.
Zoon vond nog een golfballetje in de duinen. Hij speelde er wat mee in zee, tot de golven het balletje meenamen en niet meer teruggaven.
'Maar dat geeft niets', zei hij toen we richting de Zilte Zoen reden.
'Het is tenslotte ook een golfbal.'
Wat fijn zo'n vriendin en zo'n huisje. Het klinkt erg gezellig!
BeantwoordenVerwijderenMooi! Dat is een heleboel rijkdom bij elkaar.
BeantwoordenVerwijderenLiefs,
Rosalie
lijkt me zalig zo'n kabouterhuisje aan zee. Hoeveel km is dat eigenlijk van je huis?
BeantwoordenVerwijderenLogisch toch dat de golven alle golfballetjes weer opslorpen :-) Fijne kinderlogica
BeantwoordenVerwijderen:-)
BeantwoordenVerwijderenWat een slimme zoon heb jij en wat fijn om zo'n lieve vriendin te hebben. Samen lachen is heerlijk. Geniet maar fijn van je huisje!
BeantwoordenVerwijderen