dinsdag 19 april 2016

prentje en de ontmoeting

'Ik ben best wel een beetje zenuwachtig', zegt T.
'Het is toch één van de belangrijkste mannen in je leven.'

Zaterdagmorgen. T en ik komen terug van de Vanilia Sample Sale. Ik heb haar gevraagd of ze het goed vond om op de terugweg bij mijn vader langs te gaan.
T heeft mijn vader nooit ontmoet, onze vriendschap is van de laatste jaren.

Hij zit in de eetkamer. Zijn overhemd zit vol vlekken. Zijn blik is helder.
'Pap, ik heb iemand meegenomen', zeg ik rustig. Hij kijkt geïnteresseerd blij als ze kennismaken.

'Mijn dochter is een lieve schat', zegt hij tegen T. Zij beaamt dit van harte, de lieverd.
'Ik heb drie kinderen', vertelt hij.
'En hoeveel kleinkinderen heeft u?'
Hij kijkt vragend naar mij, steunzoekend. 'Vijf pap', zeg ik, en noem de namen.
'O ja', zegt hij gelukzalig.

We kletsen wat. Over van alles. En over niets.
Hij wijst op een man verderop die gevoerd wordt.
'Gelukkig kan ik zelf eten', zegt hij trots boven zijn bijna lege bord.
Blijkbaar is er ook in een verpleeghuis hiërarchie. 
En zit de behoefte om ons te vergelijken met andere mensen diep ingebakken.

'We gaan zo weer, papa', zeg ik. Hij knikt. Hij is blij met bezoek, maar het vermoeit hem ook.

'Wat vond je van hem?', vraag ik T als we beneden zijn.
'Je kan merken dat het een slimme man is', zegt ze. 'Hij legt goed verbanden.'

Ik knik. Dankbaar en trots.

Trots op die man met zijn verwarde haren en overhemd vol vlekken.
Trots op de man die hij ooit geweest is en nu (bij vlagen) nog is.
 
Als ik thuiskom, is de foto van mijn vader en Johan Cruijff gearriveerd.
Ik heb hem op aluminium laten drukken, als eerbetoon aan twee iconen. 

Reservetijd.  

6 opmerkingen: