Ik kom uit een echte Sinterklaasfamilie. Mijn papa was vroeger de Sint in de stad waar ik vandaan kom.
Dat was een serieuze intocht, met de burgemeester die hem welkom heette, en duizenden kinderen. Mijn papa had carrière gemaakt als goedheiligman, was begonnen als Sinterklaas bij de buurtvereniging, en zo opgeklommen tot de Sint van de stad. Een bijkomend nadeel was dat ik als vierjarige al niet meer geloofde. Wreed uit het sprookje getrokken door het zoontje van de voorzitter van de buurtvereniging, met wie ik op de kleuterschool zat. 'Jouw papa is Sinterklaas'. Huilend ging ik naar huis, waar mijn ouders realiseerde dat het niet veel zin had om te ontkennen. Als pleister op de wonde mocht ik mee in de intocht, als gooipiet. Er was zelfs een speciaal klein pietenpakje voor mij gemaakt, en zo konden de grote pieten lekker met de kleuterpiet gooien.
Een bijkomend voordeel was dat ik nu officieel bij de Sinterklaasfamilie hoorde. Mijn mama en zus stonden achter de cadeautjestafel bij de intocht. Mijn broer was chauffeur van de man waar het allemaal om draaide: mijn Sintpapa. En mijn nichtje fungeerde als mandarijn (als in fruit) tijdens de intocht. Dat heeft ze overigens maar 1 jaar gedaan, er was niet zoveel eer te behalen in een intocht waar alles om pepernoten draait.
En nu ben ik mama. Zoon is 5 jaar, in mijn ogen de beste Sinterklaasleeftijd. Gister kwam hij aan op school. Alle kindjes stonden buiten. Mijn minisint tuurde gespannen naar de auto, waar hij uitstapte.
Ik realiseer me nu opeens dat een auto eigenlijk heel onromantisch is. Mijn papa zat tenminste op een paard, die weliswaar toen nog niet Amerigo heette, maar wel een eigenzinnig karakter had. Ik herinnerde me dat papa er zelfs eens afgegooid was, tot grote hilariteit van een paar jongetjes die ik het liefst ter plekke de nek om wilde draaien. Later realiseerde ik me dat het voor buitenstaanders best een grappig gezicht moet zijn geweest, Sint die van zijn paard viel, maar het was wel mijn papa die daar op de grond lag. Maar goed, ik dwaal af, terug naar Zoon.
Ik vrees dat Zoon niet heel lang gaat geloven. Samen zitten we naar het Sinterklaasjournaal te kijken. 'Het Sinterklaasjournaal is nep', hoor ik opeens naast me. O nee hè, niet nu al. 'Die hoofdpiet ziet er heel anders uit dan die hoofdpiet die ik heb gezien'. Sindsdien hebben we het aantal sinterklaasontmoetingen drastisch verkleind. Want alsjeblieft, Zoon, blijf nog heel lang geloven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten