zondag 18 december 2011

prentje en de kerstsok

'Mam, bij welk land hoort de Noordpool?' Ik pijnig mijn hersenen. Geografie is nooit mijn sterke punt geweest. 'Dat gaan we googelen', zeg ik laf.

We hangen Zoon's kerstsok op. Hij gelooft heilig in de kerstman. Ik wil hem deze illusie niet ontnemen, en dus zingen we 'Jinglebells' voor de kerstsok.
Ik hou zo van de magische kindertijd. En dus ben ik paashaas, Sinterklaas, tandenfee en kerstman in 1 persoon.

Wat is heerlijker om te geloven dat er 's nachts een man in een arrenslee rondvliegt om kadootjes rond te brengen? Of dat er een groot konijn eieren verstopt in de tuin? Hoe mooi moet het zijn voor een kind om te denken dat er een prachtige fee zachtjes je kussen optilt om je tandje op te halen? Laat staan dat er een zwarte piet door je schoorsteen komt.

Als je volwassen bent, verlang je terug naar deze tijd vol prachtige verhalen (nou ja, ik in ieder geval. Maar ik weet niet of ik helemaal representatief ben voor volwassen.)
Wat je dan nog rest tijdens de feestdagen, is het huis versieren met allerlei decoraties, zelf gemaakt en gekocht. Variƫrend van Jozef en Maria tot de kerstman. Een mix, vergelijkbaar met het geloof van Zoon.

De volgende ochtend ontdek ik dat de brief van Zoon aan de kerstman nog op tafel ligt. Zoon heeft 'm al gevonden. 'Maar', zegt hij, 'hij vond 'm zo mooi dat hij hem heeft laten liggen. Zodat ik 'm kan houden.'

Zoon's geloof is groot. Daar kan een slordige kerstman niets aan veranderen.

1 opmerking: